Interview met Mona Keijzer, lid van de Tweede Kamer voor het CDA
‘De zorg gaat kapot aan protocollen’
Er wordt teveel gecontroleerd en geadministreerd in de zorg, aldus Mona Keijzer. En zelfs op die manier kunnen niet alle risico’s worden uitgebannen. ‘Vanuit de angst dat er iets fout gaat, vanuit de gedachte dat alles in regels valt vast te leggen, komen de ouderen de zorg tekort die ze steeds harder nodig hebben.’
‘Wat heeft een mens nodig? Die vraag staat wat mij betreft in de ouderenzorg centraal. Voor iedereen is dat anders, en daarom heb je weinig aan standaardoplossingen. Als wethouder in Purmerend heb ik te maken gehad met een man die slecht ter been was, en die na een huwelijk van bijna vijftig jaar zijn vrouw verloor. Hij raakte in een isolement. Een scootmobiel, dat lijkt dan de oplossing, en zoiets wordt dan ook snel verstrekt. Terwijl er in zijn geval iets anders aan de hand was. Die man kon best bij buren op bezoek of een kaartje leggen in het verenigingsgebouw, maar hij durfde niet. Dáárbij had hij hulp nodig. Zoiets vraagt aandacht, en een goed gesprek tijdens een huisbezoek. Een scootmobiel is dan te gemakkelijk, te duur en vooral ook te weinig effectief.’
Mona Keijzer is afkomstig uit de lokale politiek, maar alweer vier jaar woordvoerder zorg voor het CDA in de Tweede Kamer. Recent ging ze onder meer in debat met staatssecretaris Van Rijn van VWS over de bezuinigingen op de dagbesteding voor mensen met dementie. In juli diende ze een motie in waarin ze het kabinet vroeg om de zorg voor bewoners van aanleunwoningen met een zogeheten Volledig Pakket Thuis (VPT) niet aan te tasten. ‘Nu staan ze voor de keuze: minder zorg aanvaarden of verhuizen naar een verpleeghuis. Beide maatregelen zijn ingrijpend en per saldo wordt de zorg er slechter van en de staatskas niet beter. Waarom dan deze plannen? Helaas werd mijn motie niet aangenomen door de Kamer.’
Keurmerk
Een van de grote vijanden van een goede ouderenzorg, aldus Mona Keijzer, is de toegenomen regelzucht. ‘De zorg gaat kapot aan protocollen en nodeloze administratie. Geld dat bedoeld is om zorg te leveren, komt terecht bij accountants en medewerkers kwaliteitsbewaking. We voeren het ene keurmerk na het andere in, en voor alles komt een aparte verantwoordingsmethodiek, zodat zorgverleners nog meer tijd moeten besteden aan de papierwinkel en nog minder tijd overhouden aan hun eigenlijke werk. En het gaat maar door. Vanuit de angst dat er iets fout gaat, vanuit de gedachte dat alles in regels valt vast te leggen, komen de ouderen de zorg en de aandacht tekort die ze steeds harder nodig hebben.’
Risico’s kun je niet volledig uitbannen, aldus Mona Keijzer. Tenzij je besluit om niets meer te doen en niets meer toe te staan. ‘Ik ben er voorstander van dat ouderen met dementie, zolang het nog maar enigszins kan, vrij door het verpleeghuis kunnen wandelen, en zelfs de tuin in mogen als die er is. Het alternatief is dat je ze opsluit en grote hoeveelheden psychofarmaca toedient. Dan loop je inderdaad geen gevaar om te vallen of de weg kwijt te raken, maar wat is dan nog de kwaliteit van leven? Mijn idee is: overleg met de familie, maak een verantwoorde afweging, en accepteer een kleine kans dat het misgaat. Risico’s horen nu eenmaal bij het leven. Het gaat erom dat het gecalculeerde risico’s zijn.’
