App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Onderzoekssubsidie stimuleert onderzoeksvragen uit de praktijk - de ervaringen van drie subsidie-ontvangers.

Eveline Korving

2017_de_prijswinnaarsSANO.jpg

Het Universitair Netwerk voor de Care sector Zuid-Holland (UNC-ZH) zocht een stimulerende manier om onderzoeksvragen rechtstreeks uit de praktijk van het verpleeghuis naar boven te krijgen. Wat komen verpleegkundigen, fysiotherapeuten, managers, ergotherapeuten, psychologen, specialisten ouderengeneeskunde en anderen tegen in hun dagelijks werk waarvan zij vinden dat daar onderzoek naar nodig is? In 2016 startte het UNC-ZH om die reden de jaarlijkse stimuleringssubsidie voor haar netwerk: een prijsvraag voor een onderzoeksvoorstel dat je zelf mag uitvoeren onder begeleiding van het LUMC. Guy Kolman en Eva van der Ploeg wonnen met hun onderzoeksvoorstel de subsidie van het eerste jaar. In 2017 ging de subsidie naar twee onderzoeksvoorstellen, van Melanie van der Velde en Mari Groenendaal met Manja Trouw. De winnaars vertellen hier over hun ervaringen en onderzoek.

Melanie van der Velde: “Onderzoek doen voelt goed. Alsof je over de hele linie bezig bent.”

Melanie van der Velde is nu volop bezig met haar prijswinnende onderzoek ‘Vitale tuin’. Zij is psycholoog bij Pieter van Foreest en is geïnteresseerd in het effect van buiten-zijn op de kwaliteit van leven en het gedrag van mensen met dementie. In november 2017 startte zij met haar onderzoek en is heel enthousiast: “Ik ben al heel lang bezig met het onderwerp buiten-zijn voor mensen met dementie: wat doet het voor onbegrepen gedrag? Het buiten-zijn kan zoveel effect hebben op het dag- en nachtritme, het bewegen. Ik zocht naar andere voorbeelden, maar ik kon er niet veel over vinden. Toen ik op intranet de inschrijving weer zag, dacht ik, nu ga ik me gewoon opgeven.”

En ze won de subsidie voor haar onderzoek. Haar eerste voorstel heeft zij herschreven in samenwerking met senior-onderzoeker Monique Caljouw en hoogleraar Wilco Achterberg van het UNC-ZH. Melanie: “Het is een heel groot onderwerp, bij zo’n kleiner onderzoek van een jaar moet je het smaller maken. Ik wilde het onderzoek en de uitkomst praktisch houden, zo kwamen we op het naar buiten gaan als interventie. Naar buiten gaan in een natuurlijke, groene omgeving, zonder vaste activiteit. De basis is persoonsgericht werken zoals ook staat beschreven in de nieuwe richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie van het NIP en Verenso.

De samenwerking met het UNC-ZH is heel fijn, ik voel me heel goed begeleid. Ik kan daar altijd met elke vraag terecht. Alles wat je nodig hebt aan faciliteiten heb je tot je beschikking. Ik kan het zeker iedereen aanraden, maar je moet er wel van houden. In de praktijk werken en onderzoek doen vond ik altijd al heel leuk. Door de combinatie blijf ik goed in contact met de mensen met dementie, ik sta naast hen om te zien wat goed voor hen kan zijn, dat geeft me heel veel motivatie om hiermee door te gaan. Daar gaat het mij om.

De ultieme droom is dat dit het begin is van iets groters. Ik begin nu lokaal, het mag van mij landelijk uitgezet worden. Wat ik nu tegenkom in artikelen zijn positieve effecten op vermindering van agitatie, minder stress, verbetering van slaap en mogelijk stemming. Er is een multisensorische stimulatie, zoals een zomerbriesje dat je in je gezicht voelt of de regendruppels, de geuren of bewegingen. Nog niet veel onderzoeken zijn van hele goede kwaliteit. Ik hoop met mijn onderzoek een bijdrage te leveren. Ik denk ook zeker dat ik na dit onderzoek door zal gaan. Het voelt goed, alsof je over de hele linie bezig bent.”

