App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Aan de slag met datagedreven werken in de langdurige zorg

 Registreren-van-data.jpeg

 Sandra van Beek, Femke Coenen, Sytse Zuidema, Jacqueline de Groot

 

Dit artikel verscheen eerder in Medisch Contact no. 20, d.d. 17 mei 2023

De druk op de langdurige zorg neemt de komende jaren toe. In 2040 is het aantal 75-plussers gestegen naar 2,6 miljoen en het aantal mensen met dementie verdubbeld, terwijl de groep die deze zorg kan bieden steeds kleiner wordt.1 Dit zorgt voor grote uitdagingen wat betreft kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Daarom is een andere manier van werken nodig. Maar hoe pak je dit aan en wat is het vertrekpunt?

Eerst gaan we kort in op het perspectief van specialisten ouderengeneeskunde op datagedreven werken en benoemen we enkele interessante initiatieven die op 4 april van dit jaar zijn besproken
tijdens een invitational conference over data­gedreven zorg.

Wenkend perspectief

In de medische zorg worden door artsen veel gegevens in het primaire proces vastgelegd. Met name in het epd van de patiënt. Daarnaast komen er ook steeds meer gegevens beschikbaar uit technologie, zoals van sensoren. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om zorgprofessionals te ondersteunen bij besluitvorming of om zorg en behandeling meer doelmatig in te zetten. Dit noemen we datagedreven werken. Verenso, vereniging van specialisten ouderen­geneeskunde, vindt het belangrijk te kijken naar het nut en de noodzaak van data­gedreven werken in de langdurige zorg. Het aantal specialisten ouderengeneeskunde in de langdurige zorg neemt langzaam toe, maar dit is waarschijnlijk onvoldoende om aan de toenemende zorgvraag te voldoen. Bovendien zullen in de toekomst steeds meer ouderen thuis blijven wonen. De behandeltijd per patiënt zal dus efficiënter moeten worden ingezet, waarbij zorg op afstand mogelijk moet zijn als dit passend is voor de patiënt. Daarnaast is er behoefte aan snelle en goede communicatie met andere zorgprofessionals.

Verenso heeft in 2022 een enquête uitgezet om het perspectief van specialisten ouderengeneeskunde in kaart te brengen. Daaruit blijkt dat 88 procent van de specialisten ouderengeneeskunde hulp van het gebruik van technologie in het dagelijks werk ervaart; 81 procent geeft aan dat technologie onderwerp van gesprek is binnen de zorgorganisatie waar men werkt. Specialisten ouderengeneeskunde benoemen hierbij met name de inzet van beeldbellen, koppelingen tussen epd-systemen en de inzet van domotica.2

Ze staan open voor de implementatie van technologie en datagedreven werken in de dagelijkse praktijk. De voorkeur ligt daarbij op twee zaken. Ten eerste op technologie die het werk direct ondersteunt en administratieve lasten verlicht. En ten tweede op innovaties die zich richten op het welzijn van patiënten. Er zijn echter ook negatieve aspecten aan het gebruik van technologie. Menselijk contact is en blijft onmisbaar.

Daarnaast zijn goede randvoorwaarden essen­tieel. Die liggen niet enkel op het gebied van financiën of het management van de zorgorganisatie, maar juist ook op het gebied van eenheid van taal en het faciliteren van het gebruik van gegevens door zorgprofessionals zelf. Verenso werkt aan de laatste punten in de programma’s Leren van Data en Zorgprofessionals aan zet.3,4

‘Je zou willen dat die technologie ondersteunend is. En ergens is dat natuurlijk wel zo, ik ben blij dat ik niet meer alles met de hand hoef te schrijven en dingen makkelijk terug kan vinden. Maar alle koppelingen van systemen en informatie delen, daar kan echt nog wel veel meer in gebeuren…’
- specialist ouderen­geneeskunde -

Datagedreven zorg

Op 4 april hielden Verenso, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Universitair Netwerk Ouderenzorg UMCG (UNO-UMCG) een invitational conference over datagedreven zorg. Tijdens deze bijeenkomst werd het potentieel van datagedreven werken in de langdurige (intramurale) zorg in kaart gebracht, voor zowel de langdurige ouderenzorg als voor de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Verschillende partijen uit het veld waren hierbij aanwezig, waaronder Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG), Regionaal samenwerkingsverband van organisaties in zorg en welzijn Sigra, academische werkplaats Sterker op eigen benen van het Radboudumc, Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L), Vilans, Nivel, Trimbos-instituut, branchevereniging ActiZ en Patiëntenfederatie Nederland.5,6

