Wernicke-Korsakov syndroom
Vaker en minder sluipend dan meestal wordt aangenomen
Preventieve en tijdige behandeling van een Vitamine B1-gebrek bij alcoholisten voorkomt het syndroom van Korsakov. Dat blijkt uit het proefschrift van specialist ouderengeneeskunde Jan Wijnia, ‘Early Detection of Mental and Motor Symptoms in the Wernicke-Korsakoff Syndrome’. Jan Wijnia promoveerde op 17 november 2015 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vanuit verschillende invalshoeken heeft Jan Wijnia, als specialist ouderengeneeskunde werkzaam bij Slingedael Korsakovcentrum van Lelie zorggroep te Rotterdam, onderzoek verricht bij patiënten met het Wernicke-Korsakov syndroom die zijn opgenomen in het verpleeghuis. Het resultaat is een boeiend en veelzijdig proefschrift, bestaande uit elf hoofdstukken. In het proefschrift beschrijft de onderzoeker vooral de vroegsignalering van mentale en motore verschijnselen bij het Wernicke-Korsakov syndroom. Een aantal hoofdstukken gaat over Vitamine D en alcoholisme. Zeven hoofdstukken zijn inmiddels als artikel gepubliceerd of ‘submitted’ in peer-reviewed internationale tijdschriften, en een hoofdstuk is gepubliceerd als ‘Letter to the Editor’. De overige hoofdstukken geven informatie over de achtergrond van het onderzoek, de onderzoeksvragen, het ziektebeeld Wernicke-Korsakov syndroom en de behandeling ervan met thiamine.
Delier
Hoofdstuk 3 betreft een beschrijvend, retrospectief onderzoek naar de relatie tussen delirante verschijnselen en een niet-ontdekte Wernicke encephalopathie bij alcoholonttrekking. Het belang van tijdige herkenning en behandeling van een onvolledige presentatie van een Wernicke encephalopathie wordt door de onderzoeker benadrukt om verdere neurologische schade door Vitamine B1-gebrek te voorkomen.
Aan de hand van een casus wordt in hoofdstuk 4 het beloop geschetst van de mentale verschijnselen en de loopproblemen bij het Wernicke-Korsakov syndroom De onderzoeker concludeert dat een slechte mobiliteit, een delier of een gestoord bewustzijn al uitingen kunnen zijn van een actieve Wernicke encephalopathie.
Hoofdstuk 5 betreft een systematisch literatuuronderzoek naar het verband tussen Vitamine B1-gebrek en delier. In het onderzoek komen drie kandidaat-biomarkers naar voren, die een sterk verband vertonen met het optreden van een delier. De onderzoeker veronderstelt dat ontregeling van de microglia-activatie een mechanisme is waardoor Vitamine B1-gebrek kan leiden tot een delier en verminderde hersenfunctie bij het Wernicke-Korsakov syndroom.
Infecties
In hoofdstuk 6 wordt een beschrijvend, retrospectief onderzoek toegelicht naar de aanwezigheid en gevolgen van infecties bij mensen met een Wernicke encephalopathie. De onderzoeker komt tot de conclusie dat patiënten bij wie zich het Wernicke-Korsakov syndroom ontwikkelt, kans lopen op slechtere neuropsychologische uitkomsten als er in de beginfase infecties aanwezig waren.
Spierzwakte
Hoofdstuk 7 betreft een literatuuronderzoek naar het voorkomen van spierzwakte bij chronisch alcoholisme. De onderzoeker vindt een samenhang tussen langdurig alcoholmisbruik en verlaagde waarden van magnesium, fosfaat en Vitamine D. Hij vermoedt dat deze tekorten van invloed kunnen zijn bij het ontstaan van chronische alcoholische myopathie.
