Overwegingen

Apathisch gedrag, een veel voorkomend verschijnsel bij mensen met dementie, is vaak gerelateerd aan de aard en de ernst van de cerebrale pathologie. Mensen met dementie en apathisch gedrag hebben zelf doorgaans geen hulpvraag; dit is inherent aan de apathie. Ook dit type gedrag verdient een zorgvuldige probleemanalyse. Hierbij worden alternatieve verklaringen voor het gedrag uitgesloten, zoals sederende middelen, lichamelijke aandoeningen, stil delier, rouw, angst of depressie. Op grond van deze analyse kan worden beoordeeld welke eventuele interventies, buiten de hier onderzochte interventies, wenselijk zijn voor de betreffende persoon in zijn of haar context.


Goede zorg voor mensen met dementie en apathisch gedrag begint met structurele stimulans en activering van buitenaf en met het monitoren van de effecten ervan. Wanneer dit nadelig uitwerkt voor de persoon, is het een overlegpunt om dit te staken en de apathie te accepteren. Het bespreken van de probleemanalyse biedt ook psycho-educatie aan mantelzorgers en zorgverleners (Bird, 2009; Moniz-Cook, 2012; Livingston, 2005; Spector, 2013). Of hiermee ook de emotionele belasting van mantelzorgers voldoende afneemt, is in deze studies niet onderzocht. Bij lijdensdruk van mantelzorgers ten gevolge van apathisch gedrag is een combinatie van psycho-educatie en verwachtingsmanagement wenselijk. Bij voldoende motivatie én draagkracht kan (verwijzing voor) intensievere psychologische interventies voor de verwante worden overwogen. Uit het beperkte gerandomiseerde onderzoek dat verricht is naar behandeling van apathisch gedrag blijkt dat verschillende vormen van activering een positief effect kunnen hebben op apathisch gedrag.

Er is geen bewijs gevonden in RCT’s voor de effectiviteit van psychofarmaca bij de behandeling van mensen met dementie en apathisch gedrag. Op theoretische gronden zouden psychostimulantia overwogen kunnen worden. Er zijn slechts twee kleine gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studies gedaan met modafinil en methylfenidaat bij patiënten met dementie. Doordat deze studies zo klein zijn, zijn de betrouwbaarheidsintervallen breed. Er zijn tot nu toe geen significante resultaten op het gebied van effectiviteit. Cohortstudies, case-reports en ervaringen zijn in deze search buiten beschouwing gelaten. Psychostimulantia hebben potentieel ernstige bijwerkingen, met name op cardiovasculair gebied zoals tachycardie en hypertensie.

Effect van cholinesteraseremmers (rivastigmine) is in een RCT onderzocht bij mensen met Lewybodydementie (McKeith, 2000). Echter, de effectiviteit is in deze studie niet specifiek onderzocht bij mensen met apathisch gedrag, niet specifiek onderzocht op de uitkomstmaat apathische symptomen (maar op een gecombineerde maat, nl. NPI-4) en ook de intention-to-treat-analyse was negatief. Rivastigmine of galantamine worden dan ook niet algemeen geadviseerd voor de behandeling van apathische symptomen bij Lewybodydementie of bij andere vormen van dementie. Indien men desalniettemin toch besluit tot rivastigmine voor apathisch gedrag, gebruik dan een lagere dosering (max 9,5cm pleister zoals in studies wordt aangehouden) dan voor psychotisch gedrag in verband met een verschil in lijdensdruk. Studies toonden bij hogere dosering (13,3) ter vertraging van dementie geen groter effect aan, maar wel meer bijwerkingen. Dit wordt ook voor apathisch gedrag verwacht.

Bird M., Robert H. Llewellyn-Jones, RH, Korten A (2009). An evaluation of the effectiveness of a case-specific approach to challenging behaviour associated with dementia.

