Op 16 mei is er een brief verstuurd vanuit de Minister aan de Tweede Kamer met een update over de stand van zaken van het Wonen en Zorg voor Ouderen (WOZO) programma. Vanuit Verenso zijn we op verschillende manieren betrokken bij WOZO. In dit nieuwsbericht lichten we twee trajecten uit waar we als Verenso nauw bij betrokken zijn om de inbreng van de specialist ouderengeneeskunde te vertegenwoordigen op landelijk niveau.
Convenant Medisch Generalistische Zorg
We zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van het convenant Medisch Generalistisch Zorg. Daarover schrijft de Minister in haar brief:
‘Om de kennis en expertise van de specialisten ouderengeneeskunde ook voor ouderen die zelfstandig thuis wonen beschikbaar te hebben, is het traject van de Medisch generalistisch zorg (MGZ) gestart. In mijn brief van 4 juli 2022 gaf ik aan dat veldpartijen met elkaar afspraken maken over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen huisartsen, artsen gehandicaptenzorg en specialisten ouderengeneeskunde over de toegang tot en kwaliteit van MGZ. De wens van veldpartijen is om het traject per januari 2025 gereed te hebben. Ik ben verheugd dat partijen het concept convenant aan hun achterban hebben voorgelegd.’
Momenteel loopt een ledenraadpleging voor dit convenant. Bij Verenso krijgt dat vorm door middel van bespreking van het convenant met een groep leden. De input die de ledenraadpleging oplevert wordt meegenomen in de verdere implementatiefase die bij het convenant hoort.
Medisch inhoudelijk regiebehandelaarschap in de eerste lijn
Een andere mooie landelijke ontwikkeling die genoemd wordt in de brief van de Minister is een koppeling die vanuit WOZO gemaakt wordt naar de eerstelijnsvisie 2030 die onder het Integraal ZorgAkkoord (IZA) valt. Hierin wordt gesproken over medisch inhoudelijk regiebehandelaarschap in de eerste lijn waar we als Verenso hard voor lobbyen aan de verschillende bestuurs- en beleidstafels:
‘Eén van de onderwerpen die binnen de visie opgepakt zal worden is het regiebehandelaarschap. Op dit moment is de huisarts over het algemeen de regiebehandelaar voor (kwetsbare) ouderen in de thuissituatie, maar in sommige gevallen kan het passender zijn als de specialist ouderengeneeskunde deze rol (tijdelijk) overneemt dan wel als medebehandelaar fungeert. Deze rol moet afdoende ondersteund worden via de bekostiging. In de motie Slagt-Tichelman c.s. wordt verzocht hiernaar onderzoek te laten doen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft aangegeven dit op te pakken met de betrokken veldpartijen en dat het een plek krijgt in de doorontwikkeling.’
Herkenning en erkenning van de onmisbare rol van de specialist ouderengeneeskunde
We zijn blij dat de Minister herkent en erkent dat de rol van de specialist ouderengeneeskunde niet alleen in het verpleeghuis, maar ook extramuraal onmisbaar is. We blijven ons vanuit het bestuur en bureau van Verenso dan ook volop inzetten voor deze trajecten. Via de nieuwsbrief houden we jullie verder op de hoogte van ontwikkelingen rondom WOZO en de eerste lijn.
