Knelpunten Wzd onder de aandacht gebracht
Verenso en de NVAVG behartigen de belangen van en ondersteunen de achterban
Jolijn van Uden, Roy Knuiman, Else Poot, Saskia van Eck
Inleiding
Sinds de Wet zorg en dwang (Wzd) op 1 januari 2020 in werking is getreden zijn zorginstellingen en professionals druk bezig met de implementatie van de wet. Ook bij Verenso en de NVAVG is de Wzd een onderwerp dat de gemoederen flink bezighoudt door deelname aan diverse landelijke tafels die VWS heeft geïnitieerd de afgelopen periode. Aan deze landelijke tafels, zoals de landelijke werkgroep Wzd en de stuurgroep Wzd, worden de belangen van de specialist ouderengeneeskunde en de arts voor verstandelijk gehandicapten behartigd en worden knelpunten die leden inbrengen onder de aandacht gebracht. Een onderdeel daarvan is een gezamenlijke input van Verenso en de NVAVG op de wetsevaluatie Wzd die wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast landelijke belangenbehartiging ondersteunen Verenso en de NVAVG hun leden bij de implementatie van de wet met verschillende activiteiten en producten. In dit artikel worden de belangrijkste knelpunten en voorgestelde oplossingsrichtingen uitgelicht en daarnaast worden ervaringen van het implementatietraject gedeeld.
De grootste knelpunten
De Wet zorg en dwang (Wzd) is, net als de Wet verplichte GGZ (Wvggz) en de Wet forensische zorg op 1 januari 2020 in werking getreden. De beide wetten Wzd en Wvggz vervangen daarbij één wet die voorheen van toepassing was, de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Verenso en de NVAVG onderschrijven de doelen van de Wzd volledig: het inzetten van onvrijwillige zorg als laatste redmiddel en alleen als dit niet anders kan en er geen minder ingrijpend alternatief is. Dat wil zeggen: alleen als het noodzakelijk, geschikt en proportioneel is. Er zijn echter nog wel een aantal belangrijke knelpunten ten aanzien van de uitvoerbaarheid.
1. Splitsing wetten
Ten eerste heeft het splitsen in twee wettelijke regimes geleid tot onduidelijkheden over welk van de twee van toepassing is. Er ontstaan bijvoorbeeld situaties waarin cliënten met multiproblematiek ongewenst van behandelplek moet wisselen doordat zij een maatregel onder het andere rechtsregime opgelegd krijgen.
2. Administratieve last
Een ander knelpunt is de hoge (administratieve) last voor professionals, die met name wordt veroorzaakt door de verschillende onderdelen van het Wzd-stappenplan. In het Wzd stappenplan is bijvoorbeeld opgenomen dat er op een bepaald punt een externe deskundige moet worden ingeschakeld die niet werkzaam is bij de eigen zorgorganisatie. Die voorwaarde leidt tot praktische problemen en dient geen doel aangezien zorgprofessionals hun eigen professionele verantwoordelijkheid hebben om hun beroep uit te oefenen volgens de normen van hun beroepsgroep, ongeacht voor welke zorgorganisatie zij werken.
De bureaucratie rondom het Wzd stappenplan leidt tot enorm hoge kosten
Bovendien mist er een overzicht van de wijzigingen sinds de invoering van de wetten en een integrale wettekst, dus het kost veel tijd om uit te zoeken wat de regels zijn. De bureaucratie rondom het Wzd stappenplan leidt tot enorm hoge kosten wat blijkt uit het recente bericht van de Nza waarin zij melden dat de Wzd jaarlijks 111 miljoen euro aan extra kosten met zich meebrengt. Verenso en de NVAVG denken dat deze kostenoverschrijding zelfs nog een voorzichtige berekening is.
3. Ambulante toepassing wet
Een derde knelpunt is de ambulante toepassing van de Wzd, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonvorm, op de dagbesteding of bij de cliënt thuis. Essentiële randvoorwaarden om de Wzd ambulant te kunnen toepassen ontbreken nog zoals financiering van betrokken professionals, duidelijkheid over verantwoordelijkheidsverdeling tussen disciplines en het benodigde 24/7 toezicht. Zie ook het standpunt van Verenso/NVAVG over de ontbrekende voorwaarden van ambulante toepassing van de Wzd op de website van Verenso.
4. Verantwoordelijkheidsverdeling
Daarnaast is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het grote aantal functionarissen binnen de Wzd en Wvggz (zorgverantwoordelijke, Wzd-functionaris, externe deskundige, zorgverlener, behandelend arts, cliëntvertrouwenspersoon en anderen) een punt van aandacht. In de praktijk is het daardoor lang niet altijd duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.
