Ervaringen met hypodermoclyse in Nederlandse verpleeghuizen
Ervaringen en afwegingen van medisch behandelaren rond de inzet van hypodermoclyse in Nederlandse verpleeghuizen: een mixed methods studie
Viktoriya Pasichnyk, Janine Hogewoning, Simone Bruggeman, Ellen Siebring, Eefje Sizoo, Marieke de Boer
De abstractcommissie heeft op verzoek van de congrescommissie twaalf abstracts geselecteerd die tijdens het Verenso voorjaarcongres 'Medisch-ethische dilemma's' op 13 juni 2024 middels een fysieke presentatie gepresenteerd werden. Onderstaand abstract was daar een van.
Introductie
Hypodermoclyse kan in verpleeghuizen worden ingezet wanneer orale toediening van vocht niet mogelijk is. Onderzoek toont aan dat hypodermoclyse even veilig en effectief is bij de behandeling van milde tot matige dehydratie. In veel verpleeghuizen ontbreekt het aan protocollen voor de inzet van hypodermoclyse. In de praktijk observeerden wij verschillen tussen specialisten ouderengeneeskunde in het gebruik van hypodermoclyse.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek stelt zich tot doel meer inzicht te krijgen in het toepassen van hypodermoclyse en de besluitvorming daar omheen in Nederlandse verpleeghuizen.
Methode
Via de Verenso nieuwsbrief en het zakelijk netwerkplatform LinkedIn is een enquête verspreid onder medisch behandelaren (specialisten ouderengeneeskunde, basisartsen en verpleegkundig specialisten) werkzaam in Nederlandse verpleeghuizen. We vroegen medisch behandelaren naar ervaring met het inzetten van hypodermoclyse, redenen om hypodermoclyse wel en niet in te zetten en de ervaring en het beloop van laatste casus waarbij hypodermoclyse werd ingezet. Data-analyse vond plaats middels beschrijvende statistiek en thematische analyse volgens Braun en Clarke.
Resultaten
194 medisch behandelaren vulden de enquête in. Van alle respondenten heeft de ruime meerderheid (87,6%) ervaring met het inzetten van hypodermoclyse, waarvan 68.2% het afgelopen jaar heeft ingezet. Uit 170 door deelnemers beschreven casussen waarin hypodermoclyse werd ingezet, sloten 148 (87%) goed aan bij proactieve zorgplanningsafspraken van desbetreffende patiënt. Onvoldoende vochtinname of (dreigende)dehydratie was in 61,2% de indicatie bij het start van hypodermoclyse. Bij meer dan de helft van de casus (56,5%) werd goed herstel gerapporteerd.
Beweegredenen om hypodermoclyse in te zetten waren ‘een overbrugbaar probleem’, ‘de patiënt een kans geven’, ‘de familie tijd en het gevoel geven dat alles is gedaan’, ‘familie helpen in acceptatie van het proces’ en ‘afscheid kunnen nemen’. Beweegredenen om hypodermoclyse niet in te zetten waren ‘lijden niet willen verlengen’, ‘geen kans op herstel’, ‘niet bijdragend aan kwaliteit van leven’ en ‘onrust bij de patiënt’.
Dilemma’s ontstonden wanneer familie en de medische behandelaar verschilden van visie over de wenselijkheid van het al dan niet inzetten van levensverlengde behandeling. Een voorbeeld hiervan is wanneer de arts de situatie beoordeelde als stervensfase en hypodermoclyse het lijden kon verlengen, terwijl de familie alles wilde doen om het leven te redden. Hypodermoclyse wordt dan als ‘wisselgeld’ ingezet om bijvoorbeeld ziekenhuisopname te voorkomen.
Conclusie
Medisch behandelaren zetten hypodermoclyse vooral in als tijdelijke overbrugging en regelmatig ook succesvol. Bij twijfel over de zin van het inzetten van hypodermoclyse zal een afweging gemaakt moeten worden tussen de verwachte kans op herstel, de (mogelijke) belasting van hypodermoclyse voor de patiënt en het proces van de familie.
Auteurs
-
Viktoriya V. Pasichnyk, MD, aios ouderengeneeskunde, Gerion, Amsterdam UMC, afdeling ouderengeneeskunde, locatie Vrije Universiteit Amsterdam
-
Janine A. Hogewoning, MD, aios ouderengeneeskunde, Gerion, Amsterdam UMC, afdeling ouderengeneeskunde, locatie Vrije Universiteit Amsterdam
-
Simone Bruggeman, MD, aios ouderengeneeskunde, Gerion, Amsterdam UMC, afdeling ouderengeneeskunde, locatie Vrije Universiteit Amsterdam
-
Ellen R. Siebring, MD, aios ouderengeneeskunde, Gerion,Amsterdam UMC, afdeling ouderengeneeskunde, locatie Vrije Universiteit Amsterdam
-
Eefje M. Sizoo, MD, PHD, specialist ouderengeneeskunde, Amsterdam UMC, Public Health, Aging & Later Life
-
Marike E. de Boer, Amsterdam UMC, senior onderzoeker, Amsterdam UMC, Public Health, Aging & Later Life