Guy Kolman: “De waargenomen trends in ons ontbijtproject zijn een toevoeging aan de ouderenzorg.”

Zorgmanager Guy Kolman heeft als achtergrond hbo-verpleegkunde en wilde graag onderzoek doen op zijn werklocatie in een huis van Argos Zorggroep. Hij deed het onderzoek samen met collega Eva van der Ploeg, het onderzoek is nu afgerond. “Op onze locatie werd op de gebruikelijke manier het ochtendritueel uitgevoerd. Om 7 uur helpen we de ene cliënt. Als deze persoon klaar is, wacht hij of zij in de huiskamer met een kopje thee en ontbijtkoek of krijgt zijn of haar ontbijt. Vervolgens helpen we de volgende cliënt, en de volgende, tot zo ongeveer 10.00 uur. Dit is voor de bewoners geen gestructureerde ochtend, terwijl de rest van de dag wel gestructureerd verloopt. Rond 12.30 uur staat de lunch alweer klaar.

Wij, Eva van der Ploeg en ik, dienden ons onderzoeksvoorstel in voor het Ontbijtproject. In dit project ontbijten de cliënten tegelijkertijd en gezamenlijk aan een gedekte tafel of krijgen ontbijt op bed. De medicatie wordt dan ook overzichtelijker gegeven wat minder foutgevoelig kan zijn. De aanname was dat het ontbijtproject meer structuur geeft in de ochtend waardoor probleemgedrag zou verminderen en dat het positieve effecten zou hebben op de hoeveelheid medicatie-incidenten en het gewicht van de bewoner. In andere huizen van Argos was het Ontbijtproject al uitgerold. Wij wilden in ons huis onderzoeken wat de effecten zijn van het Ontbijtproject. In ons huis hadden we de mogelijkheid om de verschillen en effecten te zien met een onderzoeks- en controlegroep.

En toen wonnen we de prijs, tot onze blijde verrassing. We kwamen in contact met Monique Caljouw en Wilco Achterberg, zij hielpen ons met de opzet van de uiteindelijke onderzoeksvraag en de onderzoeksmethodiek. De samenwerking was heel prettig, we hebben het heel goed kunnen bespreken. Samen met hen kwamen we tot de methode Dementia Care Mapping, een objectieve wetenschappelijk onderbouwde observatiemethode. Voor onze opzet kozen we ervoor om geen extra medewerkers aan te stellen voor het project om de natuurgetrouwe situatie te behouden en zodat het makkelijk over te nemen is door andere instellingen. Tegelijkertijd waren de observanten speciaal daartoe opgeleide medewerkers van andere locaties, om de observatie zo puur mogelijk te houden.

Subsidieuitreiking-2016_web.jpg

De resultaten van het onderzoek zijn niet keihard of wetenschappelijk significant, maar wel een enorme toevoeging voor de ouderenzorg. We zijn heel blij met de duidelijke positieve trends en interessante individuele uitkomsten die uit het onderzoek zijn voortgekomen. Bij personen zag je positieve effecten op betrokkenheid en activiteit. Juist ook omdat we geen extra personeel hebben ingezet en er geen extra scholing voor de praktijk nodig is, is het project succesvol en kan dit breder verspreid worden. Het project laat zien wat de dagelijkse praktijk nodig heeft zodat dezelfde uitkomsten bereikt kunnen worden als in het onderzoek.

Onderzoek doen trekt me zeker aan. Ik ben al met een volgend onderzoeksproject bezig dat al langer in mijn hoofd zat. Het heet ‘De vloeibare keuken’: aantrekkelijk vloeibaar eten voor mensen met slikproblematiek en onderzoek de effecten van ‘De vloeibare keuken’. We waren met ‘De vloeibare keuken’ genomineerd voor de CZ-innovatieprijs 2017.”

Mari Groenendaal: “Dit is een mooie kans om onze praktijkvraag systematisch op te pakken.”

