Estafette ... Rianne Godfried
In de Estafette interviewen we enthousiaste specialisten ouderengeneeskunde en aios, dit keer met Rianne Godfried. Zij kreeg het estafettestokje overgedragen van Floris Booij.
Rianne Godfried is specialist ouderengeneeskunde sinds 2011 en werkt bij verpleeghuis Maria-Oord in Vinkeveen. Daarnaast geeft ze onderwijs aan geneeskundestudenten van VUmc.
1. Hoe kwam je voor het eerst in aanraking met de ouderengeneeskunde?
In het eerste jaar van de geneeskundestudie deed ik mijn zorgstage in Maria-Oord in Vinkeveen. Dat vond ik zo leuk, dat ik er tijdens de studie ben blijven werken als verzorgende. Als anios koos ik voor neurologie, omdat ik toen nog dacht dat ik neuroloog wilde worden. Daar vond ik de oudere patiënten het interessantst: al die problemen in één patiënt! Ik besloot om te solliciteren voor de opleiding specialist ouderengeneeskunde, vanuit de gedachte ‘we zien wel waar het schip strandt’. Ik heb er nooit een seconde spijt van gehad.
2. Wat vind je zo mooi aan ons vak?
Het mooiste vind ik dat je de volledige patiënt ziet. Je kijkt niet alleen naar de ziekte, maar ook naar het geheel, de patiënt met z’n mantelzorger, zijn hele netwerk. En je doet het samen, met het hele multidisciplinaire team. Vanuit elke hoek bekijk je: wat zijn de problemen waar deze patiënt tegenaan loopt en hoe kunnen we de situatie verbeteren? Het zijn soms hele simpele, monodisciplinaire problemen, maar vaker is het multiproblematiek. Dat is het mooie en interessante aan ons vak: met elkaar zoeken naar soms iets groots en soms iets kleins, maar altijd naar hoe we het beter kunnen maken voor de patiënt.
3. Welke patiënt zal je altijd bijblijven?
Wat ons vak ook mooi maakt is dat je patiënten heel lang kunt vervolgen. Dat gebeurde bij deze mevrouw. Ik werd door de huisarts in consult gevraagd voor een cognitieve screening bij een mevrouw in een aanleunwoning. Ik heb toen de diagnose ‘dementie’ gesteld. Jaren later kwam zij op de dagbehandeling, waar ik toevallig ook als arts aan was verbonden. En weer later verhuisde ze naar een dementieafdeling, toevallig ook weer mijn afdeling. Zo heb ik die mevrouw en haar zoon door het hele proces kunnen begeleiden. Op een dag werd ze acuut benauwd. We hadden al advance care planning gedaan en besloten om niet in te sturen. Toen ze overleed stond ik erbij. We hadden echt een band opgebouwd en met deze mensen was het extra mooi omdat ik het hele dementieproces van begin tot eind had meegemaakt.
4. Welk advies zou je jongere collega's willen meegeven?
Als je naar je eigen toekomst kijkt als dokter, denk dan in kleine stappen. Ik zie het in mijn functie als docent voor geneeskundestudenten maar ook als collega van jonge basisartsen of specialisten ouderengeneeskunde die net klaar zijn met hun opleiding: de meeste zijn heel ambitieus en willen zo snel mogelijk door. Maar je hoeft niet in het eerste jaar vakgroepvoorzitter te worden of een kaderopleiding te volgen. Wen eerst even aan je werk als dokter of specialist ouderengeneeskunde en neem pas na een paar jaar een vervolgstap.
5. Hoe kijk je zelf aan tegen het ouder worden?
Ik heb er eigenlijk geen moeite mee, ik heb zelf nog geen lichamelijke ongemakken. Laatst ben ik weer gaan tennissen en merkte ik dat mijn conditie niet meer is zoals vroeger, maar dat is niet erg: ik heb geaccepteerd dat ik Wimbledon niet zal halen. Ouder worden vind ik juist fijn. Je hebt meer rust, meer structuur. Je levert elke keer wat in van je lichamelijke functioneren, maar als je telkens kijkt wat voor mogelijkheden er wel zijn, dan pas je je aan. Dat aanpassen heb ik dan toch liever dan heel jong overlijden. Ik zou heel oud willen worden.
Ik geef het stokje door aan...
Ariadne Meiboom, omdat zij als specialist ouderengeneeskunde in een heel andere tak van sport terecht gekomen is: het onderwijs. Ze straalt uit dat ze trots is op het werk dat ze levert.
Auteur
- Nienke Fleuren, aioto ouderengeneeskunde, AmsterdamUMC