App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Regionale organisatie van de Wzd-crisiszorg in Noord- en Midden-Limburg

 

Anne Timmermans

 

Inleiding

Tot 2020 vielen alle geestesziektes onder één wet, de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Echter vanaf 1 januari 2020 is deze wet opgesplitst in drie nieuwe wetten de  Wet verplichte GGZ (WvGGZ), de Wet forensische zorg (WfZ) en de Wet zorg en dwang (Wzd). Respectievelijk voor de doelgroepen patiënten met psychiatrische problematiek, forensische problematiek en patiënten met psychogeriatrische problematiek of een verstandelijke beperking. Binnen de Wet BOPZ was de crisiszorg voor de gedwongen opnames met een In Bewaring Stelling (IBS) ondergebracht bij de GGZ-sector en waren er maar enkele opties tot crisis-opname binnen de VVT-sector. Toen eind 2019 duidelijk werd wat de impact van deze wetswijziging zou zijn voor iedere sector, is er door GGZ-Nederland aangegeven dat de crisiszorg niet automatisch voor zowel de Wzd als de WfZ op hen kan rusten, maar dat zij zich vooral willen focussen op de WvGGZ.

Samenwerking

Binnen de regio Noord- en Midden-Limburg is er in december 2019 een samenwerking tot stand gekomen. De drie grote VVT-organisaties (Proteion, de Zorggroep en Land van Horne) hebben  een petit comité gevormd; een regionale werkgroep voor de organisatie en implementatie van de Wzd binnen de regio. De werkgroep bestaat uit een delegatie (specialist ouderengeneeskunde, beleidsmedewerker en manager) van iedere VVT-organisatie. Deze is mettertijd versterkt met inhoudsdeskundigen, zoals een GZ-psycholoog en een Wzd-verpleegkundige en voorzien van secretariële ondersteuning. Ook zijn met de vier kleinere VVT-organisaties van de regio samenwerkingsverbanden op Wzd-vlak aangegaan. De crisiszorg is vanuit dit petit comité besproken met de twee GGZ-organisaties in de regio. De inhoudsdeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde en eerste geneeskundigen van de GGZ, zijn samen met de bestuurders aan tafel gegaan. We bespraken knelpunten die binnen de regio speelden. Hierbij moet u denken aan de beddenproblematiek, de toegenomen (administratieve) belasting in beide wetgevingen, de tekorten aan personeel, bekwaamheid en scholingsbehoefte van het personeel, de toen (nog) ontbrekende financiële vergoeding, de randvoorwaarden voor veiligheid voor de patiënt en medewerkers en de efficiëntie van het inregelen van de zorg. We hebben binnen deze regio, net zoals op andere plekken binnen Nederland, geworsteld met de verantwoordelijkheden en de standpunten van de beroepsgroepen. Want kan de GGZ-sector zomaar afstand doen van de crisiszorg voor de Wzd en wat voor aandeel in deze verantwoordelijkheid zou de VVT-sector juist moeten nemen?

Plan van aanpak

Vanuit de motivatie  optimale zorg voor de patiënten te organiseren én de behoefte deze problematiek gezamenlijk aan te pakken, kwamen we tot de volgende werkafspraken: per 1 januari 2020 hebben de drie VVT-organisaties een IBS-crisisbed. Deze bedden zijn bedoeld voor de patiënten waarvan de crisissituatie voortkomt uit een dementie of een gelijkgestelde aandoening. Wanneer er ernstig ontregelende agressie speelt of  bij een dubbeldiagnose, waarbij de psychiatrische problematiek voorliggend is aan de crisissituatie, wordt er naar een oplossing binnen de WvGGZ gekeken. Het VVT-bed blijft hooguit 14 dagen bezet bij een IBS-plaatsing. Dit levert met de hoeveelheid IBS’en binnen de regio voor  een bijna continue plaatsingsoptie in Noord- en Midden- Limburg. De patiënt wordt bij voorkeur in diens eigen regio opgenomen. Wanneer dit niet mogelijk is,  wordt de patiënt binnen 14 dagen overgenomen door de zorgverlener van voorkeur. Tevens zijn  alle RM-beoordelingen, zowel extramuraal als intramuraal, per direct door de VVT-organisaties uitgevoerd. Voor de IBS-beoordelingen werd de intentie uitgesproken om dit zo snel mogelijk binnen kantooruren te organiseren door de VVT-sector, buiten de kantooruren blijft de GGZ-sector verantwoordelijk voor de crisiszorg voor de Wzd. De psychiater en specialist ouderengeneeskunde van de GGZ zijn beschikbaar voor ondersteuning van de VVT-SO die een beoordeling doet binnen kantooruren en vice versa is de specialist ouderengeneeskunde van de VVT-organisatie altijd beschikbaar voor overleg buiten kantooruren en kan er 24 uur per dag een patiënt opgenomen worden op het IBS-crisisbed. Dit zijn afspraken waarmee beide sectoren geholpen zijn.

