Gisteren vond het commissiedebat over de ouderenzorg plaats, waarbij minister Agema en staatssecretaris Maeijer aanwezig waren. Tijdens dit debat kwamen diverse punten terug uit de gemeenschappelijke brief die de LHV en Verenso in aanloop naar dit debat verstuurden.
Tijdens het commissiedebat over de ouderenzorg werd diverse keren ingegaan op de essentiële punten uit de inbreng van Verenso en de LHV. Zo stelde Agnes Joseph van NSC meerdere vragen naar aanleiding van de inzet van de specialist ouderengeneeskunde. Er werd gevraagd naar de inzet van de specialist ouderengeneeskunde thuis, de wet- en regelgeving voor kleinschalige woonvormen en de inzet om Wlz voor geclusterd wonen in te zetten versus de Zvw thuis.
Regiebehandelaarschap
Elke Slagt-Tichelman van GroenLinks-PvdA vroeg naar aanleiding van de eerder aangenomen motie naar de status van de specialist ouderengeneeskunde als regiebehandelaar. Ze riep op om werk te maken van het regiebehandelaarschap van de specialist ouderengeneeskunde buiten het verpleeghuis. Zorgverzekeraars kopen niet in, terwijl er al wel een betaaltitel is voor medebehandelaarschap. Ze vroeg welke acties het kabinet hierop gaat ondernemen.
De staatssecretaris gaf aan dat ze het ook belangrijk vond dat de specialist ouderengeneeskunde thuis regiebehandelaar kan zijn. Ze verwees vervolgens naar de nieuwe betaaltitel per 1 januari 2025. Elke Slagt gaf daarop terecht aan dat er dan sprake is van trajectbekostiging en medebehandeling maar nog niet van het (onbeperkt) kunnen overnemen van de regie. De staatssecretaris beloofde bij de NZA na te vragen hoe het zit en komt hierop terug in een kamerbrief.
Regelgeving kleinschalige woonvormen
Op de vraag over regelgeving voor kleinschalige woonzorgvormen reageerde de minister dat dit niet nodig is. In haar opinie gaat het over woonhuizen en is dit iets geheel anders dan verpleeghuizen. Een vergunning acht zij daarom onnodig. De NSC heeft de minister gevraagd of zij met de LHV en Verenso hierover in gesprek wil gaan.