Tijdens deze bijeenkomst werd allereerst ingegaan op de wijze waarop ziekenhuizen momenteel al gebruikmaken van data om ziekenhuis­processen doelmatiger in te richten, vanuit het CHOIR-Center for Healthcare Operations Improvement & Research van de Universiteit Twente.7 Daarna werden verschillende initiatieven en resultaten op het gebied van werken met data in de langdurige zorg toegelicht. Een van deze initiatieven is het MOOD-Sense project van het UMCG.8 Meer informatie over dit traject vindt u in het kader.

Op basis van deze bijeenkomst wordt momenteel een vervolgbijeenkomst gepland. Daarbij wordt nog breder geïnventariseerd welke initiatieven er lopen en welke potentie dit mogelijk heeft voor datagedreven werken in de langdurige zorg.

MOOD-Sense

In het project Monitoren Onbegrepen gedrag bij Dementie met sensortechnologie (MOOD-Sense) wordt onderzocht hoe sensortechnologie gebruikt kan worden door zorgprofessionals in de dementiezorg.Door de inzet van sensor­monitorings­systemen kan er vroeg gesignaleerd en gehandeld worden bij onbegrepen gedrag in het verpleeghuis, maar later ook bij zorgproblemen zoals vallen of weglopen in de thuissituatie. Door vroege signalering kunnen eerder zorginterventies ingezet worden wat mogelijk ontsporing van onbegrepen gedrag kan voorkomen. Dit zorgt voor betere kwaliteit van (persoonsgerichte) zorg. Daarnaast zorgt het ervoor dat de zorg efficiënter wordt, doordat er minder controlemomenten nodig zijn door zorg­professionals en dus tijd bespaard wordt. MOOD-Sense is opgezet door UMCG samen met de Hanzehogeschool Groningen.

MOOD-Sense richt zich op zowel het ontwerpen als de inzet van sensormonitoringssystemen ter ondersteuning van de (in)formele zorg voor mensen met dementie. Hiervoor worden eerst de verschillende aspecten en (vroeg)signalen van onbegrepen gedrag met zorgprofessionals in kaart gebracht. Met deze kennis en passende sensoren (in de omgeving of aan het lichaam gedragen sensoren) wordt een op maat gemaakt AI-algoritme ontwikkeld voor het monitoren van het gedrag, zodat de zorgprofessional tijdig wordt gewaarschuwd en eerder de juiste persoonsgerichte zorg kan bieden om ontsporing te voorkomen. Voor het gebruik in de praktijk zijn goede randvoorwaarden, dataveiligheid en aansluiting bij de behoeften van gebruikers erg belangrijk. Bij de implementatie is ook aandacht voor thema’s als ethiek (zoals de Wet zorg en dwang), praktisch gebruik (adoptie) door de zorgprofessionals maar ook voor scholing van de zorgprofessionals in het gebruiken van sensoren bij onbegrepen gedrag. In de dagelijkse praktijk kunnen op basis van een signaleringsplan onbegrepen gedrag generieke en specifieke behandeladviezen opgesteld worden voor de zorgprofessionals.

‘Het bewaken van de menselijke maat. ICT wordt door velen gezien als de panacee voor het gigantische tekort aan professionals. Maar menselijk contact is en blijft onmisbaar. Dat kan niet helemaal vervangen worden door een beeldscherm’
- specialist ouderen­geneeskunde -
 

Auteurs

  • A.P.A. (Sandra) van Beek, beleidsadviseur en teamleider Belangenbehartiging Verenso
  • Femke Coenen, beleidsadviseur Verenso (werkzaam tot 15 juni 2023 bij Verenso)
  • prof. dr. S.U. (Sytse) Zuidema, hoogleraar ouderengeneeskunde en dementie, UMC Groningen
  • drs. J. (Jacqueline) de Groot, specialist ouderengeneeskunde en voorzitter Verenso 

 

PDF
Genereer PDF document