Uitgangsvraag + aanbeveling

Welke patiëntgebonden maatregelen zijn bij kwetsbare ouderen zinvol ter preventie van lage luchtweginfecties?

  • Voer mondzorg uit conform de Verenso[1]-richtlijn Mondzorg 11. 

  • Wees alert op het herkennen van patiënten die aspireren (zie alarmsymptomen). Voer eventueel een watersliktest uit voor het detecteren van dysfagie en consulteer zo nodig een logopedist voor screening, diagnostiek en behandeling van dysfagie (zie NVKNO-richtlijn Orofaryngeale Dysfagie) 13.

  • Wees extra alert op het ontwikkelen van een LLWI na een heftige aspiratie en begin met een antimicrobiële behandeling (zie hoofdstuk Antimicrobiële behandeling) als er een verdenking op LLWI is. Laat na een heftige aspiratie 2 à 3 daags extra controles uitvoeren in de dagen daarna (temperatuur, ademfrequentie, algeheel ziek zijn).

  • Verminder, indien mogelijk, chronisch gebruik van medicatie die het bewustzijn, het ophoesten of de slikfunctie kan verminderen.

  • Als een sonde is geïndiceerd, overweeg een PEG-sonde in plaats van een neusmaagsonde als:
    -          een sonde langdurig is geïndiceerd;
    én
    -          er een langdurig verhoogd risico is op slikstoornissen, zoals bij CVA-patiënten.

[1] voorheen NVVA

  • ongewenst gewichtsverlies;

  • herhaaldelijke respiratoire verschijnselen of infecties (aspiratie pneumonie);

  • overige verschijnselen zoals:

    • eerdere diagnosen van pneumonie;

    • moeite met wegslikken van speeksel uit de mondkeelholte;

    • gevoel dat voedsel blijft steken in de keel;

    • hoesten of verslikken tijdens of rond de inname van voedsel en/of dranken;

    • voedselresten in de mondholte na doorslikken/na het eten;

    • opvallend frequent keelschrapen;

    • ‘natte’ borrelige stem;

    • opvallend lange voedingstijdsduur;

    • onduidelijke oorzaak ongewenst gewichtsverlies;

    • eenzijdige inname van consistenties (enkel vloeibaar of gemalen voeding, etc.);

    • dysartrie.

Bron: NVKNO-richtlijn Orofaryngeale dysfagie 13