Bespreking tuchtrechtzaak: Verantwoordelijkheid arts
Commentaar bij uitspraak C2020.124
Specialist ouderengeneeskunde verdient steun, wentel zware onderbezetting niet af op de dokter
Het regionaal tuchtcollege heeft de uitspraak gedaan dat het de verantwoordelijkheid van de arts is om niet te werken in een omgeving waarin naar haar mening geen verantwoorde zorg kan worden geboden. Verenso vindt dat de zorgaanbieder primair verantwoordelijk is voor goede zorg en dat specialisten ouderengeneeskunde volop steun verdienen.
Het oordeel van het Centraal Tuchtcollege
Het Centraal Tuchtcollege oordeelt op 27 augustus 2021 in beroep anders en oordeelt dat de specialist ouderengeneeskunde hiervan géén tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Opmerkelijk is dat het Centraal Tuchtcollege daaraan echter niet de conclusie verbindt dat er een lichtere maatregel wordt opgelegd. De berisping wordt in stand gelaten. Opmerkelijk, omdat juist het verwijt dat het regionaal tuchtcollege maakt aan de arts dat zij niet had moeten werken in een omgeving waar geen verantwoorde zorg geboden kon worden, voor het regionaal tuchtcollege een belangrijk argument was voor het opleggen van de berisping als maatregel.
Inspanning specialist ouderengeneeskunde
Uit de feiten die in de uitspraak beschreven staan, is duidelijk dat In de vijf maanden dat de specialist ouderengeneeskunde werkzaam was voor het woon- zorgcentrum en waarin twee specialisten ouderengeneeskunde waren vertrokken en zij als enige overbleef, zij zich heeft ingespannen om de zorg en organisatie te verbeteren. Zo heeft zij ervoor gezorgd dat er nieuwe medewerkers werden aangetrokken en heeft zij bij medewerkers en management aangedrongen op maatregelen voor het oplossen van de onderbezetting. Desalniettemin blijft de maatregel in stand omdat het Centraal Tuchtcollege vindt dat de specialist ouderengeneeskunde onvoldoende invulling heeft gegeven aan haar rol als regiebehandelaar.
Tegengestelde verklaring medicatie
Ten aanzien van een ander klachtonderdeel, het ophogen van de medicatie (Citalopram) was er sprake van tegengestelde verklaringen. Klager stelde hierover niet geïnformeerd te zijn, terwijl de arts aangaf klager wel te hebben geïnformeerd. Het Centraal Tuchtcollege had -bij tegengestelde verklaringen- kunnen beslissen om geen oordeel op dit punt te vellen, maar kiest ervoor mee te gaan met klager in haar verklaring omdat over dit informeren niets is opgenomen in het medisch dossier. Voor de arts heeft dit vergaande gevolgen omdat de klacht op dit punt gegrond wordt verklaard en het Centraal Tuchtcollege dit in stand houdt. Zwaar gestraft dus.
Standpunt Verenso
Verenso vindt dat de specialist ouderengeneeskunde, en specialisten ouderengeneeskunde die in vergelijkbare omstandigheden moeten werken, volop steun en ondersteuning verdienen. De zorgaanbieder, in dit geval de raad van bestuur van het woon- zorgcentrum, is primair verantwoordelijk voor het bieden van goede (voorheen verantwoorde) zorg. Dat is een wettelijke verantwoordelijkheid op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Die verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat zij zorg moeten dragen voor een organisatie, randvoorwaarden en faciliteiten, die nodig zijn om deze verantwoorde zorg te kunnen bieden. Zij zullen er als zorgaanbieders op moeten worden aangesproken dat zij de zorg en behandeling voor de patiënten die zij onder hun hoede hebben, op de eerste plaats zetten. Dat betekent dat zij de situatie van zware onderbezetting waar in de tuchtzaak sprake van was, moeten voorkomen en alles op alles moeten zetten om deze situatie van onderbezetting op te lossen. De pogingen en inspanningen van de specialist ouderengeneeskunde in deze zaak werden onvoldoende serieus genomen en vonden geen weerklank bij het management van het woon- zorgcentrum. Ook daar zal verantwoording over afgelegd moeten worden, vindt Verenso. Hoewel tuchtcolleges natuurlijk geen oordeel kunnen vellen over bestuur en management maar alleen over individuele beroepsbeoefenaren, kan het volgens Verenso niet zo zijn dat een situatie van onderbezetting waarvoor het bestuur/management primair verantwoordelijk is, volledig wordt afgewenteld op de arts.
Tegelijkertijd toont deze zaak nog maar eens aan dat het als specialist ouderengeneeskunde, en ook andere artsen, aan te raden is en zelfs erg belangrijk om aan de voorkant duidelijke afspraken te maken over de voorwaarden waaronder je verantwoord je werk kunt doen. En als niet aan die voorwaarden voldaan kan worden, zou de consequentie uiteindelijk ook moeten zijn om niet in te stappen. Zeker als er een groot risico is of blijft bestaan op onverantwoorde zorg voor je patiënten. Ook toont deze zaak aan dat werkgevers en werknemers in de zorg nóg meer werk zullen moeten maken van het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden voor specialisten ouderengeneeskunde en het nemen van concrete maatregelen om onderbezetting te voorkomen en verantwoorde zorg mogelijk te maken.
Auteur
- Mr. R.B.J. (Roy) Knuiman, juridisch beleidsadviseur, Verenso