Werkdruk te hoog?
De ervaren werkbelasting van eerstejaars aios ouderengeneeskunde in Leiden
Michelle Kromhout, Saskia van Eck-Memelink
De werkbelasting van artsen is over het algemeen hoger dan van andere beroepen,1 dit geldt zowel in ziekenhuizen en verpleeghuizen als bij specialisten en aios. Een hoge werkbelasting zorgt voor risico’s als verzuim en uitval,2 ook bij de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.3 Bij de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde in Leiden is de werkbelasting van eerstejaars aios geïnventariseerd na signalen over een te hoge werkbelasting. In dit artikel worden enkele opvallende uitkomsten besproken en de relevantie van deze uitkomsten voor iedereen die betrokken is bij het opleiden van aios.
Van werklast tot werkstress
Werkbelasting is een subjectief en complex begrip waar verschillende definities voor zijn.2,4,5,6 Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen werklast, werkbelasting en werkdruk.4 Werklast4,5 is de objectieve beschrijving van de taken die een werknemer moet doen. Een hoge werklast hoeft dan ook geen probleem te vormen. De werkbelasting2,4,6 is de subjectieve ervaring van de werknemer van het werk. Dit is afhankelijk van verschillende factoren in het werk, de werkomgeving en de persoon. Van werkdruk2,4 wordt gesproken als de balans tussen werkbelasting en belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt. Werkdruk kan leiden tot werkstress en zorgen voor fysieke en psychische klachten bij de werknemer. Ook voor organisaties heeft werkdruk risico’s,2 zoals ziekteverzuim, verminderde kwaliteit, verminderde productiviteit en verhoogde kans op fouten. De arbowet7 verplicht dan ook werkgevers hier aandacht voor te hebben. Artsen hebben een hoge werkbelasting.1 Niet alleen op de werkvloer, maar ook in de medische vervolgopleidingen is de werkdruk al jaren een thema van gesprek.8
‘Hoge werkbelasting is niet erg als het maar het gevoel geeft nuttig te zijn’ – eerstejaars aios ouderengeneeskunde
Werkbelasting eerstejaars aios
Naar aanleiding van signalen over een hoog ervaren werkbelasting bij de eerstejaars aios ouderengeneeskunde in Leiden heeft er begin dit jaar een inventarisatie van de ervaren werkbelasting plaats gevonden. De methode en resultaten van deze inventarisatie staan in bijlage 1 en bijlage 2. De inventarisatie heeft veel positieve reacties opgeleverd van de aios en alle aanwezige eerstejaars aios hebben deelgenomen. Er is veel waardering voor alle openheid en opmerkingen van de aios vanuit het instituut. Daarnaast kent de inventarisatie ook beperkingen, zoals een kleine groep (21 aios) verbonden aan één instituut. Ook zijn open tekst antwoorden ‘vertaald’ naar categorieën om groepsthema’s te kunnen identificeren. Deze vertaling is door twee personen gedaan en altijd in consensus. Ondanks deze beperkingen biedt deze inventarisatie een uniek en waardevol inzicht in de ervaren werkbelasting van eerstejaars aios in Leiden.
Uit de inventarisatie bleek het totaal aantal werkuren bij 86% van de eerstejaars aios boven de verwachte werkuren (contracturen plus zelfstudie) te liggen. Gemiddeld genomen wordt er 45 uur per week gewerkt, met meerdere uitschieters tot 55 uur per week. Dit betreft fulltimers en parttimers en is nog exclusief ANW-diensten. De ervaren werkbelasting varieert van ‘enigszins zwaar’ tot ‘erg zwaar’, terwijl 57% van de aios een lagere werkbelasting passend zouden vinden.