Brodaty, H., & Burns, K. (2012). Nonpharmacological management of apathy in dementia: a systematic review. The American Journal of Geriatric Psychiatry, 20(7), 549-564. Geïncludeerd: POLITIS 2004

Buettner, L. L., Fitzsimmons, S., Atav, S., & Sink, K. (2011). Cognitive stimulation for apathy in probable early-stage Alzheimer's. Journal of aging research, 2011. LOSSE RCT

Ferrero-Arias, J., Goñi-Imízcoz, M., Gonzalez-Bernal, J., Lara-Ortega, F., da Silva-González, Á., & Díez-Lopez, M. (2011). The efficacy of nonpharmacological treatment for dementia-related apathy. Alzheimer Disease & Associated Disorders, 25(3), 213-219. UIT TREUSCH 2011

Frakey, L. L., Salloway, S., Buelow, M., & Malloy, P. (2012). A randomized, double-blind, placebo-controlled trial of modafinil for the treatment of apathy in individuals with mild-to-moderate Alzheimer’s disease. J Clin Psychiatry, 73(6), 796–801. http://doi.org/10.4088/JCP.10m06708

Herrmann, N., Rothenburg, L. S., Black, S. E., Ryan, M., Liu, B. A., Busto, U. E., & Lanctot, K. L. (2008). Methylphenidate for the treatment of apathy in Alzheimer disease: prediction of response using dextroamphetamine challenge. Journal of Clinical Psychopharmacology, 28(3), 296–301. http://doi.org/10.1097/JCP.0b013e318172b479

Holmes, C., Knights, A., Dean, C., Hodkinson, S., & Hopkins, V. (2006). Keep music live: music and the alleviation of apathy in dementia subjects. International Psychogeriatrics, 18(04), 623-630. UIT OLIVEIRA 2015 en TREUSCH 2011

Livingston, G, Johnston, K., Katona, C., Paton, J. Lyketsos, C.G. (2005). Systematic Review of Psychological Approaches to the Management of Neuropsychiatric Symptoms of Dementia. (Am J Psychiatry 2005; 162:1996–2021.

Oliveira, A. M. D., Radanovic, M., Mello, P. C. H. D., Buchain, P. C., Vizzotto, A. D. B., Celestino, D. L., ... & Forlenza, O. V. (2015). Nonpharmacological Interventions to Reduce Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia: A Systematic Review. BioMed research international, 2015. Geïncludeerd: HOLMES 2006

Politis, A. M., Vozzella, S., Mayer, L. S., Onyike, C. U., Baker, A. S., & Lyketsos, C. G. (2004). A randomized, controlled, clinical trial of activity therapy for apathy in patients with dementia residing in long‐term care. International Journal of Geriatric Psychiatry, 19(11), 1087-1094. UIT BRODATY 2012 en TREUSCH 2011

Spector A, Orrrell M, Goyder J (2013). A systematic review of staff training interventions to reduce the behavioral and psychological symptoms of dementia. Ageing Research Reviews, 12, 354-364.

Treusch, Y., Page, J., Niemann-Mirmehdi, M., Gutzmann, H., Heinz, A., & Rapp, M. (2011). Apathy and its nonpharmacological treatment in dementia. GeroPsych: The Journal of Gerontopsychology and Geriatric Psychiatry, 24(3), 155-164. Geïncludeerd POLITIS 2004, FERRERO-ARIAS 2011 en HOLMES 2006

Treusch, Y., Majic, T., Page, J., Gutzmann, H., Heinz, A., & Rapp, M. A. (2015). Apathy in nursing home residents with dementia: results from a cluster-randomized controlled trial. European Psychiatry, 30(2), 251-257. LOSSE RCT

McKeith I, Del Ser T, Spano P, Emre M, Wesnes K, Anand R, Cicin-Sain A, Ferrara R, Spiegel R. Efficacy of rivastigmine in dementia with Lewy bodies: a randomised, double-blind, placebo-controlled international study. Lancet. 2000 Dec 16;356(9247):2031-6.

Moniz Cook ED, Swift K, James I, Malouf R, De Vugt M, Verhey F (2012). Functional Analysis-based interventions for challenging behaviour in dementia. The Cochrane Collection, John Wiley & Sons.