5. Procedures rechterlijke machtiging en inbewaringstelling
Wat Verenso en de NVAVG ook terugkrijgen uit de praktijk is dat er onnodige procedures voor een rechterlijke machtiging (RM) of inbewaringstelling (IBS) worden ingezet. Het is de bedoeling dat deze procedures alleen worden ingezet als er sprake is van consistent verzet, maar in de praktijk wordt er te snel verzet aangenomen waardoor een RM later weer teruggedraaid moet worden. Dit geeft onnodige emotionele- en tijdsbelasting voor cliënten, naasten en professionals. Verenso en de NVAVG krijgen signalen dat het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) soms sturende vragen lijkt te stellen zoals ‘Wilt u op een gesloten afdeling worden opgenomen?’. Deze vraagstelling is ook niet in overeenstemming met de Wzd, want daarin wordt niet uitgegaan van afdelingen, maar wordt individueel gekeken naar vormen van onvrijwillige zorg zoals insluiting.
Essentiële randvoorwaarden om de Wzd ambulant te kunnen toepassen ontbreken nog
6. Uitwisseling van gegevens
Ook gegevensuitwisseling is een knelpunt. Het is heel belangrijk dat gegevens uitgewisseld kunnen worden met alle deskundigen die een rol spelen bij de uitvoering van het stappenplan, maar voor de uitwisseling met de externe deskundige is dit niet duidelijk vastgelegd in de wet.
7. Wzd versus WGBO
Als laatste is het niet altijd duidelijk wat de grens is tussen de Wzd en de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO).
Wat is dan de oplossing?
In de input voor de wetsevaluatie illustreren Verenso en de NVAVG niet alleen de knelpunten, maar dragen ze ook verbeterpunten en concrete oplossingsrichtingen aan voor vereenvoudiging en verbetering van de Wzd.
1. Eén wettelijke regeling
In de eerste plaats stellen Verenso en de NVAVG voor om één wettelijke regeling met eenduidige en eenvoudige procedures met minimale administratieve lasten te overwegen. De Wvggz en de Wzd zijn weliswaar voor andere patiëntgroepen, maar gaan in de kern over hetzelfde, namelijk zorg onder dwang. Een alternatief is een dakpanconstructie waarbij een maatregel uit het ene regime nog enige tijd geldig is in het andere rechtsregime zodat de cliënt de juiste zorg op de juiste plek kan krijgen en de gedwongen opnametitel daaropvolgend is.
2. Verminderen administratieve lasten
Vervolgens pleiten Verenso en de NVAVG voor het verminderen van administratieve lasten, door meer maatwerk mogelijk te maken binnen het Wzd stappenplan. Daarmee hoeft het bijvoorbeeld niet voor de hand te liggen om dezelfde zware procedure in te zetten voor lichtere vormen van onvrijwillige zorg ten opzichte van zware vormen. Verenso en de NVAVG stellen ook voor om de mogelijkheid te geven om een externe deskundige uit de eigen organisatie in te schakelen, mits deze minimaal 1 jaar niet bij de zorg betrokken is (vergelijkbaar met de eisen voor de arts die een medische verklaring mag opstellen). De beide beroepsverenigingen vinden dat we terug moeten naar de intentie van de wet waarbij de patiënt weer voorop staat. De komende tijd zal, ook op verzoek van VWS, worden benut om kritisch te verkennen waar het stappenplan vereenvoudigd en/of versoepeld kan worden.
Overweeg één wettelijke regeling met eenvoudige procedures
en minimale administratieve lasten
Verenso en de NVAVG hebben in juni dit jaar in het kader van de Reparatiewet voor de Wzd gewezen op het verminderen van administratieve lasten voor specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten. Op verschillende punten heeft dit effect gehad, doordat de Tweede Kamer diverse amendementen heeft aangenomen die de uitvoerbaarheid op onderdelen verlicht. Een daarvan betreft het amendement dat de extern deskundige weliswaar onafhankelijk moet zijn -dus niet de behandelend arts- maar deze binnen de eigen zorgorganisatie gezocht mag worden. Als ook de Eerste Kamer hiermee instemt, zal deze aanpassing ingevoerd worden.
3. Randvoorwaarden voor ambulante toepassing
Voor het knelpunt van de ambulante toepassing hebben Verenso en de NVAVG al meerdere malen aangegeven dat het noodzakelijk is om eerst de hier bovengenoemde randvoorwaarden op orde te krijgen voor de Wzd verantwoord toegepast kan worden in de ambulante setting.
4. Heldere verantwoordelijkheidsstructuur
Als vierde roepen Verenso en de NVAVG op om versnippering van verantwoordelijkheden te voorkomen en tot een heldere verantwoordelijkheidsstructuur te komen.
5. Duidelijke procedures RM en IBS
Om onnodige RM en IBS -procedures te voorkomen vinden Verenso en de NVAVG dat er een duidelijke procedure ontwikkeld moet worden waarbij standaard het oordeel van de behandeld arts vooraf wordt meegewogen. Nu wordt alleen het oordeel van de arts die de medische verklaring afgeeft meegewogen. Dan is de RM-procedure echter al ingezet, dus dat is te laat. Verenso en de NVAVG zijn momenteel samen met V&VN in constructief overleg met het CIZ om tot oplossingen te komen voor ervaren knelpunten.
