Door het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde in combinatie met de toegenomen complexiteit van de medische zorg in het verpleeghuis neemt de belasting van het doen van ANW diensten toe voor specialisten ouderengeneeskunde. Een mogelijke oplossing is de inzet van basisartsen tijdens de dienst. Het werken tijdens ANW diensten vraagt andere competenties van een basisarts dan het werk overdag, zo ook in het verpleeghuis. Een organisatie die zich bezighoudt met het selecteren en inzetten van basisartsen tijdens ANW diensten in verpleeghuizen is ANW Nederland. Marjolein Vegers vertelt in dit artikel over hun werkwijze.
Disclaimer: de auteur van dit artikel is onder andere in dienst van ANW Nederland.
Inleiding
De medische zorg tijdens avonden, nachten en weekenden in het verpleeghuis wordt veelal verricht door de specialist ouderengeneeskunde middels bereikbaarheidsdiensten. Voorwaarde is dat de dienstdoende arts direct bereikbaar is en binnen 30 minuten ter plaatse kan zijn.1 Deze avond-, nacht- en weekend (ANW-)diensten zijn voor de specialisten ouderengeneeskunde een toenemende belasting geworden. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde en de toegenomen complexiteit van de medische zorg in het verpleeghuis.
Het is ook mogelijk om basisartsen in te zetten tijdens de ANW-diensten en specialisten ouderengeneeskunde als achterwacht in te plannen. De specialisten ouderengeneeskunde houden zo meer tijd over voor het werk overdag en zijn ook meer uitgerust de volgende ochtend.
In dit artikel wordt beschreven wat er organisatorisch nodig is om een op een veilige manier basisartsen in te zetten voor de ANW-diensten in het verpleeghuis, waarbij de werkwijze van ANW Nederland als voorbeeld is gebruikt.
De werkwijze van ANW Nederland
In 2013 werd ANW Nederland opgericht. Zij heeft een samenwerkingsmodel ontwikkeld, waarin zij samen met de opdrachtgevende zorgorganisatie de gehele organisatie van de bereikbaarheidsdiensten in het verpleeghuis vormgeeft.
ANW Nederland heeft (basis)artsen en specialisten ouderengeneeskunde in dienst. Deze artsen vervullen samen met de artsen van de zorgorganisatie de ANW-diensten. Vooraf wordt onderling afgesproken in welke frequentie de artsen van ANW Nederland worden ingezet. De insteek is om de dienst door een basisarts van ANW Nederland te laten doen met de specialist ouderengeneeskunde van de opdrachtgevende zorgorganisatie als achterwacht.2 ANW Nederland heeft ook zelf specialisten ouderengeneeskunde in dienst die als achterwacht kunnen werken.
De dagelijkse organisatie en uitvoer van de ANW-diensten wordt ondersteund door het ANW-portaal. Het ANW-portaal is een webbased softwaresysteem wat door ANW Nederland zelf is ontwikkeld. Hierin worden onder andere de diensten gepland en de verrichte werkzaamheden geregistreerd.
Taakdelegatie: basisarts als voorwacht
De voorwacht tijdens de ANW-diensten laten doen door basisartsen met de specialist ouderengeneeskunde als achterwacht is een vorm van verticale substitutie: een deel van de taken van de specialisten ouderengeneeskunde wordt verschoven naar basisartsen. In geval van verticale substitutie moeten er heldere afspraken zijn over het toetsen en beoordelen van de kwaliteit van de basisarts. De basisarts werkt altijd onder supervisie van een geneeskundig specialist, in dit geval de specialist ouderengeneeskunde.
"De basisarts is aansprakelijk voor het eigen medisch handelen en heeft zijn eigen verantwoordelijkheid als arts. De specialist ouderengeneeskunde blijft (eind)verantwoordelijk voor het medische behandelplan van de patiënt en het behaalde resultaat".3
Het werk als arts tijdens een ANW-dienst
Het werk tijdens een avond, nacht of weekend vraagt specifieke competenties van een arts, zo ook in het verpleeghuis. In tabel 1 staat een uitwerking van de competenties die van belang zijn voor een basisarts die ANW-diensten doet in het verpleeghuis. Als uitgangspunt is het competentieprofiel van de specialist ouderengeneeskunde genomen, zoals beschreven in het Landelijk Opleidingsplan voor specialisten ouderengeneeskunde.4
De sollicitatieprocedure: gesprek en kennistoets
Om basisartsen als voorwacht in te zetten tijdens de ANW-dienst in het verpleeghuis, is het van belang dat deze basisartsen zo veel mogelijk aan de in tabel 1 genoemde competenties voldoen. Bij ANW Nederland is de werving hier al op gericht: om de artsen te vinden die a priori al zoveel mogelijk de benodigde competenties bezitten, vraagt ANW Nederland om artsen met minimaal twee jaar relevante, klinische ervaring als arts.
