De krachten bundelen voor geriatrische revalidatie
Samenwerking binnen het Consortium geriatrische revalidatie
Lizette Wattel, Anne Lee Edens, Yvonne Lensink
Sinds 2015 werken Verenso, ActiZ en onderzoekers uit het veld van de geriatrische revalidatie samen onder de naam Consortium geriatrische revalidatie. Het doel van deze samenwerking is het verder ontwikkelen van de geriatrische revalidatiezorg (GRZ). Het consortium maakt dat mogelijk door onderzoek, praktijkontwikkeling en initiatieven op het gebied van GRZ met elkaar te verbinden.
Onderzoeksconsortium
Het Consortium geriatrische revalidatie begon als onderzoeksconsortium met GRZ-onderzoekers uit Leiden, Maastricht en Amsterdam. In de aanloop naar de overheveling van de GRZ naar de Zorgverzekeringswet bundelden deze onderzoekers hun krachten om samen onderzoek te doen naar de proeftuinen Geriatrische Revalidatie. In dit SINGER-onderzoek werd onderzocht welke nieuwe zorgtrajecten binnen de proeftuinen ontstonden, hoe cliënten en mantelzorgers het zorgtraject ervoeren en wat het effect van deze nieuwe zorgtrajecten was op het functioneren en de kwaliteit van leven van cliënten én op de belasting van hun mantelzorgers. De onderzoekers van het Consortium ontwikkelden tegelijkertijd ook de Leidraad Geriatrische Revalidatie, een instrument voor het bevorderen van samenhangende en doelmatige GRZ die aansluit bij behoeften en wensen van de cliënten en hun naasten. In de Leidraad staan aanbevelingen over vijf grote thema’s binnen de GRZ: planning & capaciteit, ketenzorg, zorgtrajecten, therapeutisch klimaat en innovatie. Dit document is in de jaren nadien richtinggevend geweest bij het inrichten en verder ontwikkelen van de GRZ.
Uitbreiding naar een breder Consortium
In 2015 zocht ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties, contact met leden van het Consortium geriatrische revalidatie. Het doel was om, samen met Verenso, een onderzoeksagenda op te stellen voor de Geriatrische Revalidatie. Door gezamenlijk met het veld de belangrijkste onderzoeksthema’s te vast te stellen werd de focus van het wetenschappelijk onderzoek bepaald. Dat is nog steeds terug te zien in de onderzoeken die worden uitgevoerd binnen de Nederlandse GRZ. Er zijn zeven hoofdthema’s vastgesteld door een brede groep deskundigen en belanghebbenden uit de GRZ zelf, uit de keten en vanuit financiers van GRZ. Deze samenwerking is omgezet naar een blijvend Consortium. Inmiddels zijn ook onderzoekers van de Universiteit van Tilburg aangehaakt.
Figuur 1. Ontwikkelingen Consortium Geriatrische revalidatie
Nieuwe ontwikkelingen: kwaliteit als thema binnen het Consortium
De overheveling van de GRZ naar de Zorgverzekeringswet in 2013 was een ingrijpende wijziging die heeft geleid tot verbetering van de efficiëntie en van de kwaliteit van GRZ. Maar de wereld rondom de GRZ is niet stil blijven staan. Er zijn kwaliteitskaders ontwikkeld waarin is uitgewerkt wat cliënten en hun naasten mogen verwachten van zorg in het verpleeghuis en in de wijkverpleging. Voor kwaliteit binnen de GRZ ontbreekt vooralsnog een landelijk kader. Voor het Consortium is dit aanleiding voor een nieuw project waarin we een gezamenlijke kwaliteitsagenda ontwikkelen. Hierin wordt een breed gedragen visie op kwaliteitseisen van GRZ en de daaruit voortvloeiende randvoorwaarden beschreven om goede GRZ te kunnen bieden. Tevens wordt in deze kwaliteitsagenda beschreven hoe wetenschappelijk onderzoek kan bijdragen aan kwaliteit van GRZ.
Een belangrijk onderwerp binnen het thema kwaliteit is het stroomlijnen van beschrijvingen van goede zorg. Er is een grote variatie aan zorgpaden, zorgprogramma’s en procesbeschrijvingen. Deze lokale diversiteit en de ontwikkelingen binnen de GRZ en eerstelijnsverblijf (ELV) maken dat er behoefte is aan eenduidige beschrijvingen van wat goede zorg is. Het Consortium zal de komende tijd - met een ZonMw-subsidie - onderzoeken welke thema’s vanuit de praktijk van belang zijn binnen GRZ en ELV. In mei startte deze zogenaamde programmeringsstudie, waarvan de uitkomst een ontwikkelagenda zal zijn. Welke standaarden zijn er nodig? Welke moeten er het eerst worden ontwikkeld? En welke noodzakelijke kennis ontbreekt er nog? Bij de beantwoording van deze vragen worden veel partijen betrokken die een rol spelen bij GRZ en ELV, zoals ouderen- en patiëntenorganisaties, zorgprofessionals, bestuurders, onderzoekers, zorgverzekeraars en beroepsverenigingen. De vragen worden niet alleen beantwoord door literatuur-/ documentenonderzoek, maar ook door consensusbijeenkomsten met experts en belanghebbenden.
Deelnemers aan het Consortium Geriatrische Revalidatie
Verenso Mathieu Prevoo , Yvonne Lensink, Anne-Marie Donselaar
namens kaderartsen GRZ
ActiZ Ronald Schmidt (voorzitter), Marianne Schlösser, Anne Lee Edens
Amsterdam UMC Cees Hertogh, Aafke de Groot, Lizette Wattel
LUMC Wilco Achterberg, Romke van Balen, Arno Doornebosch
Universiteit van Maastricht Jos Schols, Jolanda van Haastregt
Universiteit van Tilburg Meriam Janssen
Auteurs
- E.M. (Lizette) Wattel MSc, coördinator UNO Amsterdam, afdeling Ouderengeneeskunde Amsterdam UMC, locatie VUmc
- A. (Anne Lee) Edens Msc, beleidsadviseur ActiZ, Revalidatie & Herstel
- M.A. (Yvonne) Lensink, beleidsadviseur Verenso