In hoofdstuk 8 beschrijft de onderzoeker een onderzoeksprotocol voor een zogenoemde randomized controlled trial naar het effect van Vitamine D-verstrekking bij alcoholisme en Vitamine D-tekort. Deelnemers bekend met alcoholisme en een Vitamine D-tekort worden per loting toegewezen aan het ‘Vitamin D Intensive Outreach’ (VIDIO)-programma bestaande uit een hoge dosering Vitamine-D suppletie door de Straatdokter van de GGD in Rotterdam of ‘Care as Usual’ (CAU) bestaande uit de normale dosering Vitamine D-suppletie.
Hoofdstuk 9 betreft een hypothese. De onderzoeker doet de suggestie om de cognitieve stoornissen bij het Wernicke-Korsakov syndroom te zoeken in de zenuwbanen die de voorste hersengebieden en de ‘uitvoerende hersenfuncties’ verbinden met de kleine hersenen.
Vanuit de praktijk
Jan Wijnia heeft onderzoek verricht vanuit de praktijk en een proefschrift geschreven over een doelgroep waarvoor nog weinig wetenschappelijke aandacht is. Uit zijn onderzoeksresultaten blijkt dat het Wernicke-Korsakov syndroom vaker en minder sluipend voorkomt dan meestal wordt aangenomen. De acute Wernicke-fase wordt gemakkelijk verward met het alcoholonttrekkingsdelier en gaat gepaard met delirante verschijnselen en loopstoornissen, zoals Jan in het motto van zijn proefschrift aangeeft: ‘Wêr no op ta? sei de drankman doe’t er fallen wie’ ('Waar nu naartoe, zei de alcoholist toen hij gevallen was' ).
Verder ontstaan de verschijnselen van het Wernicke-Korsakov syndroom vaak al enkele uren tot dagen voor een ziekenhuisopname en is het begin te herkennen aan infecties en vooral aan de aanwezigheid van een delier bij een alcoholist die niet kan lopen. De infecties zijn ernstig en komen vaak voor. Een delier komt meestal niet door het stoppen of verminderen van alcoholgebruik, maar wordt door het thiaminegebrek zelf veroorzaakt. De acute Wernicke encephalopathie gaat, indien niet tijdig herkend en behandeld, in ongeveer 80 procent van de gevallen over in het (chronische) syndroom van Korsakov.
Veel ervaring
Jan Wijnia heeft veel ervaring met patiënten met het Wernicke-Korsakov syndroom, die zowel ter observatie en diagnostiek als langdurig zijn opgenomen in verpleeghuis Slingedael. Hij heeft ervaren dat de medische zorg voor verwarde alcoholisten lang niet altijd optimaal is en door hulpverleners als weinig uitdagend wordt ervaren. Met dit onderzoek heeft hij het belang aangetoond van een vroegtijdige herkenning en behandeling van een Wernicke encephalopathie. Preventieve en tijdige behandeling van een Vitamine B1-gebrek bij alcoholisten voorkomt daarmee het syndroom van Korsakov, dat zich kenmerkt door ernstige stoornissen van met name het expliciete geheugen, executieve functiestoornissen en gebrek aan ziekte-inzicht. Comorbide psychiatrische en somatische aandoeningen en probleemgedrag zijn vaak aanwezig. Patiënten met het syndroom van Korsakov kunnen meestal niet meer zelfstandig wonen en hebben 24-uurs begeleiding en zorg nodig. Door de complexe aard van het ziektebeeld en de hoge zorgbehoefte is langdurige verpleeghuisopname op een gespecialiseerde verpleeghuisafdeling noodzakelijk.
Tijdens de verdediging van zijn proefschrift kon Jan Wijnia de pittige en af en toe kritische vragen van de opponenten goed beantwoorden. Een van de opponenten vroeg zich zelfs vertwijfeld af of er een verschil zou kunnen bestaan tussen het IC-delier en het Wernicke-delier, waarop de promovendus diplomatiek voorstelde om dat te gaan onderzoeken. Aan het einde van de promotieplechtigheid nam een verheugde ‘doctor dokter Jan’ de doctorsbul in ontvangst.