De richtlijn virale luchtweginfecties is een gezamenlijk product van Verenso en NVAVG binnen het programma RAILZ. Eind dit jaar wordt de publicatie verwacht. Op dit moment is de werkgroep druk aan de slag. Voorzitter Cees Hertogh, emeritus hoogleraar ouderengeneeskunde, en vice-voorzitter Loes van Keimpema, arts VG, vertellen over de stand van zaken.
Wat is het doel van de richtlijn?
Cees: “We willen het werkveld – de langdurige zorg – beter sensibiliseren en artsen toerusten voor wanneer er een uitbraak van een virale luchtweginfectie is. En we willen helder uiteenzetten welke afwegingen je dan kunt maken. We hopen dat artsen door de richtlijn virale luchtweginfecties beter in staat zijn om hun werk te doen met kennis en plezier.”
In welke fase is het proces van richtlijnontwikkeling?
Loes: “Op dit moment is het literatuuronderzoek gaande. We hebben binnen de werkgroep de uitgangsvragen opgesteld voor dit onderzoek, dat nu is uitbesteed aan een literatuuronderzoeker. Daarbij weten we al dat het zeer waarschijnlijk niet zal lukken om voor alle uitgangsvragen geschikte wetenschappelijke literatuur te vinden. Dat komt omdat er simpelweg nog weinig onderzoek is verricht in de ouderenzorg en de zorg voor verstandelijk gehandicapten als het gaat om de virussen die luchtweginfecties veroorzaken. Om antwoorden te vinden op onze uitgangsvragen zullen we daarom ook gebruik maken van expert opinion en ook van veldraadpleging. Ik verwacht wel dat dit enige vertraging zal opleveren omdat dit extra tijd kost.”
Wat is het motief voor een gezamenlijke richtlijn?
Cees: “Artsen VG en specialisten ouderengeneeskunde werken beiden in de langdurige zorg, in een setting waar patiënten veelal geïnstitutionaliseerd zijn en er verhoogde risico’s zijn bij luchtweginfecties. Een overeenkomst is ook dat beide doelgroepen vaak cognitief minder sterk zijn. Maar: er zijn ook belangrijke verschillen tussen de doelgroep van kwetsbare ouderen en mensen met een verstandelijke beperking is, bijvoorbeeld wat betreft leeftijd en diagnoses.
Het is dus zaak om heel goed af te bakenen. Wat doen we samen en waarop verschillen we? Het kan zijn dat die verschillen mogelijk leiden tot verschillende antwoorden op de uitgangsvragen.”
Met welke uitdaging hebben jullie nog meer te maken?
Loes: “We maken een richtlijn voor artsen VG én specialisten ouderengeneeskunde. Als werkgroep moeten we goed bewaken dat beide beroepsgroepen goed tot hun recht komen. De richtlijn moet geen compromis worden, maar een sterk gemeenschappelijk product voor de langdurige zorg. Dat is een spannend proces, waarbij de bureaumedewerkers van NVAVG en Verenso penvoerder zijn. Ik kijk uit naar ons resultaat!”
Wat is jullie persoonlijke drijfveer om mee te doen aan het ontwikkelen van deze richtlijn?
Loes: “Ik heb nog geen bijzondere betrokkenheid op dit onderwerp, maar ik wilde graag bijdragen aan een richtlijn en zien hoe dat proces in zijn werk gaat. Ik ben benaderd om vice-voorzitter te worden. In het verleden ben ik gepromoveerd en ik vind het leuk om weer op een meer overstijgende, wetenschappelijke manier aan de slag te gaan.”
Cees: “Als hoogleraar was infectiepreventie een van ‘mijn’ onderwerpen. Tijdens de covid-pandemie was ik dan ook lid van het nationale outbreak mangement team. Virale luchtweginfecties waren lang een soort onontgonnen terrein. Dat er sinds de covid-pandemie onderzoek wordt gedaan bij de doelgroep kwetsbare ouderen, is een belangrijke stap voorwaarts. Nu is het onderwerp virale luchtweginfecties ‘hot’! We zien dat betere diagnostiek besmetting kan voorkomen. Ik hoop dat de nieuwe richtlijn hier ook aan mag bijdragen.”
Binnen het programma Richtlijnen voor Artsen In de Langdurige Zorg (RAILZ) ontwikkelen we monodisciplinaire richtlijnen en handreikingen voor de artsen in de langdurige zorg: specialisten ouderengeneeskunde en artsen VG. In dit programma trekken Verenso en de NVAVG samen op. We ontvangen subsidie van het ministerie van VWS voor de ontwikkeling, publicatie en implementatie van richtlijnen en handreikingen.