5 vragen aan... Annette Pietersen, directeur SKILZ
Het programma Waardigheid en trots heeft veel ruimte gegeven aan discussie over kwaliteit van zorg. De komst van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is het concrete uitvloeisel van die discussie. De Stichting kwaliteitsimpuls langdurige zorg (SKILZ) is een samenwerkingsverband tussen V&VN, NVAVG en Verenso en moet ervoor gaan zorgen dat die kwaliteit een wetenschappelijke basis krijgt in kwaliteitsinstrumenten. Hierbij kan gedacht worden aan richtlijnen en beslisbomen, die het handelen van de zorgprofessionals versterken. Medio juni is Annette Pietersen gestart als directeur bij SKILZ. Tijd voor een nadere kennismaking!
1. Met welk doel is SKILZ opgericht?
SKILZ is het antwoord op de constatering dat de positie van professionals in het stelsel van de langdurige zorg versterking verdient. Verenso, NVAVG en V&VN hebben elkaar opgezocht en na de nodige rondes van overleg is er door beroepsorganisaties en VWS gezamenlijk geconcludeerd dat het tijd werd dat de ontwikkeling van professionele standaarden een meer passende en duidelijk herkenbare positie krijgt in de kennisinfrastructuur voor de langdurige zorg. Een positie die past bij de deskundigheid van professionals in het definiëren van 'goede zorg' en de verantwoordelijkheid van professionals om deze goede zorg in de dagelijkse praktijk te leveren.
2. Welke andere partijen zijn bij SKILZ betrokken en hoe wordt SKILZ gefinancierd?
SKILZ heeft een structuur met een bestuur, een bureau en een aantal raden die samen het beleid en de agenda voor SKILZ vormgeven. In de Ervaringsraad zitten vertegenwoordigers van cliënten. In de Adviesraad spreken beroepsorganisaties, onderwijs en wetenschap met elkaar. En in de Partnerraad zijn de brancheorganisaties, de Inspectie, het Zorginstituut en de verzekeraars vertegenwoordigd. De uitwisseling tussen de raden gebeurt via de voorzitters en vice-voorzitters die bij elkaar komen in een Kwaliteitsraad. Het is een behoorlijk uitgebreide structuur voor afstemming en overleg die ervoor moet zorgen dat vele partijen in de zorg gaan voelen dat SKILZ er voor hen is en dat zij medezeggenschap hebben over de inzet van tijd en middelen die beschikbaar zijn gemaakt.
SKILZ wordt op dit moment gefinancierd met een driejarige VWS projectsubsidie die loopt tot 2021. Voor afloop van deze periode moet een keuze gemaakt worden voor een passende financiering voor de langere termijn.
3. Wat kan SKILZ betekenen voor specialisten ouderengeneeskunde en kwetsbare ouderen?
Als SKILZ zijn beloften waarmaakt, dan worden in de komende jaren professionele standaarden ontwikkeld die de specialisten ouderengeneeskunde ondersteunen in zorgsituaties die inhoudelijke vragen oproepen over de beste handelwijze. Dat kunnen vragen zijn over de wetenschappelijke onderbouwing van opties voor medische behandeling en medicatie, maar ook vragen over inzet van de expertise van paramedici en de afspraken die gemaakt worden over de handelingen van verpleegkundigen en verzorgenden.
De agenda voor de ontwikkeling van deze multidisciplinaire standaarden moet gemaakt worden op basis van de behoeften en prioriteiten vanuit de praktijk. We zullen specialisten ouderengeneeskunde dan ook vragen om hier input voor te leveren. SKILZ doet zoveel mogelijk in samenwerking met Verenso. Duidelijke communicatielijnen over niet teveel verschillende routes en afzenders moet het voor specialisten ouderengeneeskunde overzichtelijk houden.
4. Wat is jouw achtergrond en wat is je ervaring in de verpleeghuissector?
Ik ben oorspronkelijk opgeleid als ergotherapeut. In 1990 heb ik stage gelopen in een verpleeghuis. Dat was de tijd dat de discussie over afschaffing van meerpersoonskamers en toiletrondes gevoerd werd en ook breder het gesprek opkwam over aandacht voor de verpleeghuisbewoner als individueel mens en het verpleeghuis als woonomgeving. Decubitusrondes behoorden helaas nog tot de standaardpraktijk en hebben veel indruk op me gemaakt. In vakanties heb ik onder andere gewerkt in de thuiszorg.
Na mijn afstuderen ging ik aan de slag in het Academisch Ziekenhuis Leiden (nu LUMC). Ik werkte onder andere op de afdeling neurologie, waar patiënten na een CVA vaak maanden verbleven in afwachting van de beschikbaarheid van een bed in een verpleeghuis. Wij konden deze patiënten niet de aandacht bieden die echt nodig was. Ik herinner me ook nog goed de scheve blikken van verpleegkundigen bij onze inzet om patiënten zoveel mogelijk zelf te laten doen bij de douchebeurt en het aankleden. In de ogen van verpleegkundigen was het ‘not done’ om met je handen op je rug te staan.