Mari Groenendaal, lecturer practitioner (verbindingspersoon tussen praktijk, onderwijs en wetenschap), en ergotherapeut Manja Trouw werken samen in het Lerend vermogen-project bij Woonzorgcentra Haaglanden (WZH). Hun winnende onderzoeksvoorstel voor onderzoek naar het behouden van betekenisvolle activiteiten bij de transitie van huis naar verpleeghuis, kwam voort uit dit project. Mari zit in de Wetenschappelijke Onderzoekscommissie (WOC) van WZH, zij zal het grootste deel van het literatuuronderzoek op zich nemen. Manja Trouw is projectleider van het project ‘Huisbezoeken en lerend vermogen’ binnen WZH.

Mari: “We hadden op het gebied van betekenisvolle activiteiten en transitie naar verpleeghuis zelf ook literatuuronderzoek gedaan, maar nog niet heel systematisch waardoor je mogelijk artikelen mist. Dit zagen wij als een mooie kans om het systematisch op te pakken.

In mijn literatuuronderzoek ga ik op zoek naar wat er al bekend is over het behouden van betekenisvolle activiteiten, daarbij kijken we specifiek naar de transitie van huis naar verpleeghuis. Hoe kunnen belangrijke, betekenisvolle activiteiten behouden blijven bij de persoon die verhuist. Mensen met dementie kunnen die niet altijd zelf in stand houden. Daar hebben ze hulp bij nodig, zoals wij nu bijvoorbeeld veel doen met het project Lerend vermogen binnen WZH. Met de juiste begeleiding lukt het wel om bepaalde activiteiten die belangrijk voor iemand zijn, te blijven voortzetten.

Bij het behouden van betekenisvolle activiteiten bij transitie zien wij vooral dat onrustig gedrag vermindert. We hadden een cliënt die zich niet prettig voelde op de gesloten woonafdeling, hij had zijn hele leven vrijheid gekend en zelf kunnen bepalen waar hij kon staan en gaan, daar had hij last van. We hebben hem een route naar beneden geleerd zodat hij zelfstandig naar het restaurant op de begane grond kon. Dat was voor hem al zijn stukje vrijheid, dat verhoogt de kwaliteit van leven.

Het LUMC begeleidt bij de eerste te nemen stappen, dat is erg fijn. Van tevoren verwacht je dat het heel ingewikkeld is en dat is het ook wel, maar als je heel consequent de stappen volgt, valt het eigenlijk best mee. Ik denk dat zo’n stimuleringssubsidie heel goed werkt. Het gaat om de praktijkvragen en het helpt je over de drempel om ermee aan de slag te gaan. Het heeft mij zelfs gestimuleerd om uiteindelijk promotieonderzoek te gaan doen.”

De UNC-ZH Stimuleringssubsidie 2018

Ook in 2018 reikt het UNC-ZH haar stimuleringssubsidie uit voor medewerkers van de organisaties die lid zijn van het UNC-ZH: Aafje, Argos Zorggroep, Florence, Laurens, Marente, Pieter van Foreest, Saffier, Topaz, Woonzorgcentra Haaglanden en Zonnehuisgroep Vlaardingen. Voor meer informatie e-mail naar unc-zh@lumc.nl. De deadline voor het indienen is 5 september 2018. De winnende onderzoeksvoorstellen worden bekendgemaakt op het symposium ‘Op weg naar betere geriatrische revalidatie’ op 5 oktober 2018 in Leiden.

Dit is een bijdrage namens de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) van het Leidse netwerk UNC-ZH. De academische netwerken ouderenzorg vormen een belangrijke brug tussen wetenschappelijk onderzoek en de zorgpraktijk: onderzoekers werken samen met professionals uit de ouderenzorg aan (zorg)innovaties en nieuwe kennis. Andere academische netwerken ouderenzorg zijn die van Amsterdam (UNO-VUmc), Nijmegen (UKON), Groningen (UNO-UMCG), Maastricht (AWO-ZL) en Tilburg (Tranzo).

Auteur(s)

  • Eveline J.K. Korving, Coördinator Kennis en Communicatie, UNC-ZH, LUMC, Afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leiden
Reacties
PDF
Genereer PDF document