Core-business voor kaderartsen
Ronny Komen, Jacobien Erbrink, Tamara Spermon, Ada Vijfvinkel, Anke Duiker, Dayenne Salemink - Netwerkgroep Kaderartsen
Wat een uitgebreide evaluatie van de beschikbare evidence en wat een enorme hoeveelheid multidisciplinaire kennis heeft de richtlijncommissie op een rij gezet! Inspirerend voor de praktijk van alledag vinden we wat er bij elk hoofdstuk staat samengevat over de onderzochte en mogelijke interventies. Mooi ook dat dit zo multidisciplinair is.
Het valt ons daarbij op dat de lay-out zeer ondersteunend is aan de visie dat de aandacht vooral naar psychosociale interventies moet gaan. Voor ons, kaderartsen psychogeriatrie, bevat de richtlijn bij uitstek informatie die aansluit bij onze expertise en ook een beroep doet op die expertise (zie bijvoorbeeld in het hoofdstuk zorgorganisatie). Wij kunnen hiermee onder andere bij het inrichten van zowel interne als externe consultatie een duidelijke rol nemen, in samenspraak met de andere collega's werkzaam in de psychogeriatrie.
Waar de psychosociale interventies aan bewijskracht winnen, neemt het imago van en het bewijs voor medicamenteus heil af. Deze boodschap was ook al voor de publicatie van de richtlijn uit gesneld. Dat maakt het met de op handen zijnde Wet Zorg en Dwang in het vizier belangrijk om heel precies te blijven kijken naar wat de kernsymptomen bij gedragsproblematiek zijn en welke medicatie hierbij aantoonbaar werkzaam is. Immers, in de Wet Zorg en Dwang valt off-label voorschrijven van gedragsmedicatie altijd onder de noemer onvrijwillige zorg, waar het doel van de wet is om alle onvrijwillige zorg uit te bannen. Steeds meer een specifieke deskundigheid dus. Evidence based voorschrijven is één ding, maar wat te doen met al die ervaringskennis aanwezig bij de collega’s in het werkveld? Het zou mooi zijn als we de beperkte evidence voor interventies en medicatie waarvan we in de praktijk toch veel succes zien zouden kunnen aanvullen met practice-based onderzoek, zoals N=1 case reports of kleine studies uit de praktijk. Dat geldt ook voor andere interventies die in opkomst zijn (bijvoorbeeld robotica).
Wat ons een uitdaging lijkt is het uitrollen van de richtlijn in het werkveld extramuraal en in de keten. Wij kunnen ons voorstellen dat dit professionele dilemma’s oplevert. Hoe ga je met de informatie uit de richtlijn aan de slag in de omgeving van overbelaste mantelzorgers en huisartsen met weinig kennis op dit gebied? En hoe in de ‘keten’ bij jou in de buurt? Omdat de inrichting van de (keten) ouderenzorg eigenlijk overal anders is, stelt ons dat als specialisten ouderengeneeskunde en kaderartsen psychogeriatrie overal voor andere opgaven. Des te meer reden om binnen het Netwerk Kaderartsen en bij Verenso de gelederen zo te organiseren dat we elkaar laagdrempelig kunnen vinden om ervaringen en best-practices uit te wisselen en zo tot een gezamenlijke ‘body of knowledge’ te komen – ook rond de aanpak van probleemgedrag en de implementatie van de richtlijn. We gaan er vanuit het netwerk graag mee aan de slag!