Belangrijk is een onderscheid te maken tussen factoren die steunend zijn in de werkbelasting en factoren die belastend zijn. Meer dan de helft van de aios noemt voorbereiding voor de terugkomdag, zelfstudie, diensten, combinatie tussen opleiding en gezin en toetsen en beoordelingen als belastende factoren. Als steunende factoren worden het thuisfront, de aiosgroep, de opleider en parttime werken genoemd. Alle aios hebben zelf reeds stappen ondernomen om de ervaren werkbelasting te verminderen, zoals beter plannen, parttime gaan werken of meer de eigen grenzen aangeven. Als aios één ding mogen veranderen om de werkbelasting te verminderen, dan geeft 41% aan minder opleidingsverplichtingen te willen. Slechts 23% zou iets aan de praktische werkzaamheden willen veranderen. Opvallend is dat 52% van de aios belastende factoren benoemen die eigenlijk geregeld hadden moeten zijn vanuit de bestaande opleidingskaders (de leerwerkplannen, de cao, en het landelijk of lokaal opleidingsplan), zoals onder andere een te hoog aantal diensten, teveel patiënten voor het aantal werkuren en/of de fase van de opleiding of een hoog complexe afdeling (zie ook alinea ‘praktijk als factor’).
Productie versus opleiding
De redenen van een hoog ervaren werkbelasting verschillen per specialisme.1 Uit een enquête onder a(n)iossen in het ziekenhuis blijkt dat daar opleidingsaspecten geen invloed hadden op de werkdruk, maar juist het gebrek aan invloed op planning van werkprocessen en werktijden belangrijke factoren waren.9 Bij de ouderengeneeskunde worden vaak de complexiteit van patiënten en het personeelstekort als factoren genoemd.1 Maar uit onze inventarisatie blijkt dat de eerstejaars aios dit niet zo ervaren en de belasting meer ligt bij opleidingsaspecten. Deze aspecten komen bovenop de reguliere praktijkwerkzaamheden (zoals diensten en terugkomdagen) of moeten aios zelf organiseren (zoals de voorbereiding voor onderwijs en zelfstudie). De resultaten suggereren dat deze aios het ‘productie draaien in de praktijk’ als primaire werkzaamheid zien en niet het ‘in opleiding zijn’. Dit zou verklaren dat de ervaren werkbelasting verhoogd wordt door opleidingsaspecten. Terwijl eigenlijk tijdens de opleiding de praktijk in dienst zou moeten staan van de opleiding van de aios.
‘Het gaat erom dat het werk gedaan wordt, maar er is geen tijd is voor verdieping’
eerstejaars aios ouderengeneeskunde
Praktijk als factor
Een groot deel van de opleiding vindt plaats in de praktijk. Om een goed opleidingsklimaat te waarborgen zijn daar kaders voor gesteld.10,11,12 Uit de inventarisatie blijkt bij 52% van de aios zaken spelen die niet met deze kaders overeenkomen, deze zaken worden bestempeld als ‘incident’. Van de 17 geïdentificeerde incidenten zijn er 16 praktijkgerelateerd en suggestief voor een minder goed opleidingsklimaat. Denk daarbij aan een afdeling die niet passend is (te complex) voor een aios in de basisfase van de opleiding, teveel diensten, het aantal patiënten is niet aangepast aan parttime uren, aios die veel moeten waarnemen in de praktijk voor collega’s, et cetera.
Opleiders zijn verantwoordelijk voor een goed opleidingsklimaat en opvallend is dat zowel opleiders als eerstejaars aios deze situaties lieten bestaan. Een mogelijke verklaring blijkt uit onderzoek naar de relatief hoge uitval en verzuimcijfers onder aios ouderengeneeskunde: met name eerstejaars aios blijken zichzelf te overschatten en een aanbod van een groot takenpakket als blijk van vertrouwen te ervaren.3 Ook factoren als collegialiteit en angst voor een negatieve beoordeling zouden mee kunnen spelen om niet kenbaar te maken dat ze problemen ervaren met de werklast.3 Het is daarom des te belangrijker dat zowel opleiders, als het opleidingsinstituut hier aandacht voor hebben en passende actie ondernomen wordt bij signalen.
