App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Meten van valangst in de Geriatrische Revalidatie

 

Rudy Vernooij, Wim Groen, Margriet Pols

Casus

Een patiënt van 88 jaar, we noemen haar mevrouw Jansen, wordt vanuit het ziekenhuis in het verpleeghuis op de Geriatrische Revalidatie (GR) opgenomen. Ze is thuis gevallen met een heupfractuur als gevolg en heeft een totale heupprothese gekregen. Bij de opname op de afdeling blijkt dat ze kwetsbaar is. Voor de val liep mevrouw Jansen met een rollator in huis en omdat haar uithoudingsvermogen matig was kwam ze niet meer buiten. De thuiszorg hielp haar met de ADL.

Om de valangst in kaart te brengen wil de fysiotherapeut de Falls Efficacy Scale-International (FES-I)1 gebruiken, omdat dit meetinstrument wordt aangeraden.2,3 Tijdens het afnemen van de FES-I komt hij erachter dat de activiteiten die gevraagd worden niet overeenkomen met de activiteiten die mevrouw Jansen zelf nog kan uitvoeren. Zo moet mevrouw Jansen een score geven over activiteiten die ze al een tijd niet meer uitvoert, zoals lopen op een oneffen ondergrond en lopen op een helling. Het meetinstrument kan daarom niet valide gebruikt worden en het gevolg is dat de angst niet geëvalueerd kan worden.

Bovenstaand voorbeeld is een casus die iedere specialist ouderengeneeskunde en fysiotherapeut werkzaam in de GR bekend zal voorkomen. Een kwetsbare revalidant blijkt valangst te hebben, maar het doen van een meting om de valangst in kaart te brengen, blijkt niet haalbaar door verschillende oorzaken.

In de praktijk is er naar mijn idee geen goed meetinstrument om valangst bij kwetsbare revalidanten te meten. Daarom  is er vanuit het Universitair Netwerk Ouderenzorg van Amsterdam UMC een onderzoek naar het meten van valangst gestart. De volgende onderzoeksvragen zijn opgesteld:

  1. welke meetinstrumenten voor valangst worden gebruikt bij kwetsbare geriatrische revalidanten en 
  2. op welke manier wordt valangst bij kwetsbare revalidanten door fysiotherapeuten werkzaam in de GR gemeten

De dataverzameling

Het onderzoek bestaat uit twee delen: een literatuuronderzoek en een vragenlijstonderzoek.

Om na te gaan welke meetinstrumenten gebruikt worden bij het meten van valangst bij kwetsbare revalidanten is een pragmatisch literatuuronderzoek uitgevoerd. Er werd gezocht in PubMed met verschillende zoektermen zoals ‘fear of falling’, ‘accidental falls’ en ‘frail elderly. De artikelen moesten in het Engels of Nederlands geschreven zijn en reviews werden geëxcludeerd.
De psychometrische kenmerken zoals in de artikelen beschreven werden beoordeeld met behulp van de COSMIN-checklist.4 De meetinstrumenten werden gescoord op onder meer betrouwbaarheid en validiteit.

Het vragenlijstonderzoek vond plaats tussen mei en juni 2021. In totaal hebben 29 fysiotherapeuten de vragenlijst ingevuld en retour gezonden. De deelnemende fysiotherapeuten werken allemaal in de GR en zijn aangesloten bij één van de volgende netwerken: Universitair Netwerk Ouderenzorg Amsterdam (UNO Amsterdam), Geriatriefysiotherapie netwerk Utrechts Heuvelrug en/of Geriatriefysiotherapie netwerk Gelderse Vallei.

De vragenlijst bestond uit drie delen. Het eerste deel was opgebouwd uit vijf algemene vragen m.b.t. de achtergrond en context van de respondent. Het tweede gedeelte bestond uit zeven vragen met verschillende deelvragen over de ervaring met verschillende meetinstrumenten waar valangst mee gemeten kan worden. In het derde gedeelte werd naar de ervaring van de FES-I gevraagd.