Knelpunten en uitdagingen

Natuurlijk kom je bij zo’n transitie in de organisatie van de crisiszorg knelpunten en uitdagingen tegen. Hoe organiseer je de IBS-beoordelingen? Hoeveel specialisten ouderengeneeskunde hebben een Khonraad account nodig? Welke ketenzorgpartners informeer en betrek je? Welke kostenafspraken zijn reëel? Hoe zorg je dat alle specialisten ouderengeneeskunde bekwaam worden?  Hoe worden de IBS-beoordelingen gefinancierd?

Wij zijn klein begonnen met één specialist ouderengeneeskunde per regio die IBS-beoordelingen kon doen. Via een groepsapp werd er afstemming gevonden wanneer een IBS zich aandiende. Met enige regelmaat is er teruggevallen op de GGZ of werden beoordelingen samen gedaan ter lering. De kosten voor de Wzd implementatie en kosten die gemaakt zijn voordat de productafspraken (H351) van de zorgkantoren waren vastgesteld zijn regionaal bijgehouden en inzichtelijk gemaakt voor het zorgkantoor. Momenteel zijn alle specialisten ouderengeneeskunde die crisisdienst gaan verrichten geschoold via een interactieve webinar gegeven door een ervaren specialist ouderengeneeskunde van de GGZ. De accounts van Khonraad worden uitgebreid en het beleidsstuk wordt afgerond.

De crisiszorg in nu zo ingericht, dat de specialisten ouderengeneeskunde binnen hun eigen adherentiegebied IBS-beoordelingen doen in duo met de (Wzd-)verpleegkundigen. Wanneer een beoordeling niet met eigen  zorgmedewerkers georganiseerd kan worden, kan men terugvallen op de VVT-samenwerking en wordt een specialist ouderengeneeskunde van dienst opgeroepen. Daarna schuift de dienst door naar de volgende zorgorganisatie. Zo zijn we elkaars back-up. Allereerst dienen er vlieguren gemaakt te worden om ervaring op te doen. Uiteraard wordt de crisiszorg op termijn geëvalueerd, waarbij ook de plaatsing van de patiënt op de juiste afdeling wordt bekeken.

Vergelijkbaar met de GGZ-crisiszorg willen we in de toekomst nog onderzoeken of de specialist ouderengeneeskunde op een later tijdstip kan inschuiven bij een beoordeling, nadat door de Wzd-verpleegkundige voorwacht de noodzaak van IBS-beoordeling is vastgesteld.  Ook de aanvraagroute dient nog verbeterd te worden middels inregeling van de verwijzingen via ZorgDomein.

Conclusie

Ik ben als specialist ouderengeneeskunde erg blij met het samenwerkingsverband in de regio. Door samen te werken als VVT-organisaties zijn alle facetten van de Wzd-implementatie beter te bedenken en uit te voeren. De organisatie van de crisiszorg is één onderdeel hiervan, een ander mooi voorbeeld is de organisatie van de externe deskundige. Met gebundelde krachten ontstaat eenduidige afstemming binnen de regio, versterking van de afstemming tussen zorgorganisaties, betere inzetbaarheid van specialisten ouderengeneeskunde en andere Wzd-deskundigen én sta je als VVT-sector in je kracht. Voor de GGZen andere ketenzorgpartners is duidelijk met wie ze om tafel kunnen om afspraken te maken en tot verdere ontwikkeling te komen rondom de Wzd-zorg binnen de regio. Wij zijn van mening dat deze samenwerking een mooi voorbeeld is voor het efficiënt organiseren van Wzd-zorg. Voor onze regio is het in ieder geval een mooie voedingsbodem voor de toekomst.

Auteur

  • Anne Timmermans, specialist ouderengeneeskunde & Hoofd Wzd-functionaris, Stichting Land van Horne, Weert, Noord- en Midden-Limburg
PDF
Genereer PDF document