Hoe onwenselijk deze situatie ook is, opvallend is dat eerstejaars aios met incidenten de werkbelasting als lager ervaren dan aios zonder incidenten.
Passende werkbelasting
Regelmatig wordt er vermeld dat aios moeite hebben met het vinden van een goede balans tussen opleiding, werk en privéleven.13 Er is geen definitie, beschrijving of consensus van wat een ‘passende werkbelasting’ is voor artsen in opleiding tot specialist. Is dit omdat dit subjectief is of is dit omdat niemand zijn vingers hieraan wil branden?
Als we proberen een schatting te maken dan komen we op het volgende: de opleiding heeft een werkweek van 44 uur voor een fulltime aios (38 uur werken en 6 uur zelfstudie) en dan zijn er ook nog de ANW-diensten.10 Alhoewel ANW-diensten volgens de cao ook in tijd gecompenseerd kunnen worden, laten veel aios de diensten uitbetalen omdat er geen tijd is voor compensatie in tijd. Effectief komen deze dus vaak bovenop de werkweek.
Passend bij de opleiding is zelfreflectie, het kunnen verleggen van grenzen en persoonlijke ontwikkeling. Dit kost naast tijd ook energie. Een ‘enigszins zware’ werkbelasting is dan misschien ook niet vreemd bij een medische vervolgopleiding. Toch bleek uit onze inventarisatie dat dit door een deel van de aios niet werd verwacht. Mogelijk houdt deze discrepantie tussen de verwachtingen en realiteit verband met het feit dat een goede beschrijving van werkbelasting van de opleiding tot op heden ontbreekt.
‘Parttime werken is fijn […] echter daardoor wel grote werkdruk in de praktijk, [ik] moet alles nu in 3 dagen doen’ – eerstejaars aios ouderengeneeskunde
Parttime is niet de oplossing
Een van de gehanteerde oplossingsstrategieën voor vermindering van de werkbelasting is parttime te gaan werken. Parttime werken kan een manier zijn om het werken beter vol te houden, door hiermee bijvoorbeeld een langere hersteltijd14 of meer tijd voor privéleven te realiseren.15 Als de oorzaak van de hoge werkbelasting echter niet op deze factoren zit, dan is parttime werken niet de passende oplossing van het probleem.
Uit onze inventarisatie blijkt dat parttimers de werkdruk hoger ervaren dan fulltimers, terwijl zij deze lager verwachten. Mogelijk is dit te verklaren doordat het dalen van de werkbelasting uitblijft bij het parttime gaan werken, bijvoorbeeld doordat de werklast niet daalt of doordat de oorzaak van de ervaren werkbelasting ergens anders ligt. Parttime werken lost dan het probleem van de hoge werkbelasting niet op. Het is dan ook belangrijk om een hoge werkbelasting met opleider en mentor te bespreken en samen te kijken naar passende oplossingen.
Een van deze passende oplossingen zou bijvoorbeeld de PIT-stop workshop van de SBOH kunnen zijn, waarin de aios handreikingen krijgen om effectief te functioneren en tegelijkertijd een duurzaam levensevenwicht (werk/privé) te kunnen bereiken.16 Uit de inventarisatie bleek dat geen van de eerstejaars aios de PIT-stop workshop gevolgd had. De reden hiervan is onbekend, maar na actief aanbieden naar aanleiding van de inventarisatie heeft ongeveer de helft van de eerstejaars aios alsnog deelgenomen. De PIT-stop workshop is een van de mogelijke oplossingen. Echter een passende oplossing voor een hoog ervaren werkdruk blijft maatwerk en vraagt een samenwerking tussen aios, mentor en opleider.
