Estafette ... Martine Bochove
In de Estafette interviewen we enthousiaste specialisten ouderengeneeskunde en aios ouderengeneeskunde. Dit is de tweede editie, nu met Martine Bochove. Zij kreeg het estafettestokje overgedragen van Marianne Vos.
Martine Bochove is specialist ouderengeneeskunde sinds 2007 en kaderarts GRZ en werkt bij Aafje in Rotterdam.
1. Hoe kwam je voor het eerst in aanraking met de ouderengeneeskunde?
Ik zat in een diep gat. Ik had als anios gewerkt in de chirurgie, orthopedie, cardiologie en op de SEH, maar ik kwam erachter dat ik behoefte had aan meer verdieping in mijn patiëntencontact. Daarnaast merkte ik dat ik begaan was met mensen die orthopedisch ontslagen werden maar nog een heleboel andere redenen hadden om niet naar huis te kunnen. Ik dacht dat er dus maar één optie was en begon aan de huisartsenopleiding. Het werk ging mij goed af, maar het was mij te solistisch en te traag. Ik werd niet gelukkig en ben halverwege gestopt met de opleiding. Lichtelijk wanhopig omdat ik dacht dat er niks ‘geschikts’ voor mij was, heb ik een basisartsenbaan aangenomen in het verpleeghuis. Daar kreeg ik de toen Wlz 9A’ers (voorloper van de GRZ) onder mijn hoede en een stuk chronische PG. Dit bleek mijn maatpak: generalistisch, holistisch, praktisch, teamwerk, tempo en patiëntencontact dat niet te lang en niet te kort is. Ik ben nooit meer weggegaan.
2. Welke patiënt zal je altijd bijblijven?
Mijn eerste euthanasie, net een paar maanden nadat ik de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde had afgerond. Maanden deed ik erover om met een relatief jonge, mentaal minder begaafde vrouw met gemetastaseerd darmcarcinoom een invoelbare relatie op te bouwen, zonder haar woorden in de mond te leggen. Hier was een handboek ‘Euthanasie voor beginners’ wel zo handig geweest. Op de dag dat we de knoop doorhakten was ze zo blij, dat ze de hele afdeling ging vertellen dat ze volgende week ‘een spuitje’ zou krijgen.
3. Hoe zie je de toekomst van de ouderengeneeskunde?
Ik hoop dat onze landelijke beleidsmakers, fitte 40’ers en 50’ers, gaan beseffen dat gezondheid maar voor een klein gedeelte afhangt van de gezondheidszorg. Het sociale aspect, je nuttig blijven voelen voor je familie, voor je vereniging of buurvrouw, is veel belangrijker. Langer zelfstandig wonen ‘in je eentje’ zal vooral eenzaamheid en depressie opleveren en geen besparing op de lange termijn. Ik hoop dat het verzorgingshuis terugkeert, in wat voor vorm dan ook. Daar zit namelijk de besparing. Ik luister tenenkrommend naar alle initiatieven die bedacht worden voor de oudere patiënt die tijdelijk niet thuis kan wonen vanwege verwardheid door een urineweginfectie. Dit werd in het verzorgingshuis meestal prima opgevangen en scheelde veel ziekenhuisopnames en herstel- of revalidatieopnames.
4. Als je geen geneeskunde had gestudeerd, wat dan wel?
Dan zou ik diergeneeskunde hebben gestudeerd. Die gedachte is lang blijven knagen. Om mezelf niets kwalijk te kunnen nemen op latere leeftijd, heb ik tijdens mijn geneeskundestudie nog meegeloot voor diergeneeskunde. Ik werd uitgeloot; daarmee had ik vrede met mijn toenmalige keuze voor geneeskunde en kon ik het loslaten.
5. Hoe kijk je zelf aan tegen het ouder worden?
Werken met ouderen heeft me een hoop geleerd over hoe ik ouder wil worden en in het leven wil staan. Vooral de balans vinden tussen zinvol werk doen en je sociale leven is belangrijk. Er is in mijn carrière nog nooit iemand geweest die op latere leeftijd trots was op het feit dat hij of zij alleen maar heel hard gewerkt had. Er is juist vaak spijt dat er te weinig tijd was voor het gezin of andere mensen waar je van houdt. Ook dingen doen waar je zelf gelukkig van wordt, maken je ‘heel’. Af en toe ‘me-time’ nemen, los van mijn gezin, houdt me gezond. Ik heb een eigen paard waarmee ik met paardrijdvriendinnen dagtochten maak op de Veluwe. Mijn gezin heeft niks met paarden, maar ze begrijpen dat dit voor mij heel belangrijk is. Met het ouder worden komt het besef dat gelukkig-zijn niet afhangt van geld, maar van je nuttig en geliefd voelen op welk vlak dan ook.
Ik geef het stokje door aan…
Marlies Veldhuijzen van Zanten, omdat zij mijn mentor was tijdens mijn opleiding tot specialist ouderengeneeskunde aan de VU. Zij heeft het vak van specialist ouderengeneeskunde voor mij bevestigd met haar duidelijke kadering, praktische instelling en humor.