Kennistoets: Preventiebeleid
In deze in ere herstelde rubriek, testen wij uw kennis op preventie- en hygiënebeleid . Dit op basis van de WIP-richtlijn BRMO voor de verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen.
1. Op een woongroep in uw verpleeghuis/woonzorgcentrum wordt bij een patiënt een besmetting geconstateerd met een ESBL-producerende darmbacterie in de urine. Als behandelend specialist ouderengeneeskunde adviseert u:
a. een acuut contactonderzoek en
b. extra preventieve maatregelen voor alle op de woongroep verblijvende
medepatiënten.
Welk antwoord is juist?
1. a=juist, b=juist
2. a=juist, b=onjuist
3. a=onjuist, b=juist
4. a=onjuist, b=onjuist
2. De bij vraag 1 genoemde patiënt is nu al langere tijd niet ziek geweest en niet met antibiotica behandeld. U hoopt dat het dragerschap inmiddels spontaan over is en besluit om opnieuw te gaan kweken. U neemt een urinekweek af en deze blijkt negatief. Voor de zekerheid neemt u een week later nogmaals een urinekweek af en gelukkig is ook deze is negatief. U besluit alle aanvullende infectiepreventie maatregelen op te heffen.
Is deze handelswijze juist of onjuist?
3. Sinds een aantal jaren is de WHO bezig met een wereldwijde campagne om in zorginstellingen de vijf handhygiëne momenten te promoten. Deze betreffen:
- voor contact met de patiënt;
- voor een schone handeling (bijv. wondverzorging, katheterisatie e.d.);
- na contact met lichaamsmaterialen en vloeistoffen;
- na fysiek patiëntencontact;
- na fysiek contact met de omgeving van de patiënt.
De vijf handhygiëne momenten vormen een belangrijk onderdeel van de WIP-richtlijn ‘handhygiëne’ voor verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen.
Is deze stelling waar of niet waar?
4. De WIP stelt zich als doel om voor zowel de ziekenhuizen als de verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen protocollen te ontwikkelen die voor alle betrokkenen compleet en toegankelijk zijn.
Is deze stelling waar of niet waar?
5. Een stethoscoop hoeft men alleen te desinfecteren als deze in contact geweest is met bloed of andere lichaamsvochten.
Is deze stelling waar of niet waar?
6. De kleding die door het verzorgend of behandelend personeel wordt gedragen moet dagelijks worden verschoond. Deze kleding dient als volgt te worden gereinigd:
a. in de wasmachine met een lang programma op 60 graden.
b. in de droogtrommel worden gedroogd op minimaal de stand ‘kastdroog’ of heet worden gestreken.
Welk antwoord is juist?
1. a=juist, b=juist
2. a=juist, b=onjuist
3. a=onjuist, b=juist
4. a=onjuist, b=onjuist
Klik hier voor de antwoorden van deze kennistoets.
Auteur(s)
- Drs. Martin W.F.M. van Leen, specialist ouderengeneeskunde