Resultaten Verenso enquête COVID-19

21 augustus 2020

Dinsdag 18 augustus heeft Verenso via de nieuwsbrief een enquête verspreid onder de leden. Doel was om kort informatie op te halen m.b.t. COVID-19. Wat gaat er goed en wat kan er beter in de voorbereidig op een eventuele tweede golf?

Binnen één dag werd de enquête door 94 leden ingevuld. De respondenten gaven een opvallend hoge score voor het contact tussen vakgroep en bestuur inzake COVID-19. Maar liefst 89% is het eens of helemaal eens dat dit contact goed is. COVID-19 lijkt in veel gevallen de mogelijkheid te hebben geboden aan specialisten ouderengeneeskunde om aan tafel te komen bij de bestuurder van de instelling. Ook geeft maar liefst 86% aan dat er vanuit de instelling goed contact is met de Ro(n)az. Opvallend lager scoort het contact met de GGD (63%) en het ABR-netwerk (53%). Bij de GGD lijkt het ervaren contact afhankelijk van de regio; traagheid van de beschikbaarheid van uitslagen wordt veel genoemd als een probleem. Voor het ABR-netwerk geldt dat respondenten aangeven niet altijd te weten waar dit voor staat.

64% van de respondenten geeft aan zich goed toegerust te achten om lokaal COVID-19-beleid te maken. De rode draad in de open antwoorden is tweeledig. Enerzijds wordt het gebrekkige contact met de GGD genoemd. Anderzijds het feit dat niet iedere specialist ouderengeneeskunde hier een taak voor zichzelf ziet weggelegd. Als Verenso willen we aangeven dat het belangrijk is dat niet alleen een bestuurder contacten heeft met de GGD, Ro(n)az of met de veiligheidsregio, maar dat het enorm belangrijk is dat er ook een specialist ouderengeneeskunde aanschuift. En dat een specialist ouderengeneeskunde een belangrijke rol heeft in het maken van COVID-19- beleid is wat ons betreft vanzelfsprekend. En mocht een collega zitting hebben in het uitbraakteam, zorg dan wel dat je op de hoogte bent van hetgeen daar wordt besloten.

Minder respondenten (47%) geven aan goed toegerust te zijn voor een eventuele tweede golf. Uit de open antwoorden blijken grote zorgen over het beschikbaar zijn van voldoende personeel. Personeel is nog moe, nog niet uitgerust genoeg. Ook zijn er zorgen over de aanwezigheid van voldoende PBM. Beide thema’s zullen we als Verenso uiteraard bespreken met o.a. ActiZ, V&VN en VWS. Van belang is ook om als specialist ouderengeneeskunde zelf deze signalen met de bestuurder van de eigen instelling te bespreken.
 
Tenslotte blijkt er wisselend om te worden gegaan met het preventief gebruik van neusmondmaskers. 34% van de respondenten gebruikt altijd preventief neusmondmaskers (ook als er geen uitbraak is); 27% doet dit alleen afhankelijk van regionale verheffing en 28% kent in de lokale beleidsplannen geen vorm van preventief neusmondmaskergebruik. Als het gaat om het aanvragen van testen van bewoners, ervaart 87% geen problemen. Als het gaat om het aanvragen van testen van medewerkers, dan ligt deze taak veelal niet bij de specialist ouderengeneeskunde. Het zicht hierop is dan ook beperkter. Zorgen zijn er wel over het opvolgen van quarantaine-adviezen door zorgmedewerkers. Slechts 45% van de respondenten denkt dat deze goed worden opgevolgd. Ook hierover zal Verenso het gesprek aangaan met ActiZ.

Meer informatie: Nanda Hauet