App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Verantwoordelijkheid voor het volgen van de gezondheid van uw patiënt

Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen

Robert Helle

Vrouwe-Justitia.jpg

In deze rechtszaak legt de tuchtrechter als maatregel een berisping op aan de aangeklaagde specialist ouderengeneeskunde. Deze had de gezondheidstoestand van cliënt beter moeten volgen en de medische zorg op de betreffende afdeling (GRZ) beter moeten organiseren. De rechtbank is van mening dat de specialist ouderengeneeskunde zich verschuilt achter de wijze waarop de zorg in het verpleeghuis, waar hij werkt, is geregeld. Dit vormt geen excuus en de specialist ouderengeneeskunde had zijn eigen verantwoordelijkheid als arts moeten nemen.

Wat is er gebeurd?

Op 26 maart wordt de cliënt na een CVA vanuit een ziekenhuis opgenomen op de GRZ-afdeling van het verpleeghuis. Die dag onderzoekt de specialist ouderengeneeskunde de cliënt en stelt een concept revalidatieplan op. Op 31 maart beoordeelt de specialist ouderengeneeskunde de laboratoriumuitslagen. De arts-assistent in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde (aios) maakt op 3 april kennis met de cliënt. Op donderdag 9 april onderzoekt de specialist ouderengeneeskunde de cliënt in verband met sufheid. De specialist ouderengeneeskunde vermindert de haloperidol, omdat dit volgens hem de meest waarschijnlijke oorzaak van het wisselende bewustzijn is en vraagt opnieuw bloedonderzoek aan. Op maandag verzoekt de verpleging om een spoedvisite en wordt de cliënt door de spoedarts (de aios), ingestuurd onder de verdenking van een urosepsis.

Aandachtspunten/opmerkingen

Hoe vaak zelf de cliënt ‘zien’?

Het tuchtcollege stelt dat een specialist ouderengeneeskunde niet alleen op de observaties of signalering van de verzorging mag afgaan. Een arts doet andere observaties dan de verzorging en zal daarom zelf vaker dan eens in de twee weken de cliënt zelf moeten bezoeken.

Het is naar mijn mening de vraag of het tuchtcollege met deze norm niet iets te kort door de bocht gaat. Ligt het niet meer voor de hand, dat de specialist ouderengeneeskunde bij opname een inschatting maakt van de specifieke risico’s en aan de hand daarvan inschat bij welke cliënt actief de vinger aan de pols wordt gehouden en bij welke cliënten een laag frequent persoonlijk bezoek verantwoord is in combinatie een een goed georganiseerde multidisciplinaire (dus zowel zorg als de betrokken paramedici en psycholoog) voortgangsbewaking?

Duidelijk wie hoofdbehandelaar is?

De specialist ouderengeneeskunde stelt, dat hij niet de hoofdbehandelaar was: hij was alleen maar direct betrokken geweest bij de zorg op de drie eerder genoemde dagen en daarna uitsluitend indirect, als supervisor van de arts-assistent. De aios was volgens de specialist ouderengeneeskunde de hoofdbehandelaar en verweerder was haar supervisor. Het tuchtcollege vindt echter dat de specialist ouderengeneeskunde wel als hoofdbehandelaar is aan te merken, juist omdat hij het conceptrevalidatieplan opstelde, de laboratoriumuitslagen controleerde en de cliënt op 9 april onderzocht.

Helaas moet u het doen met deze toch wel heel summiere motivatie. Zelf vind ik het verontrustend dat een supervisor zelf zegt niet de hoofdbehandelaar te zijn en dus niet de taken die bij een hoofdbehandelaar horen zal bewaken. Ook is het de vraag of de aios zich voldoende bewust was, dat de supervisor meende dat zij de rol als hoofdbehandelaar had. Misschien is het goed voor u als basisarts, aios of als supervisor (en opleider) na te gaan of u onderling voldoende duidelijke afspraken hebt gemaakt op welke wijze u de taken heeft verdeeld. In een eerdere uitspraak van het Centraal Tuchtcollege (CTG nummer C2017.516) wordt nog eens uiteengezet wat van de regietaak van een hoofdbehandelaar inhoudt.

Toets uw kennis?

Onder ‘Vaststaande feiten’ noteert het tuchtcollege de volgende omschrijving van een urosepsis: “urosepsis (bloedvergiftiging) die meestal het gevolg is van een laattijdig, niet of slecht behandelde urineweginfectie.” Dat is een iets andere omschrijving dan doorgaans gebruikt wordt. Sepsis wordt sinds 2016 gedefinieerd "als levensbedreigend orgaanfalen dat wordt veroorzaakt door een ontregelde respons van de gastheer op een infectie.” (Ned Tijdschr Geneeskd. 2017; 161:D1551).

Tot slot: bent u ook van mening dat een urosepsis meestal het gevolg is van laattijdig of slecht behandelde urineweginfecties?

Klik hier voor de CTG-uitspraak G2018-64.

Auteur(s)

  • Mr. R. Helle, specialist ouderengeneeskunde, Helle - Juridisch en medisch advies, Amsterdam
Reacties
PDF
Genereer PDF document