Is ICF het nieuwe SAMPC?
Nienke Snitjer, Anne-Marie Donselaar
Vanuit de kaderopleiding Geriatrische revalidatiezorg (GRZ) wordt bij de behandelcommunicatie steeds meer aandacht besteed aan het formuleren van behandeldoelen, waarbij International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) wordt gebruikt. Er zal in dit artikel worden ingegaan op probleemgericht werken.
Aanleiding
Er bestaat nogal eens onduidelijkheid over hoe het ordeningssysteem ‘Somatisch ADL Maatschappelijk Communicatie’ (SAMPC) zich verhoudt tot ICF. Soms wordt gedacht dat het SAMPC niet meer passend is bij de huidige ontwikkelingen binnen de GRZ en dat het ICF een volwaardige opvolger is. Het SAMPC-model is een ordeningsprincipe en het is daarom niet rationeel om het te vergelijken met het ICF-gedachtegoed. Er zal in dit artikel ingegaan worden op probleemgericht werken. Dit wordt toegelicht aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden. Hiermee proberen we duidelijk te maken hoe we vanuit het ICF-gedachtegoed een probleeminventarisatie kunnen formuleren binnen het SAMPC-model.
Probleemgericht werken
In de opleiding geneeskunde wordt de basisarts geleerd om bij een patiënt de anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek te verrichten, een differentiaaldiagnose op te stellen en uiteindelijk -al dan niet na aanvullend onderzoek- de diagnose te presenteren. Daarna volgt zo nodig een behandeling.
Bij de behandeling en begeleiding van ouderen in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) met complexe en meervoudige problematiek zijn de diagnosen vaak bekend, maar spelen vooral de gevolgen van de aandoeningen voor de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven een grote rol. Bij deze patiëntengroep is het diagnosegericht denken ontoereikend, maar is men aangewezen op de gevolgendiagnostiek. Welke stoornissen worden er veroorzaakt door de aandoening, welke activiteiten worden hierdoor verhinderd en hoe belemmert dit de participatie van de patiënt aan het maatschappelijk leven. Om activiteiten en participatie te herstellen kan de stoornis worden behandeld, maar kan ook de omgeving worden aangepast of de instelling van de patiënt wijzigen. Het ICF-model helpt de behandelaar te denken in stoornissen, activiteiten en participatie.
Door de problemen op activiteiten- of participatieniveau te formuleren, wordt ook duidelijk wat voor de patiënt belangrijk is en waarvoor hij behandeld wil worden. Er wordt een diagnoselijst opgesteld en daaruit voortvloeiend een probleemlijst. Voor ieder probleem dat wordt opgenomen in een behandelplan, moet een te bereiken doel worden geformuleerd en moeten de te nemen acties worden gespecificeerd.
De gevolgendiagnostiek en het behandelplan richten zich idealiter op de participatiedoelen van patiënten. In de praktijk wordt een participatiedoel vaak opgedeeld in een aantal activiteitendoelen. Doelen op activiteitenniveau laten zich over het algemeen makkelijker SMART (Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden) formuleren. Vandaar dat de meeste behandelplannen uitgaan van problemen op activiteitenniveau. Overstijgend moet uiteraard wel goed in de gaten worden gehouden of verbetering op activiteitenniveau daadwerkelijk bijdraagt aan het participatiedoel. Een voorbeeld: als een patiënt een gelijkvloerse woning heeft, zal het oefenen van traplopen niet de hoogste prioriteit hebben. Als traplopen een voorwaarde is om de functie als oppas-opa weer te kunnen oppakken, wordt deze activiteit weer wél belangrijk.
SAMPC/SFMPC
Om de veelheid van problemen van een patiënt met complexe problematiek te ordenen heeft men het SAMPC (ook wel: SFMPC, waarbij de F staat voor functioneel) van de revalidatiegeneeskunde overgenomen. Het SAMPC-ordeningsprincipe is handig, maar niet zaligmakend. Iedere systematische wijze waarop problemen worden samengevat en gerubriceerd heeft voor- en nadelen. De SAMPC-ordening heeft als voordeel dat er uitgegaan wordt van meerdere aandachtsgebieden (somatisch, ADL/functioneel, maatschappelijk, psyche en communicatie). Hierdoor wordt volgens een vaste structuur gehandeld en is de kans dat een probleem over het hoofd wordt gezien minder groot.
International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)
Op veel GRZ-afdelingen wordt op de een of andere manier gebruik gemaakt van ICF.
Hieronder zal ingegaan worden op de ontstaansgeschiedenis en het gedachtegoed van de ICF. Gezondheid is niet hetzelfde als afwezigheid van ziekte(n). Een werkbare definitie van wat gezondheid dan wel is, bestaat helaas niet. Dit maakt het lastig om te beschrijven wat revalidatie (proces van optimaliseren) precies is. In de ouderenzorg en vooral in de GRZ, is de benadering meestal optimaliseren van iemands situatie en niet zozeer het genezen van een aandoening of ziekte. De WHO (World Health Organization) is van mening dat wetenschappelijke ontwikkelingen geremd worden als er niet een goede definitie bestaat van wat gezondheid is en als er een gemeenschappelijke taal ontbreekt om gezondheid te beschrijven. Zodoende is er een model ontstaan: ICF (voorheen ICIDH). ICF voorziet in een nuttig raamwerk om gezondheid te begrijpen. Het ontstane raamwerk kan helpen om een manier van denken te verbeteren in een revalidatietraject, waarbij het behandelplan beter aansluit bij de wensen en situatie van de patiënt.
