Tijdens de COVID-19-pandemie hebben Verenso en de NVAVG elkaar in de samenwerking gevonden. Samen stelden de beide ledenverenigingen een behandeladvies op, dat veelvuldig van updates werd voorzien. Ook werkten ze actief samen aan de Wzd: ze maakten gezamenlijk een handreiking en ze behartigden samen de belangen van de leden aan de diverse belangentafels.
Vergelijkbare uitdagingen
Beide verenigingen en achterbannen worden met veel vergelijkbare uitdagingen aan de belangentafels geconfronteerd. Denk aan het stimuleren van meer aandacht voor beide beroepsgroepen (ook in de basisopleiding), het zorgen voor méér collega’s, het samenwerken in de regio en het genereren van voldoende gelden voor bijvoorbeeld richtlijnontwikkeling. Beide beroepsgroepen worden ook geconfronteerd met het voornemen van de regering om behandeling over te hevelen van de Wlz naar de Zvw.
Stevigere samenwerking vanuit de eigen identiteit
Voor beide verenigingen is dit een reden om de samenwerking steviger neer te zetten door het tekenen van een intentieverklaring. De verenigingen verklaren daar waar mogelijk de samenwerking te zoeken in de belangenbehartiging voor hun leden als artsen in de langdurige zorg. “Fijn dat de al goed lopende samenwerking nu nog frequenter wordt opgezocht”, zegt Matijn Coret, voorzitter van de NVAVG. “Onze samenwerking is aan de belangentafels al succesvol gebleken: samen zijn we sterker dan alleen. Beide verenigingen zoeken als zelfstandige partijen de samenwerking op, met ieder zijn eigen identiteit”, vervolgt Coret.
Ook Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso, is enthousiast: “Gezamenlijk kunnen we de standpunten van de artsen in de langdurige zorg nóg krachtiger brengen. We hebben al veel prettig samengewerkt de afgelopen COVID-19 periode en ik kijk uit naar een goed vervolg van deze mooie samenwerking.”