Conclusie
Inventarisatie onder eerstejaars aios ouderengeneeskunde in Leiden laat zien dat de werkbelasting door hen als te hoog ervaren wordt en dat er veel overuren gemaakt worden. Om verzuim en uitval te voorkomen is het belangrijk om bij aanvang van de opleiding duidelijk te zijn over de werklast. Opleiders en instituten dienen proactief aandacht te hebben voor werkdruk en opleidingskaders. Tijdige acties bij dreigend verzuim door overbelasting zijn essentieel om te zorgen dat aios niet alleen enthousiast blijven over ons prachtige vak, maar ook op een gezonde wijze kunnen blijven werken.
Dank
De auteurs bedanken de aios voor de openheid over de ervaren werkbelasting. Daarnaast bedanken zij Victor Chel, hoofd opleiding specialisme ouderengeneeskunde te Leiden, en Beatrijs de Leede, onderwijskundige te Leiden, voor het meedenken tijdens de inventarisatie en het schrijven van dit artikel.
Auteur(s)
- Michelle Kromhout, specialist ouderengeneeskunde, adjunct hoofd opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC Leiden
- Saskia van Eck-Memelink, arbeidscontactpersoon en opleidingscoördinator opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC Leiden
Literatuur
- Van Twillert M. Arbeidsbelasting artsen dubbel zo groot-TNO-onderzoek wijst op groot verschil met andere werknemers. Medisch Contact 17 augustus 2017. Beschikbaar via https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/arbeidsbelasting-artsen-dubbel-zo-groot.htm
- Werkdruk. Rijksoverheid, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Beschikbaar via https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/werkdruk Geraadpleegd 2017 september 29
- Bos J, Greijn CM, van der Gulden J. Uitval van aios ouderengeneeskunde. Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde juni 2016
- Gaillard, A.W.K. (2006). Stress, produktiviteit en gezondheid. Amsterdam, Uitgeverij Nieuwezijds. ISBN: 9789052615837
- Werkdruk en werkstress. Beschikbaar via https://www.fnv.nl/themas/veilig-en-gezond-werken/werkdruk-en-werkstress/ geraadpleegd 2017 september 29
- Werkbelastingmodel. Beschikbaar via http://www.werkbelasting.nl/werkbelastingmodel
- Arbowet. beschikbaar via http://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/2017-07-01 geraadpleegd 2017 september 29
- Projectrapportage Arts-Assistenten 2007/2008 - Project A845. Beschikbaar via https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2009/01/30/projectrapportage-arts-assistenten-2007-2008-project-a845
- Netten P, Toonen F, Jansen H, Schouten M. Hoge werkdruk a(n)ios vooral door weinig grip. Medisch Contact- 27 augustus 2014. Beschikbaar via https://www.medischcontact.nl/.../hoge-werkdruk-anios-vooral-door-weinig-grip.htm
- Landelijke opleidingsplan voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde- 2015. Beschikbaar via https://www.soon.nl/images/Landelijk_opleidingsplan_digitale_versie.pdf
- Kaderbesluit CHVG. Beschikbaar via https://www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/cgs/regelgeving/huidige-regelgeving.htm
- CAO 2015 opleiding specialist ouderengeneeskunde. Beschikbaar via https://www.sboh.nl/opleiding-specialist-ouderengeneeskunde/cao
- Prins J, van den Heijkant F, Tomlow B, van der Heijden F. Minder aiossen burn-out, maar actie blijft nodig. Medisch Contact 26 april 2016. Beschikbaar via https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/minder-aiossen-burn-out-maar-actie-blijft-nodig.htm
- van Amsterdam JGC. Het belang van een goed herstel. RIVM rapport 340039001/2012. Beschikbaar via http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/340039001.pdf
- Parttime werken. Beschikbaar via https://www.fnv.nl/themas/werktijden/parttime-werken/ geraadpleegd 2017 september 29.
- PIT-stop-workshop. Beschikbaar via http://scholamedica.nl/cursussen/pitstop/praktische-informatie-pitstopgeraadpleegd 2017 november 7.