6. Gegevensuitwisseling extern deskundige opnemen
Daarnaast zou gegevensuitwisseling met een externe deskundige expliciet vermeld moeten worden in artikel 10 lid 9.
7. Duidelijker onderscheid tussen Wzd en WGBO
Tenslotte moet, volgens Verenso en de NVAVG, de grens tussen de Wzd en WGBO duidelijker worden omschreven in de wet.
Verenso en de NVAVG blijven erop aandringen dat bovenstaande knelpunten en verbeterpunten die zij hebben aangedragen in het kader van de wetsevaluatie meegenomen worden in de komende reparatiewetgeving. Eind 2021 zal naar verwachting het rapport van de wetsevaluatie worden opgeleverd. Verenso en de NVAVG hebben de input hiervoor al aangeleverd door bovengenoemde knelpunten en oplossingsrichtingen aan te dragen en zullen dat samen met andere veldpartijen dit jaar ook blijven doen.
Verenso en de NVAVG blijven erop aandringen dat deze verbeterpunten
meegenomen worden in de komende reparatiewetgeving
Al veel werk verzet door de specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten
Naast alle knelpunten en punten die verbeterd zouden kunnen worden zijn er ook positieve kanten aan de implementatie van de Wzd. Zo heeft het geleid tot een mooie samenwerking tussen Verenso en de NVAVG. Ook met andere (veld)partijen is veel constructief overleg geweest. Over bijvoorbeeld crisiszorg zijn er bovendien al afspraken gemaakt met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), ActiZ, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Zorginstituut Nederland (ZN) en het ministerie van VWS. Deze afspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsmodel.
Daarnaast zijn er ook veel stappen gemaakt binnen de zorginstellingen met betrekking tot de implementatie van de wet. Verenso en de NVAVG hebben hierin ondersteund door een implementatietraject, het organiseren van verschillende activiteiten en het ontwikkelen van ondersteunende producten. Zo zijn er bijvoorbeeld live webinars uitgezonden over de Wzd waar grote belangstelling voor bleek te zijn. Sprekers gingen samen in discussie over casussen uit de praktijk van de specialist ouderengeneeskunde en arts voor verstandelijk gehandicapten en kijkers konden live vragen stellen. De webinars zijn ook nu nog on-demand te bekijken in de Verenso leeromgeving. In diezelfde leeromgeving is ook de e-learning Wzd te vinden die Verenso en de NVAVG samen hebben ontwikkeld en waar al vele specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten aan zijn begonnen. Daarnaast waren ook de Wzd sessies met de IGJ en het CIZ populair. In korte tijd waren alle beschikbare plekken gevuld voor een digitale sessie waarin respectievelijk IGJ-inspecteurs en CIZ-adviseurs een presentatie gaven en vragen beantwoordden over hun rol binnen de Wzd.
De Wzd heeft geleid tot een mooie samenwerking tussen Verenso en de NVAVG
Uit de evaluatie bleek dat deelnemers het heel waardevol vonden om hun vragen te kunnen stellen aan deze organisaties. Voor iedereen die de sessies heeft gemist is een verslag met de highlights terug te lezen op de website van Verenso. Naast de activiteiten met een groot aantal deelnemers, waren er ook een aantal instellingen die hebben deelgenomen aan een intensiever éénjarig implementatietraject bestaande uit verschillende bijeenkomsten waarin de implementatie van de handreiking Wzd centraal stond. Vooral het uitwisselen van tips en ervaringen werd zeer gewaardeerd door de deelnemers. Één van de deelnemers zegt: “het mooie van de bijeenkomsten is dat iedereen zoekende is en dan is het fijn om samen naar oplossingen te zoeken.” Informatie over alle bovenstaande activiteiten is te vinden op de website van Verenso. Hier zijn ook verschillende producten te vinden zoals de handreiking Wzd voor specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten, handvatten voor het inschakelen van de externe deskundige, implementatie handleiding, checklist op basis van het toetsingskader IGJ en meer. Op het moment zijn er al weer nieuwe activiteiten en producten in voorbereiding waaronder Wzd filmpjes. Volg de nieuwsbrief van Verenso om op de hoogte te blijven van het Wzd nieuws en alle aankomende activiteiten.
‘Het mooie is dat iedereen zoekende is en dan is het fijn om samen naar oplossingen te zoeken.’
Auteurs
- Jolijn E.J. van Uden Msc, projectmedewerker, Verenso
- mr. Roy B.J. Knuiman, juridisch beleidsadviseur, Verenso
- drs. Else Poot, beleidsadviseur/teammanager, Verenso
- drs. Saskia van Eck, senior beleidsmedewerker, NVAVG