Historie
Oprichting van de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen
De Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA), voorloper van Verenso, heeft zich vanaf het begin van de jaren zeventig ingezet voor de verpleeghuisgeneeskunde – tegenwoordig ouderengeneeskunde. De NVVA werd op 23 november 1972 opgericht door de besturen van de Katholieke Vereniging voor Verpleeghuiszorg (KVV) en de Federatie van Verpleeginrichtingen voor langdurig Zieken. Aanleiding hiervoor was de schaalvergroting en de ontwikkeling van het beleid ten aanzien van de kwaliteit van de verpleeghuisgeneeskunde. De vereniging is de belichaming van de zoektocht naar de inhoud en erkenning van het vak verpleeghuiskunde geworden. De geschiedenis van de verpleeghuiskunde is voor een belangrijk deel dan ook de geschiedenis van de NVVA. De vereniging heeft zich sinds de oprichting als doel gesteld de onderlinge samenwerking en gedachtewisseling tussen artsen, werkzaam in verpleeghuizen, over werk en wetenschap te bevorderen en de bijscholing van deze artsen te verbeteren. De NVVA is, met enkele verwante verenigingen, betrokken geweest bij het beleid dat over de verpleeghuizen werd gemaakt.
De geschiedenis van de NVVA kent twee grote ontwikkelingen. Na een langdurige strijd om erkenning en registratie van het beroep en de beroepsgroep, volgde de totstandkoming van de academische opleiding voor verpleeghuisgeneeskunde. Daarnaast was er het streven wetenschappelijk onderzoek te genereren op het gebied van verpleeghuisgeneeskunde en hieraan richting te geven. De NVVA zette zich in de beginjaren met name in om officiële, juridische erkenning te krijgen voor de beroepsgroep en voor de identiteit van de verpleeghuisartsen. Door de grote groei van het aantal verpleeghuizen en van de totale capaciteit van de verpleeghuiszorg eind jaren zestig, was er veel vraag naar verpleeghuisartsen. Voor die tijd hadden de meeste artsen die in verpleeghuizen werkten een dubbelfunctie en heerste het idee dat het werk van de verpleeghuisarts erbij werd gedaan of begon als artsen een andere carrière achter de rug hadden.
Volgens Oostvogel, de eerste voorzitter van de NVVA, vond men verpleeghuisartsen second grade practitioners for third grade people. Het werk van deze nieuwe artsen was echter vernieuwend en baanbrekend. De NVVA maakte zich hard om het unieke van de functie verpleeghuisarts, verantwoordelijk voor het behandelen en adviseren over de behandeling van patiënten met complexe, multidisciplinaire problematiek, naar voren te brengen. Bij de oprichting van de vereniging moest de verpleeghuisgeneeskunde nog systematisch opgebouwd worden. In deze pioniersfase speelde de NVVA een belangrijke rol in het zetten van de eerste stappen in de richting van een volwaardige medische discipline.
De vereniging en het beroep professionaliseerden samen langzaam. Aanvankelijk werd verpleeghuisartsregistratie ondergebracht bij de huisartsen. Met de oprichting van de NVVA wilde men hier verandering in brengen met een aparte registratie voor verpleeghuisartsen. Dit zorgde voor wrijving tussen de NVVA en de KNMG. Uiteindelijk kwam er in 1989, met de oprichting van een tweejarige opleiding tot verpleeghuisarts aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de officiële registratie, erkenning voor de nieuwe specialistische beroepsgroep. Later startten ook in Nijmegen (1995) en Leiden (1997) de beroepsopleiding. Al in 1980 was de eerste universitaire leerstoel een feit. Verpleeghuisarts Michels werd aan de universiteit van Nijmegen bijzonder hoogleraar in de verpleeghuis- geneeskunde. In november 2005 fuseerde de NVVA en de NVSG (Nederlandse Vereniging voor Sociale Geriaters); hierbij bleef de naam NVVA behouden. Er ontstond een nieuwe medische discipline voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken over de hele zorgketen, ongeacht de verblijfplaats van de patiënt.
In 2009 ging de NVVA verder onder de naam Verenso, een samentrekking van vereniging en specialisten ouderengeneeskunde/sociaal geriaters. Aanleiding voor deze verandering was de nieuwe naam voor de beroepsgroep: specialisten ouderengeneeskunde. Sinds 15 juli 2009 is de term verpleeghuisarts geen beschermde titel meer en staan artsen met deze expertise ingeschreven als specialist ouderengeneeskunde.
Canon van de ouderengeneeskunde
Ter ere van het 40-jarig jubileum van Verenso brachten wij in 2012 de Canon van de ouderengeneeskunde uit (niet meer leverbaar). De Canon van de ouderengeneeskunde beoogt met vijftig thema’s, zogenaamde vensters, op bondige wijze de historische ontwikkeling van het vak te illustreren.