NVAVG en Verenso pleiten voor het moderniseren van het bestaande stelsel om de zorg en behandeling aan kwetsbare patiënten te verbeteren. Zij zien vooralsnog niets in een grote stelselwijziging. Zij reageren hiermee op het bericht dat demissionair minister Van Ark voornemens is om een forse stelselwijziging door te voeren en alle complexe medisch generalistische zorg (MGZ) uit de Wet Langdurige Zorg (Wlz) te halen en onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (ZVW).
“Een grote stelselwijziging lost de problemen van de dubbele vergrijzing en de daarmee gepaard gaande toename van de complexe zorgvraag in de langdurige zorg niet op”, zegt Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso. “Met een overgang naar de ZVW hebben we niet ineens meer specialisten ouderengeneeskunde of artsen verstandelijk gehandicapten beschikbaar”, vult Matijn Coret, voorzitter van de NVAVG, aan.
Inhoud leidend, financiering volgt
Beide beroepsverenigingen, van wie de leden de artsen zijn die zorg bieden aan kwetsbare patiënten in de ouderenzorg en verstandelijk gehandicaptensector, vinden dat de inhoud van de zorg leidend moet zijn. De financiering zou moeten aansluiten bij de zorgvraag van de patiënt en niet andersom. “Wat heeft de cliënt nu echt nodig aan behandeling en hoe kunnen we dat het beste leveren? Dat zou het uitgangspunt moeten zijn”, vervolgt Coret. “Die behandeling vindt niet alleen plaats in verpleeghuizen of instellingen voor gehandicaptenzorg, maar ook thuis en in kleinschalige woonvormen. Een stelsel zou goede zorg moeten ondersteunen. Het stelsel zelf is geen doel op zich”, aldus De Groot.
Verbeteren gebruik bestaande stelsel
NVAVG en Verenso zien diverse mogelijkheden om het bestaande stelsel beter te benutten en de kosten in het oog te houden. “Wanneer binnen de WLZ de behandelcomponent duidelijk geoormerkt wordt en de artsen de regie krijgen op de behandelgelden, kan cliëntgericht en tegelijkertijd efficiënt gewerkt worden”, zegt De Groot. Met het oog op doelgroepen die (langer) thuis wonen, kan bovendien gekeken worden of beide artsengroepen, maar ook de huisarts, medische zorg buiten de muren van de instelling makkelijker kunnen declareren. Een eventuele optie zou ook zijn om de WLZ pas in te laten gaan als de patiënt ook daadwerkelijk in een verpleeghuis of instelling voor gehandicaptenzorg gaat wonen.
Samenwerking ondersteunen voor de cliënt
Het multidisciplinair overleg (MDO) vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling door de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten. “Samenwerken met verschillende disciplines kan nu niet in samenhang worden gedeclareerd, maar hier is geen totale stelselwijziging naar de ZVW voor nodig”, aldus Coret. “Wij kunnen met elkaar het bestaande systeem echt nog verder verbeteren, waarbij de cliënt en diens zorgvraag voorop staat”, sluit De Groot af.