PRO: Leefplezier versus veiligheid
Het vak van de specialist ouderengeneeskunde is een bron van voortdurende discussie. Waarom zouden we het niet nog even aankijken? Wat pleit voor of juist tegen deze interventie? Op de werkvloer, met de patiënt en zijn familie, met managers en collega's – telkens weer is het zoeken naar de goede argumenten ter onderbouwing van ons doen en laten. Met deze rubriek willen wij bijdragen aan het debat over enkele actuele en soms ook controversiële onderwerpen in ons vak. In deze Pro-Contra twee stellingnames over welbevinden. Joris Slaets vindt dat leefplezier prevaleert boven veiligheid. Zijn opponenten Susanne de Kort en Eefje Sizoo menen dat er juist eerst voldaan moet worden aan enkele basisbehoeften voordat er sprake kan zijn van welbevinden.
Tussen leefplezier of veiligheid kun je niet kiezen; beide zijn onmisbaar in goede zorg voor oudere mensen. Maar het maakt wel veel verschil wat je het primaat geeft. Ik vind dat we met elkaar, ten koste van vrijheid en leefplezier, de veiligheid veel te belangrijk hebben gemaakt. Als je iemand vastsnoert op bed en de deur afsluit, is de kans op ongelukken en valpartijen tot nul gereduceerd. Maar dat geldt ook voor de kwaliteit van leven. We maken de risico’s nu vaak zó klein dat het ten koste gaat van het leefplezier. We moeten accepteren dat risico’s nu eenmaal bij het leven horen.
Leefplezier en liefdevolle zorg zijn het beste dat we onze ouderen in de laatste fase van het leven kunnen bieden. We zouden deze kwetsbare mensen maximaal in de watten moeten leggen en hen met liefde en warmte omringen. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk geven we in de Nederlandse gezondheidskaravaan 90 miljard euro per jaar uit aan het beperken van narigheid, het bestrijden van klachten en symptomen. We zijn daar uitzonderlijk goed in, maar we genezen niemand van de opeenstapeling van schade die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. En afwezigheid van narigheid is nog iets anders dan een goede kwaliteit van leven.
Positief en negatief welbevinden zijn onafhankelijke dimensies: iemand kan chronisch pijn lijden en toch intens genieten van een sonate van Bach of het spelen met de kleinkinderen. Als we streven naar kwaliteit van leven, met inbegrip van onvermijdelijke klachten en beperkingen, dan moet er expliciet aandacht zijn voor leefplezier en verlangens. De zorg voor kwetsbare ouderen kost de samenleving nu meer dan 50.000 euro per persoon per jaar. Wat zou er gebeuren als we dit geld niet aan geneesmiddelen en medische handelingen zouden uitgeven, maar aan het vervullen van verlangens?
We zouden ons in de ouderenzorg moeten afvragen waar onze bewoners en cliënten blij van worden, en waar we hun vrijheid onnodig inperken met goedbedoelde institutionele regels. Veiligheid, rechtvaardigheid en hygiëne zijn absoluut belangrijk, maar in een verpleeghuis lijkt nu soms niets meer te mogen. Mensen worden er onderworpen aan een regime dat is gekneed door normen, protocollen en de werkroosters van professionals. Slapen onder je vertrouwde dekbed? Sorry, iedereen krijgt hetzelfde witte laken, dat is gemakkelijker wassen. Nog even blijven kaarten met elkaar? Helaas, het licht moet nu echt uit. Mag ik mijn hondje meenemen? Nee, aan huisdieren kunnen we niet beginnen. In Vlaanderen is het niet uitzonderlijk dat ‘s middags het trappistenbier op tafel staat. Wat is hierop tegen? Wat hebben we mensen met een vergevorderd stadium van dementie verder nog te bieden? Moeten we hen afpakken wat zij zelf aangeven graag nog te willen? Er is een grote angst dat een oudere dood zal gaan, maar dat is helemaal niet zo erg. We zijn allemaal sterfelijk.
Ik denk nog regelmatig terug aan mijn bezoek aan het Indonesische Surabaya, een paar jaar geleden. Naar Nederlandse maatstaven was het er een regelrechte bende: de ouderen woonden dicht op elkaar in primitieve hutjes, op de binnenplaats scharrelden kinderen en huisdieren, de medicijnkast was niet veel meer dan een EHBO-trommel. En toch maakten de bewoners op mij een gelukkige indruk. Zij voelden zich onderdeel van de gemeenschap, er was reuring en niemand die ze vertelde wat ze wel en niet mochten doen.
In Nederland kunnen we vertrouwen op een veilige en schone leefomgeving en kundige, goed opgeleide zorgprofessionals; hier zijn Indonesische ouderen ongetwijfeld jaloers op. Maar onze ouderenzorg kan ook wel een vleugje Surabaya gebruiken.
Auteur(s)
- Prof. Joris Slaets, directeur Leyden Academy on Vitality and Ageing en hoogleraar ouderengeneeskunde aan het UMC Groningen