Van de gastredactie
Geriatrische revalidatie bij chronische aandoeningen
Leonoor van Dam van Isselt, Aafke de Groot
Praktijkinnovatie en onderzoek in het domein van de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) hebben zich de afgelopen jaren vooral gericht op drie hoofdgroepen van revalidanten. Het meest is bekend over patiënten met een infarct of hersenbloeding, patiënten met fracturen of andere ongevalsletsels en over patiënten die revalideren na electieve orthopedische ingrepen. De vierde en meest heterogene groep revalidanten, de patiënten met ‘overige aandoeningen’, is minder in beeld. Dit themanummer van Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde is daarom helemaal gewijd aan geriatrische revalidatiezorg voor patiënten die (plotseling) achteruitgaan ten gevolge van chronische, progressieve aandoeningen.
Deze groep patiënten is groeiend en omvat ongeveer één derde van de patiëntenpopulatie opgenomen binnen de GRZ. Bovendien is het de verwachting dat het aantal ouderen met chronische (progressieve) ziekten de komende jaren sterk zal stijgen en daarmee ook het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van acute verergeringen van deze ziekten.
Romke van Balen pleit in zijn review over ‘algemene geriatrische revalidatie’ voor het uitlichten van de groepen COPD en hartfalen, als het gaat om revalidatieprogramma’s. Door deze uit de restgroep ‘overigen’ te lichten, ontstaat ruimte voor ontwikkeling van kennis en deskundigheid. Het onderzoek naar het effect van GRZ voor patiënten met ernstig COPD en de review over inspanningsprogramma’s bij hartfalen zijn daar voorbeelden van.
Revalidanten met chronische aandoeningen ondervinden problemen op het gebied van functiebehoud, maar ook op andere domeinen en zij hebben naast revalidatiedoelen ook palliatieve zorgvragen. Integratie van palliatieve zorg en revalidatie, met bijvoorbeeld aandacht voor adequate symptoomcontrole en advance care planning, is bij deze patiënten van grote betekenis. De werkvloer van de GRZ lijkt bij uitstek een setting waar deze verschillende zorgoriëntaties geïntegreerd moeten worden in het behandelplan.
Het toepassen van technische innovaties binnen de GRZ krijgt ook aandacht in dit nummer. Een innovatief meetinstrument als de activiteitenmonitor kan niet alleen worden ingezet in het kader van training en functieherstel, maar ook ter verbetering van het zelfmanagement. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat wijons in behandelprogramma’s teveel richten op de fysieke capaciteit (wat zou de revalidant kunnen) in plaats van op de fysieke activiteit (wat doet de revalidant daadwerkelijk). Revalideren bij een chronische aandoening stelt motivatie en zelfmanagement indringend aan de orde. Motiverende gespreksvoering zou daartoe een instrument kunnen zijn, te gebruiken door professionals en door teams. U leest er meer over in dit nummer.
De GRZ heeft zich in het laatste decennium krachtig ontwikkeld. Het implementeren en (wetenschappelijk) evalueren van doelgroep-specifieke revalidatieprogramma’s is daar onderdeel van. In dit nummer wordt veel aandacht gegeven aan zorgpaden en zorgprogramma’s, bijvoorbeeld in de oncologische revalidatie, de COPD revalidatie en de (ambulante!) Parkinsonrevalidatie.
De redactie heeft getracht in dit themanummer een overzicht te geven van de wetenschappelijke inzichten en de huidige praktijk op het gebied van de GRZ voor patiënten met chronische progressieve aandoeningen in Nederland. Door dit beeld te schetsen wordt duidelijk waar onbeantwoorde vragen liggen en wat ons de komende jaren te doen staat als het gaat om het verder ontwikkelen van revalidatie voor deze patiëntengroepen. Wij nodigen u uit om op de artikelen in dit nummer te reageren en wensen u leesplezier en inspiratie toe.
Auteur(s)
- Eléonore F. van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde, afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde LUMC / Zorggroep Solis, Deventer
- A.J. de Groot, Vivium Naarderheem, Naarden, EMGO+ , afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde, VUmc Amsterdam