Ouderengeneeskunde VUmc en CCE bundelen hun krachten
In 2012 bracht de door de staatssecretaris van VWS ingestelde Denktank Complexe Zorg haar rapport uit. Hierin werden aanbevelingen gedaan voor de omgang met complex probleemgedrag in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Aanleiding tot het instellen van deze Denktank was de zogenaamde ‘casus Brandon’: de jongen die in het nieuws kwam, omdat hij langdurig met een tuigje aan de muur van zijn kamer werd geketend.
Aanleiding en achtergrond
Een van de aanbevelingen van de Denktank om dit soort situaties van extreme handelingsverlegenheid en langdurige vrijheidsbeperking te voorkomen, was het gaan werken volgens een getrapt zorgmodel. De Staatssecretaris heeft deze aanbeveling uitgewerkt in het wetsvoorstel Zorg en Dwang, in de vorm van het zogenaamde stappenplan. Dit stappenplan voorziet in opschalende deskundigheid en externe consultatie bij toepassing van onvrijwillige zorg. Probleemgedrag is een van de belangrijkste redenen voor vrijheidsbeperking door medicatie of (diverse vormen van) fixatie, niet alleen in de verstandelijk gehandicaptenzorg, maar ook in de ouderenzorg. Vanuit het werk van de Denktank, waar wij beiden lid van waren, ontstond het idee om te bezien hoe CCE en specialisten ouderengeneeskunde op dit punt hun krachten konden bundelen.
Het stappenplan in de wet Zorg en Dwang biedt immers voor de beroepsgroep van specialisten ouderengeneeskunde uitgelezen kansen voor de inzet van hun deskundigheid in de omgang met onvrijwillige zorg en probleemgedrag. En als het gaat om de in het stappenplan gestipuleerde externe consultatie, denken we vervolgens allereerst aan consultatie vanuit de eigen beroepsgroep, namelijk door kaderartsen psychogeriatrie. Dit heeft geleid tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst en de start van een pilot – per 1 december 2014 – waarin kaderartsen psychogeriatrie samen met coördinatoren van het CCE een methode voor gezamenlijke consultatie gaan beproeven bij probleemgedrag en onvrijwillige zorg. De pilot wordt begeleid en geëvalueerd door de afdeling Ouderengeneeskunde van het VUmc (zie voor een uitgebreidere toelichting op de pilot het artikel Over de Pilot Onvrijwillige Zorg).
Naar een laagdrempelig kennis- en consultatienetwerk
Voor de consultatie en toetsing bij euthanasie/hulp bij zelfdoding is in Nederland het zogenaamde SCEN-model ontwikkeld. Wat ons voor ogen staat als doel van de samenwerking is enigszins geënt op dit model. Bovendien hebben wij een overeenkomstige visie op probleemgedrag en gaan wij er vanuit dat de oorzaak van probleemgedrag in belangrijke mate ligt in de wisselwerking tussen de patiënt en zijn omgeving. Door nauwe samenwerking met het netwerk van kaderartsen psychogeriatrie en de ontwikkeling van passende onderwijsmodules binnen de kaderopleiding, willen wij de vorming van een laagdrempelig kennis- en consultatienetwerk stimuleren rondom onvrijwillige zorg en probleemgedrag. De opbrengsten van de pilot zullen daartoe belangrijke input leveren: zowel organisatorisch, als inhoudelijk.
Organisatorisch hopen we onder andere te leren hoe professionals optimaal met elkaar in verbinding kunnen worden gebracht en wat bevorderende en belemmerende factoren zijn voor de implementatie van het voorgestane consultatiemodel. Inhoudelijk willen we graag uit de pilot leren op welke punten de (na)scholing van kaderartsen moet/kan worden aangevuld. Tevens is een relevante vraag of en hoe dit consultatiemodel uitgebreid kan worden met expertise vanuit de ouderenpsychologie. Maar de samenwerking beoogt nadrukkelijk ook bij te dragen aan het wetenschappelijk onderzoek. Zo leverden de analyses door de werkgroep casuïstiek van de Denktank Complexe Zorg van bij het CCE bekende casus niet alleen belangrijke aanbevelingen op voor de preventie van handelingsverlegenheid; de aldus opgedane ervaring gaf ons ook het inzicht dat deze casuïstiek belangrijk bronmateriaal kan bieden voor wetenschappelijk onderzoek. Dat is een derde verwachting die wij hebben van de pilot en de verdere samenwerking: de uitgeschreven consultverslagen zullen ons inziens rijke data bieden voor het genereren van onderzoeksvragen gericht op het beter begrijpen en hanteren van probleemgedrag.
Auteur(s)
- Prof. dr. Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde, VUmc Amsterdam
- Drs. Rieneke de Wit, bestuurder Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE)