Reactie op artikel ‘Physician Assistants en Verpleegkundig Specialisten in verpleeghuizen'
Een studie naar kansen, belemmeringen en effecten
Dit artikel beschrijft uitkomsten van een in 2017 gepubliceerd onderzoek naar de inzet verpleegkundig specialisten (VS'en) en physician assistants (PA’s) in verpleeghuizen. Omdat taakherschikking met VS’en en PA’s een belangrijk aandachtspunt en soms ook een knelpunt oplevert voor specialisten ouderengeneeskunde, heeft Verenso behoefte om de context en perceptie van de specialist ouderengeneeskunde hierbij te schetsen.
Sommige specialisten ouderengeneeskunde hebben al relatief lang ervaring met het inzetten en soms ook met het opleiden van VS’en en/of PA’s, andere hebben nog geen ervaring met het werken met deze disciplines. In het artikel en de onderliggende studie is te lezen dat de implementatie van taakherschikking en de zelfstandige bevoegdheid van VS'en en PA’s in de ouderenzorg maar langzaam en onvolledig van de grond komt en dat het potentieel niet optimaal benut wordt. Er worden factoren aangewezen die hierbij een rol spelen. Genoemd worden: te weinig bekendheid met de functies VS en PA; te weinig kennis van de juridische kant van hun zelfstandige bevoegdheid maar ook de beperkte juridische mogelijkheden voor bijvoorbeeld het doen van bereikbaarheidsdiensten; het ontbreken van een visie op taakherschikking en de hiervoor benodigde randvoorwaarden; de terughoudendheid bij managers, specialisten ouderengeneeskunde en bij Verenso als beroepsvereniging.
Om op dat laatste in te gaan: Verenso denkt dat geslaagde taakherschikking door inzet van VS en PA een belangrijk middel is om bij de gegeven demografische ontwikkelingen kwaliteit en doelmatigheid in de ouderenzorg/ouderengeneeskunde te helpen borgen. Daarbij moeten de zorgvuldigheidseisen die specialisten ouderengeneeskunde - vanuit hun al dan niet formele verantwoordelijkheid - stellen aan het verantwoord en veilig inrichten van de medische zorg zeer serieus genomen worden. In het artikel wordt aangegeven dat VS en PA door hun zelfstandige bevoegdheid en eigen verantwoordelijkheid in het indiceren en uitvoeren van medische zorg geen supervisie en/of begeleiding hoeven te krijgen van een specialist ouderengeneeskunde. Dat klopt, mits is voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo worden aan het mogen uitvoeren van voorbehouden handelingen de voorwaarden gesteld dat zij beperkt complex, beperkt risicovol, routinematig/geprotocolleerd zijn en binnen het deskundigheidsgebied van de zelfstandig bevoegde liggen.
Een heikel punt voor specialisten ouderengeneeskunde is hoe complexiteit in de ouderenzorg gewogen moet worden. Met het constateren dat (voorbehouden) handelingen beperkt complex moeten zijn, lossen we dat probleem niet op. De complexiteit zit in de patiënt, in de diagnose, in de indicatiestelling. Bij specialisten ouderengeneeskunde leeft de vraag hoe in dit generalistische veld, waarin er sprake is van multi- en comorbiditeit en atypische presentatie van aandoeningen, samen met VS of PA met een specifiek deskundigheidsgebied, herkenning en onderkenning van de aanwezige complexiteit geborgd kan worden.
De voorwaarden rond de zelfstandige bevoegdheid van VS en PA zijn er niet voor niets, maar zijn niet altijd terug te horen of te lezen als het over taakherschikking gaat. Veel specialisten ouderengeneeskunde geven aan dat het lastig is om de voorwaarden te concretiseren in goede samenwerkingsafspraken op de werkvloer. In deze praktijk komt men regelmatig onduidelijkheden, ‘grijze gebieden’ en dilemma’s tegen en dat wordt ook herkend door VS’en en PA’s. Vragen als ‘Wie is precies waarvoor verantwoordelijk’ en ‘Wie houdt het overzicht?’ zijn niet eenvoudig te beantwoorden. Ondanks de schijnbaar harde juridische inbedding van VS en PA, zijn er nog veel samenwerkingsvragen. Dat lijkt te passen bij de constatering augustus vorig jaar tijdens het congres ‘Taakherschikking in de Nederlandse gezondheidszorg’ dat taakherschikking een sociale innovatie en strategie is.
Een werkzame taakherschikking zal door de verschillende disciplines gezamenlijk moeten worden vormgegeven. Het is daarbij belangrijk om samenwerkingsafspraken te formuleren die recht doen aan expertise en competenties, maar die ook de grenzen daarbij respecteren. Door verschillen in vooropleiding, ervaring en specialisatie is er een grote diversiteit in competenties van individuele VS’en en PA’s, wat vraagt om samenwerkingsafspraken op maat. Voor maatwerk zal ook het verschil in opleiding en expertise tussen specialist ouderengeneeskunde, VS en PA aan bod moeten komen. Dit blijkt geen gemakkelijk gespreksonderwerp, maar moet misschien juist daaróm meegenomen worden in de dialoog.
Eind mei 2019 heeft de werkgroep ‘Samenwerkingsafspraken Taakherschikking Ouderenzorg’ die gevormd wordt door vertegenwoordigers van de landelijke beroepsverenigingen Verenso, V&VN VS en NAPA haar eerste bijeenkomst gehad. Deze vormde een goede basis voor het gezamenlijk inventariseren van relevante thema’s en voor het formuleren van op de praktijk gebaseerde afspraken voor lokale en regionale samenwerking van specialisten ouderengeneeskunde met VS’en en met PA’s in het verpleeghuis, in de eerstelijn en op andere plekken waar kwetsbare ouderen zich bevinden.
Auteur
- P.E. le Rütte, beleidsmedewerker Verenso, projectleider Samenwerkingsafspraken taakherschikking