Voortgang van het onderzoek

Momenteel bevindt het onderzoek zich in een afrondende fase. Op 18 mei 2022 worden de resultaten tijdens het UNO Symposium gepresenteerd en hierna worden de onderzoeksresultaten gepubliceerd.

Wat kan de specialist ouderengeneeskunde in de praktijk met het onderzoek?

Tijdens mijn werkzaamheden als geriatriefysiotherapeut werkzaam in de GR merk ik hoe belangrijk het is om vroegtijdig valangst te herkennen en te meten. Een valincident kan leiden tot het ontwikkelen van angst om opnieuw te vallen. De valangst heeft een belangrijke impact op het functioneel herstel. Ouderen met valangst worden voorzichtiger waardoor ze minder fysieke dagelijkse activiteiten gaan uitvoeren. In het onderzoek van Zijlstra et al.5 bleek dat van de 4.031 onderzochte Nederlandse ouderen van 70 jaar of ouder, 54,3% valangst heeft en 37,9% lichamelijke activiteiten vermijdt door valangst.

Door het vermijden van lichamelijke activiteiten is het de verwachting dat de kracht, uithoudingsvermogen en balans achteruitgaan. De ervaring leert dat het vermijden van lichamelijke activiteiten de revalidatie langer laat duren. Door op tijd gerichte behandelingen te geven zou de revalidant beter geholpen kunnen worden.

De specialist ouderengeneeskunde kan bij revalidanten met valangst merken dat de vooruitgang zeer beperkt is. Door een adequaat meetinstrument voor valangst in te zetten zal de revalidant met valangst sneller en beter geholpen worden. Hierdoor zal de revalidatie beter verlopen.

Dit is namens de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) een bijdrage van het UNO Amsterdam, een samenwerkingsverband van het Amsterdam UMC (locatie VUmc) en 23 zorgorganisaties. De academische netwerken ouderenzorg vormen een belangrijke brug tussen wetenschappelijk onderzoek en de zorgpraktijk: onderzoekers werken samen met professionals uit de ouderenzorg aan (zorg)innovaties en nieuwe kennis. Andere academische netwerken ouderenzorg zijn die van Groningen (UNO-UMCG), Nijmegen (UKON), Maastricht (AWO-ZL) en Tilburg (Tranzo), Leiden (UNC-ZH).

Auteurs

  • Rudy Vernooij, geriatriefysiotherapeut QuaRijn
  • Dr. Wim Groen, onderzoeker, UNO Amsterdam
  • Dr. Margriet Pols, onderzoeker, UNO Amsterdam

 

Literatuuur

  1.  FES-I [Internet]. Available from: https://meetinstrumentenzorg.nl/wp-content/uploads/instrumenten/FES-I-16-items-meetinstr.pdf

  2. Startpagina - Preventie van valincidenten bij ouderen - Richtlijn - Richtlijnendatabase [Internet]. richtlijnendatabase.nl. [cited 2022 Mar 8]. Available from: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/preventie_van_valincidenten_bij_ouderen/startpagina_-_preventie_van_valincidenten.html

  3. Visschedijk J, Achterberg W, van Balen R, Hertogh C. Fear of Falling After Hip Fracture: A Systematic Review of Measurement Instruments, Prevalence, Interventions, and Related Factors. Journal of the American Geriatrics Society. 2010 Sep;58(9):1739–48.

  4. Mokkink LB, de Vet HCW, Prinsen CAC, Patrick DL, Alonso J, Bouter LM, et al. COSMIN Risk of Bias checklist for systematic reviews of Patient-Reported Outcome Measures. Quality of Life Research [Internet]. 2017 Dec 19;27(5):1171–9. Available from: https://link.springer.com/article/10.1007%2Fs11136-017-1765-4.

  5. Zijlstra GAR, van Haastregt JCM, van Eijk JThM, van Rossum E, Stalenhoef PA, Kempen GIJM. Prevalence and correlates of fear of falling, and associated avoidance of activity in the general population of community-living older people. Age and Ageing. 2007 Mar 22;36(3):304–9.

PDF
Genereer PDF document