
Verenso en NVAVG brengen samen met een groot aantal veldpartijen voorlopig advies uit over verbetering Wet zorg en dwang
15 september 2022
Een brede coalitie van 17 beroepsverenigingen, cliëntenorganisaties en brancheorganisaties uit de ouderenzorg en gehandicaptenzorg heeft overeenstemming bereikt over een voorlopig advies ter verbetering van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het is bestemd voor de minister voor Langdurige zorg Conny Helder en kreeg de titel ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ mee. De minister liet bij voorbaat weten dat zij een breed gedragen advies zwaar zal laten meewegen bij de besluitvorming over wijziging van de Wzd. Ook Verenso en NVAVG hebben deelgenomen en zagen haar inzet over het versoepelen van het stappenplan en meer ruimte voor de professional beloond. Verenso en NVAVG zijn dan ook blij met het breed gedragen eindresultaat.
Maatwerk
Het voorlopige advies spitst zich toe op de procedure die gevolgd moet worden als een cliënt zich verzet tegen onvrijwillige zorg in het zorgplan. Die zorg kan noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de cliënt zichzelf of anderen ernstig benadeelt. De veldpartijen stellen voor deze procedure – het zogeheten stappenplan – te wijzigen, zodat meer ruimte ontstaat om individuele keuzes te maken. Bijvoorbeeld door per cliënt te bepalen wanneer beoordeeld wordt of het noodzakelijk is de periode waarin onvrijwillige zorg wordt verleend te verlengen. De huidige eerste evaluatietermijn van drie maanden, zal volgens het voorlopige advies verdwijnen als verplicht evaluatiemoment en alleen in uitzonderingsgevallen van toepassing zijn. Wel blijft ongewijzigd dat altijd uiterlijk binnen zes maanden een evaluatie moet volgen over de noodzaak om onvrijwillige zorg voort te zetten. Die termijn van zes maanden sluit aan bij de termijn die toch al gehanteerd wordt voor het evalueren van alle zorgplannen en sluit dus aan bij de standaard werkwijze in praktijk, waardoor overbodige of onnodige administratieve belasting voor zorgprofessionals op dit punt wordt afgeschaft. Ook krijgen zorgorganisaties samen met professionals meer ruimte om keuzes te maken bij de inzet van deskundigen. Raadpleging van deskundigen is nodig, zowel bij het opnemen van onvrijwillige zorg in het zorgplan als bij de afweging die wordt gemaakt als besloten wordt over verlenging van de onvrijwillige zorgverlening.
In dialoog
Om maatwerk te kunnen leveren, is de dialoog tussen zorgverlener en de cliënt en zijn vertegenwoordiger essentieel. Om de positie van de cliënt en zijn vertegenwoordiger in die dialoog te versterken, stellen de veldpartijen onder andere voor om de cliënt en zijn vertegenwoordiger de mogelijkheid te geven een second opinion te vragen. Ook stellen de veldpartijen voor de cliënt en zijn vertegenwoordiger de mogelijkheid om zélf het initiatief te nemen om ter discussie te stellen of voortzetting van onvrijwillige zorgverlening noodzakelijk is. De veldpartijen adviseren bovendien om al bij de voorbereiding van de evaluatie van het zorgplan de cliënt en zijn vertegenwoordiger gelegenheid te geven een rol te spelen. Bijvoorbeeld door aan te geven hoe je onvrijwillige zorg kunt voorkomen. In de aanbiedingsbrief van het voorlopig advies aan de minister wordt hierbij op verzoek van Verenso en NVAVG vermeld en benadrukt dat naast deze rol voor de cliënt en vertegenwoordiger onderling overleg tussen zorgverleners over de aan cliënt te verlenen -onvrijwillige- zorg, in ons geval onderling overleg tussen specialist ouderengeneeskunde en andere betrokken zorgverleners, van essentieel belang is en blijft voor de kwaliteit van zorg.
Veldpartijen
Het voorlopige advies ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ is onderschreven door:
- de cliëntenorganisaties LOC, Ieder(in), LSR, KansPlus en Alzheimer Nederland;
- de beroepsverenigingen Verenso, NVAVG, V&VN, NVO en NIP;
- de brancheorganisaties ActiZ, VGN en een coalitie van aanbieders van kleinschalige zorg, bestaande uit: Zorgthuisnl, de Federatie Landbouw en Zorg, BVKZ, SPOT en SOLO Partners.
Dat het advies van de veldpartijen een voorlopig advies is, heeft als reden dat de veldpartijen het eindrapport van de evaluatie Wvggz/Wzd willen afwachten voordat zij een definitief besluit nemen over hun advies. Dit evaluatierapport wordt in de loop van dit najaar verwacht.
Meer informatie: Roy Knuiman