In het sollicitatiegesprek met een recruiter van ANW Nederland worden deze competenties nagelopen. Daarnaast worden alle items van de sollicitatieprocedure die verplicht zijn volgens de vergewisplicht gecontroleerd, waaronder controle inschrijving in het BIG-register, navraag bij voormalige en/of huidige werkgevers en de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG).5
Als de sollicitant na bovenstaande procedure geschikt lijkt, ontvangt hij een uitnodiging om een digitale kennistoets te maken. Deze kennistoets is onderdeel van de sollicitatieprocedure van alle artsen, met uitzondering van specialisten ouderengeneeskunde. Specialisten ouderengeneeskunde worden na een goed verlopen sollicitatiegesprek en het positief voltooien van de vergewisplicht aangenomen.
De kennistoets is door ANW Nederland zelf ontwikkeld en bestaat uit 40 vragen over de diverse casuïstiek die een dienstdoende arts kan tegenkomen in het verpleeghuis. De sollicitant moet deze toets binnen twee uur afronden met een minimale score van 60%. Als deze score is behaald wordt de basisarts aangenomen. Bij een onvoldoende volgt er altijd een extra gesprek tussen de sollicitant en de specialist ouderengeneeskunde van ANW Nederland. Aan de hand van dit gesprek wordt besloten of de betreffende arts wel of niet aangenomen kan worden.
De kenmerken van de kennistoets staan beschreven in tabel 2. Elke toets wordt nagekeken door de specialist ouderengeneeskunde van ANW Nederland om ook de open vragen van een score te voorzien. De sollicitant krijgt de definitieve score te horen en krijgt daarnaast ook persoonlijke feedback op basis van de gegeven antwoorden.
In onderstaand kader staan een tweetal voorbeelden van vragen uit de kennistoets voor ANW-diensten in het verpleeghuis, die gesteld worden in de kennistoets die de sollicitanten maken.
Voorbeeld 1
U wordt op zaterdagochtend, rond 10.00 uur, gebeld over de heer Klaassen (82 jaar). Hij woont op een PG-afdeling van het verpleeghuis en is bekend met een gevorderde dementie van het type Alzheimer. Sinds twee dagen is hij toenemend onrustig en 's nachts slaapt hij nauwelijks. Hij blijft zowel overdag als 's avonds lopen, ondanks toenemende vermoeidheid. Hij is hierbij al een aantal keer gevallen met gelukkig geen ernstig letsel tot gevolg. Gisteravond is hier nog overleg over geweest met de dienstdoende arts. Deze arts heeft voor vannacht afgesproken om temazepam te geven.
De heer Klaassen is nu sinds 4.00 uur wakker en loopt sindsdien over de afdeling. Rond 8.00 uur was hij oververmoeid en de zorg heeft hem toen in de stoel gezet met een autogordel om. Na een half uur probeerde hij zich hier, al schreeuwend, uit te worstelen. Nadat de autogordel werd verwijderd hield hij op met schreeuwen. Nu loopt hij weer onrustig rond op de afdeling.
Vraag 1: Mag het vastzetten van de heer Klaassen in een stoel met autogordel voortgezet worden? Waarom wel/niet?
Vraag 2: Is het zinvol om de patiënt te gaan zien? Waarom wel/niet?
Vraag 3: Welke afspraken moeten er verder gemaakt worden voor deze patiënt?
Voorbeeld 2
Het is de zaterdagochtend van het Paasweekend (10.00 uur) en u wordt gebeld over mevrouw Huiberts. Zij is 92 jaar en verblijft sinds drie weken op de revalidatieafdeling om te herstellen na een bekkenfractuur. Ze mobiliseert op geleide van de pijn. Circa twee weken geleden is er diclofenac gestart, 3 dd 25 mg, in verband met heftige pijn van de rechterknie als gevolg van een artritis. Mevrouw Huiberts is verder bekend artrose, nierfunctiestoornissen e.c.i. (creatinineklaring 28 ml/min), hypothyreoïdie en obstipatie. Ze gebruikt de volgende medicatie, naast de bovengenoemde diclofenac: paracetamol 4 dd 500 mg, thyrax 1 dd 50 mcg, movicolon 1 dd 1 sachet, omeprazol 20 mg 1 dd 1. Mevrouw Huiberts geeft nu aan nog steeds veel pijn te hebben, met name aan de rechterknie. Ze zou graag meer mobiliseren, maar dat lukt nu niet goed door deze pijn. Ze slaapt ook slecht 's nachts. Dinsdag zou ze de behandeling evalueren met haar eigen arts, maar zo lang kan ze niet wachten.