Zweedse band
Domotica is bij dit alles een geweldig hulpmiddel. ‘Vroeger moest je onrustige ouderen vastleggen in een Zweedse band. Vreselijk was dat. Nu kan je met behulp van een sensor vaststellen of iemand in bed blijft of niet en dan eventueel ingrijpen. Dat is een enorme verbetering. De mensen zijn er wel eens bang voor dat ‘de robots het overnemen’, maar dat is flauwekul. Mensen kunnen niet zonder mensen, de techniek is een hulpmiddel. Een fantastisch hulpmiddel vaak. Ik ken een man met diabetes, die vroeger de halve dag zat te wachten tot de wijkverpleegkundige hem kwam helpen met zijn injectie. Nu heeft hij een videoverbinding, en kan hij zijn spuitje zetten op een moment dat het hem uitkomt, terwijl zij even meekijkt via de tablet. Die man heeft zijn vrijheid terug, en de verpleegkundige heeft minder werk. Tel uit je winst!
‘Uiteraard spelen er bij het gebruik van domotica kwesties van privacy, maar ik denk dat je daar ontspannen mee moet omgaan. Voor de meeste mensen zal goede zorg zwaarder wegen dan een uiterst strikte bescherming van je privéleven. En het moet natuurlijk allemaal in overleg. Bespreek het met elkaar: zorgverleners, patiënt en familie. Bedenk wat de alternatieven zijn, en dan kom je er samen heus wel uit. Ook daar geldt: regel vooraf niet teveel. Dat beperkt de een en geeft de ander te weinig ruimte.’
Huisartsen
Specialisten ouderengeneeskunde kunnen bij dit alles een belangrijke rol spelen, juist vanwege hun werk op het snijvlak van eerste en tweede lijn. ‘Huisartsen in Nederland hebben het zwaar. Ik hoorde onlangs dat ze per praktijk gemiddeld het meeste aantal patiënten hebben in heel Europa. Doordat er minder mensen in het verpleeghuis belanden, komt daar de complexe zorg voor ouderen nog eens bij. Wat ligt er dan meer voor de hand dan een specialist ouderengeneeskunde in te schakelen, met zijn eigen expertise? Iedereen wil het, laten we het dan ook doen.
‘Een zelfstandige betaaltitel in de Zorgverzekeringswet zou daarbij helpen, en ik ben daar dan ook een groot voorstander van. Het enige lastige is dat dit weer een nieuwe extra uitgave oplevert in deze wet. Uiteraard bespaart de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in principe geld, maar het is zaak dat ook te garanderen. Als er een specialist ouderengeneeskunde wordt ingezet, dan moet een andere arts minder doen. Zo simpel is het. Laat je dat na, dan stijgen de kosten van de zorg alsnog, omdat de meeste zorgverleners hun werk nu eenmaal graag doen en dan weer nieuwe zorg aan anderen gaan leveren. Hoe begrijpelijk ook, dat mechanisme moeten we tegengaan als we de kosten niet volledig de pan willen laten uitrijzen.’
Oude dag
Tot slot de vraag die we aan alle Kamerleden in deze serie interviews voor het tijdschrift voorleggen: hoe zou Mona Keijzer willen dat haar eigen oude dag eruit ziet, en wat is de rol van zorgverleners daarbij?
‘Ik hoop samen met mijn man oud te worden, en ik zou het fijn vinden als onze kinderen met hun gezinnen niet al ver kwamen te wonen – we hebben vijf jongens van tussen de 12 en de 21. Als het om de rol van zorgverleners gaat, dan sluit ik graag aan bij wat ik eerder heb gezegd: elk mens is anders, en de zorg moet daarbij aansluiten. Dat geldt ook voor mij. Ik hoop dat ik, als ik oud ben, met zorgverleners te maken krijg die zich verplaatsen in wie ik ben en wat ik zou willen. Ik denk dat we daar allemaal het gelukkigst van worden en uiteindelijk ook nog eens het goedkoopste uit zijn.’
Auteur(s)
- Bert Bukman, adviseur