Naar aanleiding van recente berichtgeving van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) brengen we u op de hoogte van een reeds bekende bijwerking van fluorchinolonen, te weten een verhoogd risico op achillespeesontstekingen en een achillespeesruptuur. Het CBG adviseert om bij patiënten met een verhoogd risico op deze zeldzame bijwerkingen eerst andere behandelopties te overwegen. Patiënten met een verhoogd risico zijn bijvoorbeeld patiënten met een nierfunctiestoornis, patiënten met solide orgaantransplantaties en patiënten die worden behandeld met corticosteroïden. Het CBG adviseert verder om, als er geen andere behandelopties zijn, in overleg met de patiënt(vertegenwoordiger) een goede afweging te maken van de voordelen en de risico’s van gebruik van deze middelen.
In de richtlijnen Urineweginfecties en Lage luchtweginfecties bij kwetsbare ouderen is ciprofloxacine als behandeloptie opgenomen. Bij de behandeling van een cystitis of een urineweginfectie met weefselinvasie biedt de richtlijn Urineweginfecties een aantal alternatieven en biedt daarmee mogelijkheden om bovenstaand advies van het CBG te volgen. Mocht een cystitis bij uitzondering toch met ciprofloxacine worden behandeld, dan adviseert de richtlijn een korte behandelduur (drie dagen). In de richtlijn Lage luchtweginfecties is het voorschrijven van ciprofloxacine gerelateerd aan onvoldoende klinische verbetering na 48 uur waarbij de andere behandeloptie een ziekenhuisopname is. Daarom zal zeker bij deze aandoening in specifieke situaties, in overleg met de patiënt(vertegenwoordiger), een afweging moeten worden gemaakt tussen de voordelen en de risico’s van het voorschrijven van ciprofloxacine, waarbij het uitgangspunt in de richtlijn is dat antibiotische behandeling alleen is geïndiceerd bij een ernstige lage luchtweginfectie, te weten een (mogelijke) pneumonie of lage luchtweginfectie met kans op een gecompliceerd beloop.
Meer informatie: Else Poot