In 1994 werd ik indicatieadviseur voor Tot&Met in Amsterdam, het eerste Regionale Indicatieorgaan in Nederland. Het was gebaseerd op het principe van indicatiestelling op basis van een brede, persoonlijke beoordeling, eigenlijk een keukentafelgesprek ‘avant la lettre’ al zat ik meestal gewoon bij mensen op de bank.
Na een periode als ergotherapeut in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking ben ik opnieuw gaan studeren: beleid en management van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. Daarna heb ik lange tijd bij ZonMw gewerkt als programmamanager voor verbeterprogramma’s. Vanaf 2006 voor Zorg voor Beter en specifiek voor het deelprogramma Invoeren van Innovaties in de Care. Het doel was nieuwe efficiëntere werkwijzen te ontwikkelen en ervaring op te doen met zorgtechnologie. De personeelstekorten waar de zorg nu mee kampt waren toen namelijk al in beeld op basis van demografische ontwikkelingen. Het is de vraag waarom we dan als land niet in staat zijn gebleken om op tijd de juiste actie te ondernemen.
Later was ik bij ZonMw verantwoordelijk voor het programma Op één lijn, een stimuleringsprogramma voor organisatieontwikkeling in de eerstelijnszorg. Van 2014 t/m 2018 was ik wethouder in mijn woonplaats Nieuwkoop, met onder andere Wmo in mijn portefeuille. Het laatste jaar voor mijn start als directeur van SKILZ was ik terug bij ZonMw en heb ik me beziggehouden met de voorbereiding van het programma Kwaliteitsgelden: het beheer en inzet van de middelen voor ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden voor een aantal beroepen in de curatieve zorg. Naast mijn werk ben ik op dit moment nog gemeenteraadslid.
Kortom, ik ken de langdurige zorg, maar mijn kennis kan best een opfrisbeurt gebruiken. Ik heb al verschillende werkbezoeken gepland om mijn kennis van de langdurige zorg te actualiseren en kom graag in contact met mensen die hun kennis en inzichten met mij willen delen.
5. Wat wil je bereiken met SKILZ?
SKILZ wordt een organisatie voor en door professionals, maar voor mij zal voorop blijven staan dat we ons werk doen om de kwaliteit van leven van mensen die afhankelijk zijn van zorg optimaal te ondersteunen. Onze producten moeten helpen bij werkoverleg tussen professionals, maar moeten vooral het gesprek tussen zorgvrager en zorgverleners ondersteunen. Zodat keuzes voor zorg en behandeling, of keuzes om soms af te zien van behandeling, echt passen bij de persoon die de zorgvrager is en zoveel mogelijk ruimte geven aan een voortzetting van zijn of haar leven en de relaties met naasten binnen de instelling. Een zorgverlener moet een patiënt in mijn ogen altijd vragen: ‘Wat is voor jou belangrijk?’. Met die vraag heb je in beeld waarmee je de kwaliteit van leven voor de patiënt kunt verhogen en weet je ook waar zijn motivatie voor zorg en behandeling te vinden is. Een beter hulpmiddel bij het bepalen van prioriteiten en gezamenlijke keuzes ben ik nog niet tegengekomen.
SKILZ
De primaire opdracht van SKILZ is de directe uitwerking van de constateringen en conclusies die hierboven beschreven worden. SKILZ moet de positie van de gezamenlijke professionals bij het bepalen van 'goede zorg' in de langdurige zorg versterken. SKILZ is van professionals, voor professionals. SKILZ wordt een slagvaardig bureau dat producten levert waar de praktijk op zit te wachten. In eerste instantie zal SKILZ zich richten op de ontwikkeling van professionele standaarden en aanverwante kwaliteitsinstrumenten. Hulpmiddelen die professionals moeten ondersteunen bij het maken van keuzes voor de beste zorg in individuele situaties, samen met de cliënt en zijn naasten. Zorg op basis van wetenschappelijk inzicht, maar ook afgestemd op de individuele context en persoonlijke voorkeuren. Zeer belangrijke aandachtspunten daarbij zijn dat de producten van SKILZ goed toegankelijk moeten zijn, leesbaar voor verschillende doelgroepen en gemakkelijk in het gebruik. Binnen SKILZ zijn de moederorganisaties geborgd via het bestuur, in de raden en via een adviseurschap, zodat de verbinding gemaakt kan worden met huidige en toekomstige richtlijnen tussen SKILZ en Verenso.
In tweede instantie gaat SKILZ ook een rol spelen bij het agenderen van kennislacunes en formuleren van gezamenlijk gedragen prioriteiten voor aanvullend wetenschappelijk onderzoek voor de langdurige zorg.