Achtergrond + randvoorwaarden

Bij (een verdenking op) een uitbraak is het van belang dat deze tijdig wordt herkend en dat zo snel mogelijk adequate uitbraakmaatregelen worden ingezet. Het gaat bij uitbraakmaatregelen om het intensiveren van algemene infectiepreventiemaatregelen en om specifieke infectiepreventiemaatregelen die liggen op patiëntniveau en op organisatorisch niveau. De specialist ouderengeneeskunde kan bij (een verdenking op) een uitbraak betrokken zijn als behandelend arts en/of als lid van het uitbraakteam. Het is van groot belang dat alle verantwoordelijkheden en taken rondom uitbraakbeleid voorafgaand aan een uitbraak instellingsbreed worden vastgelegd en dat deze conform afspraak worden uitgevoerd. Daarnaast moet tijdens een uitbraak adequaat worden samengewerkt en gecommuniceerd. Dit vraagt van (de vakgroep van) specialisten ouderengeneeskunde medisch leiderschap op individueel patiëntniveau maar zeker ook op vakgroep-, afdelings- en instellingsniveau. Omdat bij een uitbraak soms verregaande maatregelen nodig zijn (zoals sluiting van afdeling(en)) is de betrokkenheid van het bestuur van belang.

Het bestuur draagt zorg voor de volgende randvoorwaarden:

  • Er is minimaal ondersteuning van een arts-microbioloog, een deskundige infectiepreventie, een medewerker facilitaire dienst en een gemandateerd vertegenwoordiger van het bestuur. Dit kan bijvoorbeeld door deelname van deze functionarissen aan het uitbraakteam.

  • Voldoende middelen zijn aanwezig voor diagnostiek van infectieziekten en het bepalen van dragerschap van BRMO.

  • Een protocol met betrekking tot het beheersen van uitbraken/uitbraakmanagement. Het uitbraakprotocol kan een op zichzelf staand document zijn of de aspecten met betrekking tot uitbraakmanagement zijn verwerkt in uitbraakprotocollen voor specifieke micro-organismen.
    Het uitbraakprotocol bevat:

  • interne procedure voor het melden van signalering van (een verdenking op) een uitbraak bij een (dienstdoende) specialist ouderengeneeskunde;

  • een procedure voor het melden van een uitbraak van een infectieziekte met meldingsplicht aan de GGD. Dit gebeurt bij voorkeur door een specialist ouderengeneeskunde vanwege de inhoudelijke deskundigheid;

  • de samenstelling van een uitbraakteam (latent aanwezig of ad hoc samengesteld), inclusief rollen, verantwoordelijkheden en taken van de verschillende leden;

  • een procedure voor het samenstellen van een uitbraakteam;

  • een procedure voor het activeren van een uitbraakteam bij (een verdenking op) een uitbraak;

  • verantwoordelijkheden, taken en procedures omtrent (de coördinatie van) interne en externe communicatie. Interne communicatie is de verantwoordelijkheid van het uitbraakteam en externe communicatie is de verantwoordelijkheid van het bestuur. De specialist ouderengeneeskunde heeft bij voorkeur hoogstens een adviserende rol hierbij.

  • Personeel (op de afdelingen) is voldoende geschoold over de signalen waarbij zij alert moeten zijn op (een verdenking op) een uitbraak.

  • Personeel (op de afdelingen) meld (een verdenking op) een uitbraak altijd bij een (dienstdoende) specialist ouderengeneeskunde.

  • Voldoende tijd en bevoegdheden voor de specialist ouderengeneeskunde om de verantwoordelijkheden en taken uit te kunnen voeren.