Achtergrond + randvoorwaarden

Wanneer sprake is van een infectieziekte of dragerschap met een BRMO bij een individuele patiënt zijn, naast de algemene infectiepreventiemaatregelen, specifieke infectiepreventiemaatregelen nodig. Het gaat hierbij om infectiepreventiemaatregelen die zijn afgestemd op de betreffende verwekker. Vastleggen van de verantwoordelijkheden en taken op het gebied van specifiek infectiepreventiebeleid zal bijdragen aan snel en adequaat handelen door alle betrokken disciplines wanneer dit nodig is. Op die manier kan verdere verspreiding van de specifieke verwekker zo goed mogelijk worden tegengegaan. Specifieke infectiepreventiemaatregelen worden toegepast bij individuele gevallen en tijdens een uitbraak (zie Uitbraakbeleid). In dit hoofdstuk gaat het om specifieke maatregelen bij individuele gevallen.

Het bestuur draagt zorg voor de volgende randvoorwaarden:

  • Vastgestelde organisatie-gebonden protocollen, afgeleid van landelijke richtlijnen, over de veel voorkomende verwekkers (zoals BRMO, MRSA, norovirus en influenza).

  • Een organisatie-gebonden procedure tot inventarisatie van aanwezigheid van BRMO bij opname (afgeleid van landelijke richtlijnen).

  • Structureel kan een beroep gedaan worden op een deskundige infectiepreventie en arts-microbioloog.

  • Ondersteunende diensten hebben voldoende kennis voor het uitvoeren van specifieke infectiepreventiemaatregelen.

  • Een veilig klimaat voor alle professionals om elkaar aan te spreken op naleving van de specifieke infectiepreventiemaatregelen.

  • Voldoende en adequate materialen zijn aanwezig om de, conform landelijke richtlijnen benodigde, diagnostiek en specifieke infectiepreventiemaatregelen uit te voeren.

  • Een goed functionerende infectiepreventiecommissie is aanwezig.

  • Voldoende tijd en bevoegdheden voor de specialist ouderengeneeskunde om de verantwoordelijkheden en taken uit te kunnen voeren.