Vraag: welke medicatiewijziging ten aanzien van de pijnstilling stelt u voor?
A. Ophogen van de dosering diclofenac.
B. Stoppen diclofenac en starten tramadol.
C. Diclofenac handhaven en dosering paracetamol verhogen.
D. Stoppen diclofenac en starten morfine in lage dosering.
E. Starten van tramadol.
F. Starten van morfine in lage dosering
Deze kennistoets is inmiddels door 180 artsen gemaakt. In tabel 3 staan de uitkomsten uitgewerkt. Circa de helft van de artsen die een onvoldoende haalden besloot zelf niet verder te gaan met de sollicitatieprocedure. Een aantal van hen gaven aan dat het werk toch moeilijker bleek dan ze vooraf dachten.
De werkafspraken tijdens de ANW-diensten
Basisartsen hebben tijdens de ANW-diensten altijd een specialist ouderengeneeskunde als achterwacht. ANW Nederland laat deze achterwacht het liefst invullen door een specialist ouderengeneeskunde die in dienst is bij de opdrachtgevende zorgorganisatie zelf. Dit heeft als voordeel dat deze specialist ouderengeneeskunde ook goed kan ondersteunen bij organisatorische vragen en lokale afspraken rondom bijvoorbeeld spoedopnames. Als dit niet mogelijk is, dan vervult een specialist ouderengeneeskunde van ANW Nederland de achterwacht.
Om duidelijkheid te scheppen in de verantwoordelijkheden tijdens de dienst, heeft ANW Nederland een aantal algemene werkinstructies ontwikkeld voor de basisartsen. Hierin wordt beschreven waar een goede rapportage tijdens een ANW-dienst in het medisch dossier tenminste uit moet bestaan. Daarnaast wordt uitgebreid beschreven welke casuïstiek en situaties in ieder geval met de achterwacht besproken moeten worden. De basisartsen worden geïnstrueerd om laagdrempelig met hun achterwacht te overleggen.
Een belangrijke voorwaarde die ANW Nederland stelt aan de samenwerking met een zorgorganisatie is dat de dienstdoende artsen (voor- en achterwacht) altijd toegang hebben tot het elektronisch patiëntendossier (EPD) en elektronisch voorschrijfsysteem (EVS). De basisartsen die dienst doen krijgen een persoonlijke inlogcode, zodat ze zelf kunnen lezen en rapporteren in het EPD en veilig medicatie kunnen voorschrijven in het EVS.
Alle artsen (van ANW Nederland èn de zorgorganisatie) hebben toegang tot het portaal van ANW Nederland. Een belangrijk onderdeel van dit portaal zijn de werkinstructies waarin per locatie onder andere de adresgegevens, inhoud van de noodvoorraad en belangrijkste lokale afspraken staan vermeld. In dit portaal kunnen de dienstdoende artsen hun werkzaamheden registreren. Daarnaast is hier altijd de planning van alle ANW-diensten terug te vinden met de contactgegevens van de collega-artsen uit dezelfde pool. Zo is het mogelijk om onderling te communiceren als er vragen zijn buiten de diensten om.
Evaluatie van de basisartsen
Voor een zorgorganisatie is het spannend om de voorwacht van de ANW-dienst te laten doen door een basisarts die ze niet kennen. Er is immers weinig direct zicht op het functioneren van deze arts. Tussen de zorgorganisaties en ANW Nederland worden regelmatig evaluatiemomenten georganiseerd. Deze evaluaties vinden plaats met zowel het management als de vakgroep specialisten ouderengeneeskunde. Eén van de evaluatiepunten tijdens deze overleggen is het functioneren van de basisartsen van ANW Nederland.
Voor de basisartsen die in dienst komen bij ANW Nederland is een evaluatieschema ontwikkeld. Hierin zijn vaste contactmomenten opgenomen tussen de basisarts en een medewerker van ANW Nederland. Tevens zitten er momenten in met aanvullende kennistoetsen en het geven van feedback op hun rapportage tijdens de dienst. In de evaluaties met de artsen worden behalve de verbeterpunten ook altijd de positieve punten besproken.
