Continue palliatieve sedatie is een uiterste behandeloptie voor refractair probleemgedrag bij patiënten met dementie als gebleken is dat intermitterende palliatieve sedatie niet tot voldoende en langdurige symptoomverlichting heeft geleid.
Het doel van continue palliatieve sedatie is ernstig lijden bij de patiënt te verlichten tot aan het overlijden. Bij de toepassing ervan wordt uitgegaan van een op korte termijn verwacht overlijden. Bij dementie in de laatste levensfase gaat het veelal niet om een cachectische en plotseling bedlegerige patiënt bij wie evident is dat het overlijden spoedig zal plaatsvinden maar is er sprake van een langdurige, gestage achteruitgang (zie bijlage 2 voor het beloop van dementie rond het levenseinde). Bij refractair probleemgedrag bij een patiënt met dementie zijn het vooral de gedragsuitingen, zoals angst, (motorische) onrust, agitatie, en agressie die het klinisch beeld in de laatste levensfase bepalen. Hierbij kan een patiënt nog energiek overkomen. Er is sprake van een neerwaartse spiraal waarbij patiënten door hun toenemende hersenschade moeizaam in staat zijn zorg te ontvangen die voorziet in elementaire levensbehoeften, bijvoorbeeld door het persisterend weigeren van vocht en voeding. Een cascade van factoren resulteert dan in het naderbij brengen van het overlijden, denk hierbij aan de katabole toestand van het lichaam, continue overmatige alertheid, overprikkeling, nauwelijks meer (kunnen) slapen en dergelijke. Refractair probleemgedrag versnelt daarmee het ziektebeloop bij dementie in de zin dat ernstig probleemgedrag lichamelijke uitputting kan veroorzaken (Spalletta 2015). Zonder interventies in de zin van onder dwang of drang geboden zorg (als toediening van vocht en voeding) zal dit resulteren in een overlijden op korte termijn. Dit soort gedwongen interventies zijn in een dergelijke situatie echter niet proportioneel.
Hoewel het niet mogelijk is om een exacte voorspelling te geven blijken zorgverleners de te verwachten levensduur in het algemeen eerder te overschatten dan te onderschatten (IKNL/NHG, 2022).
Zoals gesteld is continue palliatieve sedatie pas als overweging aan de orde als intermitterende palliatieve sedatie onvoldoende effectief is gebleken, op basis van de zorgvuldigheidsvoorwaarden die hiervoor zijn geformuleerd. Dit betekent dus ook dat alle stappen uit de richtlijn Probleemgedrag bij dementie (Verenso/NIP, 2018) reeds zijn beproefd, inclusief consultatie van een externe gedragsdeskundige1 die de patiënt zelf onderzoekt.
Naar het oordeel van de werkgroep is de toepassing van continue palliatieve sedatie als uiterste behandelstap voorbehouden aan behandeling in een intramurale setting (zie ook hoofdstuk 2).
In veel gevallen zal de patiënt niet (meer) wilsbekwaam zijn om betrokken te worden bij de complexe beslissingen die voorliggen en treedt diens (wettelijk) vertegenwoordiger op als plaatsvervanger.2 De beslissing tot toepassing van continue palliatieve sedatie is aan de specialist ouderengeneeskunde. Deze bepaalt het behandelbeleid in samenspraak met de vertegenwoordiger op grond van de multidisciplinaire evaluatie van de algehele situatie van de patiënt, waaruit geconcludeerd is dat het probleemgedrag refractair is. Zie ook bijlage 3.
Bij palliatieve sedatie vanwege refractair probleemgedrag is geen definitief uitsluitsel te geven over het moment van overlijden, vanwege het ontbreken van grootschalig onderzoek. Een recente studie (Veldwijk-Rouwenhorst, 2021) laat zien dat bij drie gemelde en beschreven casus overlijden plaatsvond binnen 7-92 uur.
Hoewel de palliatieve behandeling tot de kerncompetenties van de specialist ouderengeneeskunde behoort, adviseert de werkgroep sterk te overwegen een specialist ouderengeneeskunde te consulteren die de kaderopleiding palliatieve zorg heeft afgerond. Deze kan adviseren over de geschatte termijn tot overlijden. Het inschatten van de termijn tot overlijden is namelijk complex bij probleemgedrag als refractair symptoom bij dementie.
1. Zoals een kaderarts psychogeriatrie, een ouderenpsychiater en/of het CCE.
2. De informed consent procedure wordt gevolgd zoals beschreven in de WGBO.