Interview met Fleur Agema, lid van de Tweede Kamer voor de PVV
‘De regelzucht is doorgeschoten’
Het sluiten van verzorgingshuizen was geen goed idee. Verpleegkundigen zijn teveel tijd kwijt met administratie. Zorginstellingen kunnen indicaties prima zelf doen. En er zijn teveel cowboys in de zorg. Dat vindt Fleur Agema, alweer tien jaar lid van de Tweede Kamer.
De langdurige zorg is er de afgelopen jaren niet beter op geworden, vindt ze. En dat heeft onder meer te maken met het sluiten van de verzorgingshuizen. ‘Die waren een mooie schakel tussen mensen die zichzelf thuis nog konden redden en het verpleeghuis. Daartussen bevindt zich een grote groep mensen. Ouderen die hun leven niet meer op orde krijgen, maar die nog geen intensieve verpleging nodig hebben. Voor hen was het verzorgingshuis een ideale oplossing. Dat kostte geld, zeker, maar datzelfde geldt voor intensieve begeleiding thuis. En denk eens aan al die trapliften die overal worden aangelegd. Hoe duur is dat wel niet?’
Ze is inmiddels alweer tien lid van de Tweede Kamer, voor een partij die veel in het nieuws is over kwesties als integratie en minderheden maar die van de zorg ook een belangrijk speerpunt heeft gemaakt. Het optreden van Fleur Agema kan wat dat betreft niet anders dan als succesvol worden beschouwd. In 2010 leverde ze een bijdrage aan het gedoogakkoord van het kabinet-Rutte I, waarin 850 miljoen euro werd vrijgemaakt voor bestrijding van ouderenmishandeling, een betere inspectie van verpleeghuizen en 12.000 extra handen aan het bed. Deze ‘Agema-gelden’ staan nog steeds op de begroting, al stoort het de naamgever dat het bedrag niet meegroeit met het aantal kwetsbare ouderen, waardoor er per persoon minder overblijft.
Doorgeschoten regelzucht
Een ander punt van aandacht is de regeldruk waarmee zorgverleners kampen, vertelt Fleur Agema: ‘Verpleegkundigen in de langdurige zorg zijn meer dan veertig procent van hun tijd kwijt met administratie. Dat kan veel beter. Het komt allemaal door een doorgeschoten regelzucht. Nu wordt de indicatiestelling bijvoorbeeld door de CIZ gedaan en van elke indicatie vindt controle plaats. Je kunt de indicatie ook door de instellingen zelf laten doen en dan achteraf steekproefsgewijs controleren. Dat scheelt enorm in de papierwinkel, maar de wet staat het niet toe.’
Een andere optie is om het aantal indicaties te verminderen, of in elk geval aanpassingen te doen in de financiering ervan. ‘Aan het einde van het leven gaat het voor veel mensen snel. Je komt van het ene zorgzwaartepakket in het andere, en dat gaat allemaal met heel veel administratie gepaard. Voor instellingen zou het handiger zijn om een bedrage te krijgen voor alle patiënten die zwaardere zorg nodig hebben. Je kunt dan een gewogen gemiddelde vaststellen dat per saldo niet duurder of goedkoper is, maar dat verpleegkundigen veel meer tijd geeft voor hun echte werk.’
Regelarm werken
In 2012 gingen 25 zorginstellingen op initiatief van Fleur Agema regelarm werken. Het ministerie van VWS bood de instellingen de gelegenheid te onderzoeken hoe minder regels kunnen zorgen voor meer tijd voor de patiënt. Uit de diverse pilots bleek dat patiënten meer tijd, aandacht en beschikbaarheid van medewerkers ervaren door regelarme zorg. Medewerkers en leidinggevenden voelen op hun beurt, aldus een inventarisatie van onder meer zorggroep Philadelphia, meer vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen.
Een andere mogelijkheid om de zorg efficiënter te maken is volgens Fleur Agema het gebruik van domotica en ICT. ‘Daar ben ik overigens wel genuanceerd in. Een goed elektronisch patiëntendossier en een iPad kunnen wonderen doen voor een betere zorg, een matje aan het bed dat registreert of een patiënt ‘s nachts gaat dwalen is een perfect idee. Maar je moet waken voor te hoge verwachtingen. Een zorgrobot die taken van de verpleging gaat overnemen – nee. Daar ben ik fel tegen. Bovendien werkt het niet. Ik las laatst over een zorginstelling in Limburg die robots gebruikte om de lakens rond te brengen. Die robots stootten natuurlijk voortdurend tegen de deurposten aan. Nee, zoiets werkt voor geen meter.’
Cowboys in de zorg
Ook de kwaliteit van het bestuur van zorginstellingen is voor Fleur Agema een punt van aandacht. ‘Er zijn nog teveel cowboys in de zorg, vooral buiten de verpleeghuizen overigens. Maar het uitkeren van dividend vind ik bijvoorbeeld geen goed idee. Geld voor de zorg moet worden besteed aan de zorg, niet aan aandeelhouders. Gelukkig vindt minister Schippers van VWS dat ook, en ik heb de indruk dat ze dat redelijk voortvarend aanpakt. Zaken als een bestuurderstoets, om na te gaan wat een bestuurder kan, en een accreditatieverplichting, om ervoor te zorgen dat ze qua kennis up-to-date blijven, zijn wat mij betreft goede ontwikkelingen. Mijn steun heeft ze daarbij.
‘Wat ik minder goed vind aan Schippers, is het feit dat ze de neiging heeft een maximum te stellen aan de kosten van de zorg in het laatste levensjaar. Ik ben daar fel op tegen. Ook als een leven nog maar kort duurt, heb je recht op optimale zorg. Zo simpel is het.’
Dat brengt ons op de laatste vraag die we aan alle Kamerleden in deze serie voorleggen: hoe zit Fleur Agema haar eigen oude dag en de rol van zorgverleners daarin? ‘Wat dat eerste betreft kan ik kort zijn. Vroeger was ik een planner, maar daar ben ik mee opgehouden sinds bij mij de diagnose MS is gesteld. Gelukkig gaat het goed, maar wat dat betreft leef ik meer bij de dag.’
En de artsen en verpleegkundigen van straks? ‘Ik heb eigenlijk niet anders dan goede ervaringen, en ik hoop dat dat zo blijft. Ik hoop ook voor hen dat hun werk straks wat leuker is dan nu. Dat ze niet meer de hele tijd achter hun bureau hoeven te zitten maar gewoon, zoals ze dat graag willen, zorg verlenen aan de patiënt.’
Auteur(s)
- Bert Bukman, adviseur