ANW Nederland heeft een specialist ouderengeneeskunde en docent in dienst die voor alle artsen laagdrempelig bereikbaar is om casuïstiek te bespreken. Hier wordt regelmatig gebruik van gemaakt. Als er een klacht komt vanuit een zorgorganisatie over het handelen van één van de basisartsen, dan wordt er contact opgenomen met zowel de klager als de arts van ANW Nederland. Na een eerste inventarisatie wordt onderling overlegd hoe deze klacht verder opgepakt dient te worden en met wie.
Zoals bij elke samenwerking is het van belang dat er onderling feedback gegeven kan worden. Hierboven is beschreven hoe de basisartsen en specialisten ouderengeneeskunde van ANW Nederland feedback ontvangen op hun handelen. Vanuit ANW Nederland wordt er ook feedback gegeven naar de zorgorganisatie, bijvoorbeeld als tijdens ANW-diensten blijkt dat er zaken organisatorisch niet op orde zijn.
Conclusie
In het kader van taakdelegatie is het mogelijk om basisartsen de voorwacht van de ANW-diensten in het verpleeghuis te laten doen. Er moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden om dit op een veilige en kwalitatief goede manier te organiseren. Gezien de benodigde competenties is het van belang om kritisch te kijken naar welke basisarts geschikt is om dit werk te doen. ANW Nederland gebruikt hiervoor een uitgebreide sollicitatieprocedure met onder andere een uitgebreid sollicitatiegesprek en een kennistoets. De basisarts heeft altijd een specialist ouderengeneeskunde als achterwacht. Het is van belang dat er heldere werkinstructies zijn voor de basisarts en de achterwacht over zowel inhoudelijke als organisatorische aspecten tijdens de ANW-dienst. De basisarts en de achterwacht moeten allebei toegang hebben tot het EPD en het EVS van de zorgorganisatie. Alleen dan beschikken zij over voldoende informatie om kwalitatief goede medische zorg te verlenen. Er moet altijd ruimte en tijd zijn voor het geven van feedback onderling, tussen de basisartsen en specialisten ouderengeneeskunde, tussen de artsen en de andere betrokkenen (zoals de zorg) tijdens de ANW-dienst en tussen de betrokken organisaties onderling.
Waarom kiezen basisartsen voor ANW Nederland?
De basisartsen en specialisten ouderengeneeskunde die bij ANW Nederland werken kiezen voor het doen van ANW-diensten vanwege de flexibiliteit van het werken. Ze kunnen zelf hun beschikbaarheid aangeven in het ANW-portaal. Tijdelijk meer of minder werken is altijd mogelijk. Voor de ene arts zijn deze werkzaamheden goed te plannen rondom de thuissituatie en voor de ander is het gemakkelijk te combineren met andere werkzaamheden. Basisartsen die bezig zijn met een promotietraject doen bijvoorbeeld graag ANW-diensten in een verpleeghuis om zo nog klinisch werk te blijven doen naast het wetenschappelijke onderzoek. De basisartsen vinden het werken in het verpleeghuis veelal interessant en leerzaam. Ook als ze later kiezen voor een ziekenhuisspecialisatie of de huisartsgeneeskunde, zijn ze blij met deze extra werkervaring. De afgelopen jaren raakte een aantal artsen van ANW Nederland meer geïnteresseerd in de ouderengeneeskunde en zij hebben gekozen voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Een leuke afgeleide!
Auteur(s)
- Marjolein Vegers, specialist ouderengeneeskunde & docent. Werkzaam bij ANW Nederland, SOON en binnen de zorg voor verstandelijk en lichamelijk beperkten.
Literatuur
- Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, Zorginstituut Nederland (2017): https://www.zorginstituutnederland.nl/werkagenda/publicaties/publicatie/2017/01/13/kwaliteitskader-verpleeghuiszorg
- ANWNederland.nl: https://anwnederland.nl/
- Handreiking Taakherschikking, Verenso (2017): https://www.verenso.nl/kwaliteit-en-richtlijnen/richtlijnendatabase/taakherschikking
- Landelijk Opleidingsplan voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, SOON (2016): https://www.soon.nl/images/Landelijk_opleidingsplan_digitale_versie.pdf(bijlage 4).
- Rijksoverheid.nl over de ‘Vergewisplicht’: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-van-de-zorg/vraag-en-antwoord/vergewisplicht