App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Prevalentie en beoordeling van (geïnfecteerde) chronische wonden

Martin van Leen

HoraEstDeGroot-1.jpgCover_Rondas.jpg

Op 22 januari 2016 promoveerde specialist ouderengeneeskunde Armand Rondas aan de Universiteit Maastricht op het proefschrift ‘Prevalence and assessment of (infected) chronic wounds’. In zijn proefschrift brengt hij de prevalentie, het verbeteren van de diagnostiek bij geïnfecteerde chronische wonden en het uitvoeren van een kostenanalyse van de behandeling van geïnfecteerde chronische wonden in kaart.

Ter inleiding gaf Rondas een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit zijn proefschrift. Wonden die niet binnen drie weken spontaan genezen, vallen onder de definitie  chronische wond. Hieraan lijdt wereldwijd 1% van de bevolking. De kosten die hiermee gemoeid zijn, beslaan 2 tot 4% van het totale gezondheidsbudget. Patiënten die te maken krijgen met dit soort wonden hebben vaak veel pijn en ervaren een sterkte vermindering van de kwaliteit van leven. Cijfers over de prevalentie van chronische wonden in Nederlandse verpleeghuizen ontbreken. De symptomen van een geïnfecteerde chronische wond zijn, zo stelt Rondas, minder gemakkelijk te duiden dan die van een acute wond. De kennis over wondbehandeling is zeer versnipperd en vaak onvoldoende gestandaardiseerd. Ook Rondas komt tot deze conclusie en heeft daar zijn doelstellingen in het proefschrift op afgestemd, te weten: het in kaart brengen van de prevalentie, het verbeteren van de diagnostiek bij geïnfecteerde chronische wonden en het uitvoeren van een kostenanalyse van de behandeling van geïnfecteerde chronische wonden in het expertisecentrum in Venray waar hij werkzaam is.

Binnen de Landelijke prevalentiemeting zorgproblemen (LPZ) is vanaf 2012 een module ‘chronische wond’. Met behulp van dit meetinstrument is, naast de meting van een aantal kwaliteitsindicatoren op afdelingsniveau, een prevalentie van 4,2% van geïnfecteerde chronische wonden in Nederlandse verpleeghuizen gemeten. Hierbij tekent Rondas aan dat, hoewel op instellingsniveau aan de meeste kwaliteitsindicatoren was voldaan, dit op afdelingsniveau zeker niet het geval was. Op slechts een derde van de onderzochte afdelingen waren preventieve maatregelen terug te vinden in het patiëntendossier en slechts een klein aantal afdelingen bleek het protocol te hebben geïmplementeerd. Ook bleek dat patiënten met een chronische wond slechts sporadisch tijdens het multidisciplinair overleg werden besproken. Hier is ruimte voor verbetering, aldus Rondas.

Bij het beoordelen van een wond op een infectie blijken specialisten ouderengeneeskunde in Nederland vooral gebruik te maken van traditionele klinische infectiecriteria, zoals de aanwezigheid van pus/abces en een onwelriekende geur. Internationale experts beoordelen echter cellulitis, vertraagde wondgenezing en verandering van de pijnbeleving als de belangrijkste symptomen, zoals beschreven in het EWMA position document uit 2005. Hieruit trekt Rondas de conclusie dat het gebruik van minder specifieke infectiecriteria door specialisten ouderengeneeskunde kan leiden tot een minder effectieve behandeling en ook schade voor de patiënt. Onderzoek naar de waarde van een kweek van een wondswab, die veel gebruikt wordt bij het stellen van een diagnose, wees uit dat deze kweek het klinische beeld van een geïnfecteerde chronische wond niet ondersteunt. Dezelfde soorten bacteriën werden gevonden bij chronische wonden die klinisch als geïnfecteerd werden beschouwd, als bij wonden die klinisch als niet-geïnfecteerd werden beoordeeld.

Het Kenniscentrum Wondbehandeling waarbinnen Rondas werkzaam is bevindt zich in de eerste lijn en heeft momenteel drie locaties in het zuiden van Nederland. Binnen het centrum worden patiënten gezien door een verpleegkundige en een in wondzorg gespecialiseerde specialist ouderengeneeskunde. Het behandelplan dat per patiënt op maat wordt afgesproken dient als leidraad voor behandeling en doorverwijzing waar nodig, waarbij het kenniscentrum wondbehandeling zich tot doel stelt de regiefunctie binnen het wondbehandelplan van de patiënt te vervullen. Uit het onderzoek dat Rondas heeft uitgevoerd blijkt dat wondbehandeling in het Kenniscentrum Wondbehandeling effectief is en in vergelijking tussen de zorgkosten één jaar voorafgaand aan het eerste consult Kenniscentrum Wondbehandeling met de zorgkosten het jaar daarna, goedkoper. Het verschil in zorgkosten bedraagt € 2.533- per patiënt, per jaar.

De discussies met de verschillende opponenten lieten vervolgens zien dat het onderwerp vraagt om en snakt naar meer bevlogen en geïnspireerde wondprofessionals. Het vraagt om meer kennis over de gehele breedte van het veld, van allerhande behandelaars die met wondzorg te maken hebben. Voor meer onderzoek zijn vergelijkbare uitkomsten van groot belang. Die uitkomsten kunnen verkregen worden als internationaal ontwikkelde protocollen en richtlijnen beter geïmplementeerd zouden worden. Dat dit niet of maar moeilijk van de grond lijkt te komen, schrijft Rondas toe aan het feit dat er te veel versnippering en onduidelijkheid is in het vakgebied. Er is geen beschermde titel, iedereen kan zich wondverpleegkundige noemen, en er is geen door de overheid erkende opleiding.

Mede door dit gebrek aan erkenning zijn er nog steeds heel veel mensen in de zorg die zich, hoe goed bedoeld ook, bezighouden met iets dat eigenlijk heel specialistische zorg is en als zodanig zou moeten worden aangemerkt en erkend.

Auteur(s)

Reacties
PDF
Genereer PDF document