Het raamwerk ICF ziet er als volgt uit:
Figuur 1. De wisselwerking tussen de verschillende aspecten van de gezondheidstoestand en externe en persoonlijke factoren. Bron: (ICF, 2002, p.19)
De Nederlandse vertaling van de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ heeft hierbij de volgende aanvulling:
- Figuur 1 dient als volgt te worden geïnterpreteerd: het menselijk functioneren wordt gezien in het licht van een wisselwerking, een complexe relatie tussen een aandoening of ziekte enerzijds, en de externe en persoonlijke factoren anderzijds. De wisselwerking tussen al deze aspecten heeft een dynamisch karakter: teweegbrengen in andere daaraan gerelateerde aspecten of factoren. De interacties zijn specifiek en staan niet in een voorspelbare één-op-één relatie tot elkaar. De interactie vindt plaats in beide richtingen; de aanwezigheid van functioneringsproblemen kan van invloed zijn op een aandoening of ziekte.
- In het schema in figuur 1 zijn de externe en persoonlijke factoren opgenomen om te tonen dat ook zij van invloed zijn op iemands gezondheidstoestand en de mate van iemands functioneren bepalen. Externe factoren bevinden zich buiten het individu. De ICF bevat een lijst met externe factoren. Persoonlijke factoren worden in de huidige versie van de ICF niet geclassificeerd. (ICF, 2002, p19).
De WHO stelt dat als een patiënt hulp zoekt om zijn/haar gezondheid te verbeteren, de ICF-methodiek kan bijdragen aan het stellen van een ‘herstel diagnose’ (of een samenvatting van de situatie waarin beschreven wordt hoe iemands gezondheid is aangedaan). Dit wordt ook wel een geriatrisch assessment genoemd.
De ICF biedt een manier van kijken naar patiënten met meervoudige problematiek, waarbij SAMPC als ordeningsprincipe in het geriatrisch assessment gebruikt kan worden. Op deze manier wordt het SAMPC gebruikt om het ICF volledig tot zijn recht te laten komen. Hieronder worden twee voorbeeld casus geschetst waarin inzichtelijk gemaakt wordt hoe het ICF-gedachtegoed toegepast kan worden en hoe de problematiek geordend kan worden volgens SAMPC. Bij de voorbeelden wordt de relatie tussen ICF en SAMPC schematisch weergegeven.
Voorbeeld 1
Patiënte heeft een hemiparese rechts als gevolg van een CVA, waardoor het niet mogelijk is om zelfstandig naar het toilet te gaan. Hierdoor kan zij niet zelfstandig naar het theater waar ze haar vrienden treft. Ze vindt het erg vervelend dat ze afhankelijk is van anderen. Een behandelplan kan verschillend uitgewerkt worden (mede afhankelijk van de ernst van de parese en comorbiditeit en de wens van patiënte). Er kan getraind worden zodat de paretische zijde beter inzetbaar is bij toiletgang en lopen, of er kan een loophulpmiddel worden ingezet en er kan hulp ingeschakeld worden van een mantelzorger.
Voorbeeld 2
Patiënt revalideert in verband met een collumfractuur na een val. Hierdoor kan hij niet veilig lopen, kan hij zijn kleinkind niet optillen en is het niet mogelijk om zijn rol als oppas-opa te vervullen, waarbij hij ook altijd kookt voor het gezin van zijn dochter. Het behandelplan kan er als volgt uitzien:
Om zijn rol als oppas-opa weer te kunnen vervullen is het nodig om veilig, zonder loophulpmiddel minimaal 100 meter te kunnen lopen. Daarbij moet hij zijn kleinkind, dat inmiddels 18 kg weegt, kunnen optillen. Dit kan hij inmiddels, maar hij heeft hierdoor geen energie meer om een complete maaltijd te bereiden. Daarom leert hij de, in het huis van zijn dochter aanwezige, magnetron te bedienen. In dit huis is geen trap aanwezig dus traplopen hoeft niet getraind te worden. Met dit resultaat is patiënt erg tevreden; het geeft hem voldoening om zijn dochter op deze manier te ondersteunen en zijn kleinkind regelmatig te zien.
Soms is het nodig om op stoornisniveau problemen te formuleren en vervolgens te behandelen om doelen op activiteiten- en participatieniveau te behalen.
Conclusie
Geriatrische revalidatiepatiënten met meervoudige complexe problematiek zijn gebaat bij een probleeminventarisatie op de verschillende domeinen, waarbij gekeken wordt hoe het functioneren op activiteiten- of participatieniveau verbeterd (of behouden) kan worden. Het is onvoldoende of niet wenselijk om alleen op stoornisniveau te behandelen. Het SAMPC ordeningsprincipe kan helpen om alle problemen en doelen in kaart te brengen en vervolgens volgens het ICF-gedachtegoed, namelijk op participatie- of activiteitenniveau te formuleren. Het is aan te bevelen om beide systemen te combineren.
Auteur(s)
- Nienke Snitjer, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts GRZ, Gerion/GeriMedica Amsterdam
- Anne-Marie M. Donselaar, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts en stafdocent GRZ, Gerion Amsterdam
Literatuur
- Nederlandse WHO Collaborating Centre for the Family of International Classifications. (2002). ICF : Nederlandse vertaling van de "International Classification of Functioning, Disability and Health". Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Hertogh, C. M. P. M. (1999). Functionele geriatrie : Probleemgerichte zorg voor chronisch zieke ouderen. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom.
- Gerion. Diverse onderwijsprogramma’s over Methodisch werken.