Auteurs: Ingrid van Delft
Uitgever: Ambo/Anthos
Verschenen: 2013
Aantal pagina’s: 207
ISBN: 978 904 141 030 6
Prijs: € 19,95
Elke specialist ouderengeneeskunde weet hoe het kan zijn om met bewoners met een dementie in gesprek te gaan. Soms gaat het verrassend goed, soms gaat het helemaal niet en vaak zit het er ergens tussenin. Fatische stoornissen, geheugenverlies en begripsverlies staan in de weg van een soepele en begrijpelijke conversatie. Hoe de taal van dementie er dan uit komt te zien laat schrijver Ingrid van Delft prachtig zien in haar auto- en biografische boekje ‘Wanneer gaat hier de tijd voorbij’.
Vooral de hoofdstukjes waarin zij vertelt over haar man en hem aan het woord laat, illustreren heel letterlijk de wanhoop over de vaak onoverbrugbare kloof tussen uitdrukking en bedoeling. Wanneer Van Delft haar man naar het verpleeghuis heeft gebracht ontmoet ze daar ook de andere bewoners. Ze besluit ook met deze andere bewoners gesprekken te gaan voeren, die ze uiteindelijke uitwerkt tot een aantal verhalen in haar boek.
Verhalen in de taal van dementie, vaak over het verleden, over hun jeugd, hun werk, hun idealen en hun trots. Regelmatig ook over het heden, over opgesloten zijn, de zoektocht naar woorden, naar overzicht of naar huis, maar ook over dat het goed is zoals het is. Uit de opgetekende verhalen spreekt vooral het genoegen van het vertellen. Van Delft geeft haar interviewers ruimte om op hun leven terug te kijken, waarbij ook prachtige en betekenisvolle poëtische taal ontstaat. Dat het niet altijd duidelijk is wat ze nu precies bedoelen, is dan ineens niet meer altijd het belangrijkste. De kracht van het boekje zit vooral in de zorgvuldig vastgelegde aandacht voor al die individuele levens.
Mooi om te lezen voor wie van taal houdt, en voor wie wat langer stil wil staan bij de verhalen van mensen met dementie, in de dagelijkse geneeskundige praktijk is daar immers nauwelijks ruimte voor. Of nemen we die te weinig? Met een voorwoord van Bert Keizer, in de beeldspraak die zo karakteristiek voor hem is.
Auteur(s)
- Drs. Jacobien F. Erbrink, specialist ouderengeneeskunde, Van Neynsel te Den Bosch